Het hele gehucht ziet zo dus ook hoe Kolbeinn na de koffie op zijn merrie
huiswaarts keert, achterna gezeten door de losgebroken hengst van Solveig. Die
bestijgt de schimmel ondanks de berijder, waarna Kolbeinn beschaamd en
blootshoofds de aftocht blaast. Alsof hij persoonlijk is aangerand, vernederd
door de natuur. Zijn verloren pet markeert als stille getuige de plaats delict.
Elk shot en elke observatie is raak in Of Horses and Men (de IJslandse titel
Hross í oss laat zich vrij letterlijk vertalen als 'het ros in ons'), het
speelfilmdebuut van de IJslandse auteur, theaterregisseur en acteur Benedikt
Erlingsson, die een bijrol had als tolk in Lars von Triers The Boss of It All (
2006).
Hoewel Erlingsson opgroeide in het centrum van Reykjavik,
kent hij het ruige, uitgestrekte platteland van Noord-IJsland als zijn broekzak
sinds hij er als tiener een zomer op een boerderij doorbracht. Hij raakte
verslingerd aan de paarden en het buitenleven en heeft nu zelf vijf IJslandse
paarden. Dat is te merken. Want zoals het prikkeldraad zingt en de gammele
rasterpaaltjes vallen, dat is de poëzie van een oog dat zijn omgeving door en
door kent.
Het romantische lied dat Kolbeinn in de openingsscène
zingt, over paarden en het goede leven, raakt al gauw overstemd door de
weerbarstige praktijk. Daarbij vallen de nodige slachtoffers – zowel aan mensen
- als paardenkant.
Het paardenoog dient als spiegel voor de mens in
diens naïef-arrogante verhouding tot de natuur. Met zijn zwartkomische, naar
surrealisme neigende moderne western bewijst Erlingsson zich als een IJslandse
Alex van Warmerdam, die de grenzen van de beschaving verkent in een land van
windbuksen, verrekijkers, snuiftabak en flaconnetjes sterke drank. Hij legt
daarbij een verbluffende verbeeldingskracht aan de dag, die weinig woorden nodig
heeft om wonderbaarlijke situaties te scheppen waar je mond ongemerkt van open
zakt. Een prima start van filmjaar 2015.
Ongenaakbaar als een grenadier te paard van Napoleons keizerlijke garde. Zo maant de middelbare Kolbeinn (Ingvar Eggert Sigurdsson) zijn kleine IJslander – onder tromgeroffel op de geluidsband – tot het uiterste over een landweggetje, in de karakteristieke tölt-gang. Trots arriveert hij bij Solveig (Charlotte Boving), het object van zijn affectie, die hem met een applausje onthaalt. Alle overige bewoners van de dunbevolkte vallei kijken van een afstand toe naar het tafereel, door hun verrekijkers.