'Fijn te horen dat alles goed met je gaat.' Dit alledaagse zinnetje klinkt onschuldig genoeg, maar in het werk van de Zweedse filmmaker Roy Andersson (1943) is niets onschuldig. En al helemaal niet toevallig.
Andersson kreeg op het afgelopen filmfestival van Venetië de hoofdprijs (de
Gouden Leeuw) voor zijn film A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence.
Het slotdeel – na Songs from the Second Floor (2000) en You the Living (2007) –
van wat Andersson zelf 'a trilogy about being a human being' heeft genoemd.
Die drie films vallen op door een aantal zeer herkenbare en voor Andersson
inmiddels typerende stijlkenmerken: lange opnamen, ingehouden acteren,
zorgvuldig gecomponeerde mise-en-scène, zwarte humor en absurdistische sketches
die handig met elkaar verweven worden.
Het zinnetje 'Fijn te horen
dat alles goed met je gaat' keert regelmatig terug in A Pigeon. Steeds door een
telefoon uitgesproken tegen iemand die we niet zien. Een huisvrouw zegt het in
haar keuken, een laborante op haar werk terwijl we op de voorgrond zien hoe een
onthoofde aap door een machine in leven wordt gehouden, en een directeur op
kantoor terwijl hij de loop van een pistool tegen zijn slaap drukt. Welkom in
het unieke, eigenzinnige en verontrustende universum van Roy Andersson.
Er zitten 37 korte vignetten in A Pigeon. Want Andersson, die voor de trilogie
jarenlang commercials maakte, zoomt graag in op geïsoleerde momenten. Een beetje
als bij een schilderij. Wat beeldtaal betreft is Andersson in zijn films
sowieso sterk beïnvloed door de schilderkunst.
De kijker moet het
doen met die momenten, en zal het grotere geheel er zelf bij moeten verzinnen.
Helemaal vrijblijvend is dat niet, want Andersson laat in A Pigeon niet voor
niets de stoere achttiende-eeuwse Zweedse koning Karel XII een barman verleiden
, of een handvol slaven een enorme koperen tank (van de Zweedse mijnfirma
Boliden) in drijven om ze vervolgens te verbranden.
Andersson wil
schokken en prikkelen. Maar zijn wapen is niet boosheid of verontwaardiging,
maar humor. Ieder vignet is even droogkomisch als absurdistisch. Andersson lacht
om de mens. Niet uit hatelijkheid, maar uit mededogen.
In Venetië
vatte Andersson zelf perfect samen wat de essentie van zijn werk is: 'Ieder mens
is in het diepst van zijn wezen kwetsbaar. Ik wil laten zien dat kwetsbaarheid
iets moois is.' Waarvan akte.