Angélique was tot voor kort professioneel feestbeest en mannenverleidster in
een nachtclub, wat wel eufemistisch 'cabaret girl' wordt genoemd. Maar als het
met dat verleiden niet meer zo wil vlotten, neemt ze het aanvankelijk
weggelachen huwelijksaanzoek van Michel – haar laatste vaste klant – toch
serieus in overweging.
Angélique Litzenburger, de dame van de nacht
op wie de film is gebaseerd, speelt zichzelf – tot op zekere hoogte. Ook zij
werd door een klant ten huwelijk gevraagd en riep vervolgens haar vier verraste
kinderen bijeen, die ook allemaal in de film meespelen. Een van hen –
Samuel Theis – was een van de drie scenaristen/regisseurs die met deze film
hun speelfilmdebuut maakten. De film ging in première in Cannes, waar de 'gouden
camera' voor het beste debuut werd weggesleept.
De
aantrekkingskracht van Party Girl leunt voor een belangrijk deel op het in
warmgetinte close-ups gedraaide portret van een oude vos die misschien wel haar
haren verliest maar niet haar streken. Ondanks onderliggende tragiek – onder
andere rond een 'verloren' dochter – blijft de toon licht nostalgisch en aan de
(zwart)humoristische kant. De nadruk ligt op menselijke banden in een volks
milieu in de Lorraine, een grensgebied waar de mensen even makkelijk Frans als
Duits spreken.
Maar Party Girl opereert dus in nog een grensgebied
: dat tussen feit en fictie, waar de laatste tijd veel interessants gebeurt.
Denk aan de misdadigers die hun moorden naspeelden in
The Act of Killing. Of aan het Roma-echtpaar dat nog eens overdeed hoe
ziekenhuisartsen hen bijstand weigerden in An
Episode in the Life of an Iron Picker. Op het IDFA gaat deze week Those Who
Feel the Fire Burning in première, over vluchtelingen die vastlopen aan de
randen van Europa: een documentaire met een fictieve vertelfiguur.
Party Girl, dat een amateurcast koppelt aan gescripte scènes, ontleent zijn
zeggingskracht voor een belangrijk deel aan z'n wortels in de realiteit. Toch
speelt hier ook een klassieke valkuil van makers die nauw met hun onderwerp
verbonden zijn: Angélique wordt wat preuts benaderd. Ze blijft een enigma. Een
bewijs van haar verleidingskunst: ja. Maar een minnetje voor de makers die het
daar wat makkelijk bij laten, in een overigens alleszins bekoorlijke film.
'Ik zou je aan moeten lijnen,' gromt de gepensioneerde mijnwerker Michel (Joseph Bour) tegen zijn zestigjarige verloofde Angélique (Angélique Litzenburger), als zij tijdens een feestje opzichtig met een anderhalve generatie jongere man staat te flirten. Angélique is niet onder de indruk. 'Ik ben een vlinder die door de nacht fladdert,' antwoordt ze laconiek én met een goed gevoel voor poëzie.