Het moet ook geen gemakkelijke opgave zijn geweest voor de Zuid-Afrikaanse
regisseur/scenarist Gavin Hood: het verfilmen van een complex en vuistdik sf-
avontuur, waarin kinderen met behulp van videogames worden opgeleid tot
legercommandant. Held van het verhaal is de twaalfjarige Ender Wiggin (
Asa Butterfield), van wie verwacht wordt dat hij ooit de gehele aardse
ruimtevloot zal leiden in de strijd tegen de kwaadaardige Formics, een
buitenaards insectenras dat al eerder probeerde de mensheid te vernietigen.
Zo'n 110 minuten lang gaat het goed. Ender's opleiding wordt weliswaar in
sneltreinvaart afgewerkt – in het boek duurt dit zes jaar, hier maar één – en de
dialogen zijn geregeld van een bedenkelijk niveau. Vooral
Harrison Ford als Hyrum Graff, de kolonel die verantwoordelijk is voor het
vinden van het genie dat de Aarde moet redden, doet regelmatig de wenkbrauwen
fronsen met uitspraken als: 'Ender heeft de empathie om als een Formic te denken
.'
Wat wél werkt, zijn de intriges tussen de studenten van de
Battle School. Als een futuristische Harry Potter krijgt Ender daar eerst de
hoon van al zijn leeftijdgenoten over zich heen, maar uiteindelijk weet hij toch
iedereen voor zich te winnen. Fraai zijn de uit de computer getoverde
gamescènes, waarin de kinderen honderden ruimteschepen en duizenden drones
besturen. En regisseur Hood, die doorbrak met de tranentrekkende Oscarwinnaar
Tsotsi (2005) en recentelijk blockbusterervaring opdeed met
X-Men Origins: Wolverine, houdt het tempo zo hoog dat zelfs het eindeloze
gewauwel over strategische manoeuvres nooit echt gaat vervelen.
Maar dan het einde. Vanuit het niets volgt een van de meest debiele slotaktes
uit de filmgeschiedenis, waarin in luttele minuten de ene na de andere bizarre
ontboezeming wordt gedaan en een vat vol potsierlijke levenslessen over de
kijker wordt uitgestort.
Een wonderlijke prestatie is het
eigenlijk, zoveel stupiditeit verwerkt in zo'n kort tijdsbestek.
Kan het einde van een film zó slecht zijn dat je volledig verbouwereerd en teleurgesteld de bioscoop verlaat, ook al was het voorafgaande nog zo strak geregisseerd en vermakelijk? Ender's Game – naar het gelijknamige, vooral onder tieners en militairen zeer populaire boek van Orson Scott Card uit 1985 – beantwoordt die vraag volmondig met ja.