Het was de eerste situatie waarin de Amerikaanse scherpschutter Chris Kyle ( Bradley Cooper) moest beslissen zijn trekker al dan niet over te halen, tijdens zijn eerste van vier lange uitzendingen naar Irak tussen 2003 en 2011. Kyle – een in Texas geboren, zwaar gelovige, vaderlandslievende cowboy – groeide er uit tot de meest dodelijke scherpschutter uit de geschiedenis van het Amerikaanse leger, met 160 bevestigde slachtoffers op zijn naam.
Een legende werd hij, die nu onder regie van Clint Eastwood een gezicht krijgt in een spannend portret van een typisch Amerikaanse oorlogsheld. Het scenario is van bijrolacteur Jason Hall, die het deels baseerde op Kyle's in spierballentaal geschreven autobiografie. De film is wat ambivalenter, doordat er meer nadruk wordt gelegd op de prijs die de plichtbewuste Kyle voor zijn heldenstatus betaalt.
Die heldenstatus zelf wordt echter onverlet gelaten, zoals onder andere blijkt uit de aandacht die er is voor het 'talent' van de door vaderlandsliefde gedreven bordercollie onder de killers. Want, zo hield Kyle's vader hem steeds voor: er zijn drie soorten mensen op de wereld: schapen, roofdieren en herdershonden die in staat zijn de kudde te beschermen.
Het zijn dit soort platitudes die de vaardig gemaakte, voor zes Oscars genomineerde (maar alleen voor geluidsmontage bekroonde) film uiteindelijk nekken. Ondanks de spannende actie, het claustrofobische camerawerk, de door een opgepompte Cooper aangevoerde prima cast en de gelikte dialogen. Want genuanceerd kun je dit portret met alle goede wil van de wereld toch niet noemen . Daarvoor wordt het empathisch vermogen van de makers veel te selectief toegepast.
Zodra Chris uit het centrum van de aandacht verdwijnt, raakt de nuance zoek. Waar Eastwood nergens te beroerd is om bataljons legermateriaal aan te laten rukken, had het regelen van een fatsoenlijke zwangerschapsbuik en echte baby's voor Sienna Miller (Kyle's vrouw) duidelijk minder prioriteit. Fnuikender is hoe bekaaid de Iraki's er als wandelende schietschijven van afkomen, zeker nadat Eastwood met Letters from Iwo Jima bewees zich best in het perspectief van een tegenstander te kunnen verplaatsen. Stereotiepe slechteriken zijn het, die in het slotgevecht bij bosjes van de daken vallen zoals hordes indianen hen voorgingen in goedkope westerns.
In de discussie die de film in de VS losmaakte, verwoordde dichter/veteraan Brian Turner goed wat er precies mis is met deze Hollywood-adaptatie, die Kyle's humaniteit onderstreept door die aan de Iraki's te ontzeggen. Turner: 'In zowel de film als onze collectieve verbeelding is hun menselijkheid gereduceerd op een manier die uiteindelijk onze eigen bekrompen humaniteit blootlegt.'
Stel: je bent een Amerikaanse scherpschutter, gestationeerd in Irak en je moet een tankeenheid beschermen die deels te voet door een wijk trekt. In de aan gort geschoten straat verschijnt opeens een vrouw met een zoontje van een jaar of elf. Door je vizier zie je dat ze een granaat onder haar kleding vandaan haalt en aan het jongetje geeft. Wat doe je?