Sinds zijn ouders overleden toen hij pas twee jaar oud was, gaat de nu 33-
jarige Paul (
Guillaume Gouix) gebukt onder een verlammend oedipuscomplex. Zijn tantes
voeren hem zoete koekjes, terwijl een vervaarlijk fronsende Beethoven hem
aanstaart vanaf zijn grafkist van een vleugel. Daar komt verandering in als Paul
zijn buurvrouw Mme Proust (vernoemd naar meneer Proust, van
A la recherche du temps perdu!) onverhoopt wat beter leert kennen: een
overjarige hippie met indoor tuin in haar appartement en een lamp van
achteruitkijkspiegeltjes boven haar tafel.
Haar hallucinante
kruidentheetjes helpen hem vissen naar herinneringen, met muziek als lokaas –
van speeldoosjes tot de B-kant van een 33-toeren plaatje. Droomachtige musical-
intermezzo's levert dat op, steeds ingeluid door een POV-shot van Paul, wiens
armpjes steevast verlangend naar zijn moeder reiken. Met elke duik in het
verleden wordt de Grand Canyon-diepe kloof tussen vader Attila Marcel en zoon
Paul, tussen verleden en heden, iets verder overbrugd.
Attila
Marcel is het live-action speelfilmdebuut van Sylvain Chomet, de maker van maar
liefst drie voor een Oscar genomineerde animatiefilms: zijn korte debuut La
vieille dame et les pigeons (1997) en de speelfilmlange Les triplettes de
Belleville (2003) en L'illusioniste (2010, naar een scenario van grootmeester
Jacques Tati). De titel is ontleend aan een liedje uit Les triplettes. (Het
is overigens niet de eerste live action van Chomet: zie zijn bijdrage
Tour Eiffel aan het ensemble-project Paris je t’aime, over een mimespeler.)
Chomet voert met Attila Marcel een kleurrijke dans op rond de rijkdom van het
geheugen, die zowel verwant is aan het surrealistische briccolagewerk van
Michel Gondry en
Wes Anderson, als aan de stille films van Charlie Chaplin en
Buster Keaton. Betoverend origineel in subtiele observaties van het geluid
van trapspijlen, waterdruppels op de snaren van een ukelele of
kersenpittenspugende oude besjes. Maar heel wat rommeliger, met soms ronduit
overbodige scènes, in het overbruggen van de tijd daartussen.
'Fuck le menuet' staat er in goed Frans op de buitenmuur gekalkt van het keurige leslokaal waar dansles wordt gegeven door de aristocratische tantes Anna en Annie (gespeeld door de onlangs overleden Nouvelle Vague-ster Bernadette Lafont, aan wie de film is opgedragen). Het had het motto kunnen zijn van de film over pianist Paul – hun inwonende neef – die de lessen begeleidt. Want hierin breekt de immer zwijgende Paul langzaam uit het gedresseerde leven – vergelijkbaar met de beheerste 'menuet'-dans uit de barok – dat zijn tantes voor hem hebben uitgestippeld.