In Charlie's Country speelt David Gulpilil (grauw lang haar, witgrijze baard) het tragische titelpersonage, een recalcitrante, wiet rokende oude man die maar niet kan aarden in het reservaat waar hij woont. Zijn vaste ochtendritueel bestaat uit het uitschelden van blanke politieagent Luke, die hem keer op keer zijn wapens (onder andere een jachtgeweer en een zelfgemaakte speer) afpakt. Tot Charlie alle betuttelingen zat is en besluit terug te gaan naar de natuur, om te leven op 'de oude manier'.
Maar ook in de bush, moederziel alleen, achtervolgen zijn vroegere zonden hem. Waarna hij uiteindelijk in de grote stad belandt, als onderdeel van een treurig tableau dat je op talloze plekken in Australië tegenkomt: groepjes Aboriginals die zich in kleine stadsparken de vernieling in drinken terwijl de blanke Australiërs hen geen blik waardig gunnen.
Veel meer gebeurt er overigens niet in de film: Charlie zwerft door stad en bush, op zoek naar een land dat niet meer bestaat. En dat is het dan wel. Maar in al zijn eenvoud stipt de film op subtiele wijze talloze thema's aan, van discriminatie tot de pijn van het ouder worden.
Ook stilistisch is de film behoorlijk ingetogen. Natuurlijk zijn er mooie plaatjes van de Australische outback, en even fantastisch is de geluidsband met kraakheldere vogel- en insectengeluiden. Maar veel liever richt De Heer zijn camera op zijn charismatische hoofdrolspeler . En terecht: in elk shot is hij te zien, maar vervelen doet zijn doorleefde gezicht nooit.
Uiteindelijk is het dan ook Gulpilil, die met zijn hele ziel en zaligheid de pijn van zijn personage belichaamt, die Charlie's Country onvergetelijk maakt. Want ook al is Charlie een fictief personage: we kijken vooral ook naar Gulpilil zelf, die vrede sluit met zijn verleden.
Het leverde hem de prijs voor beste acteur op in een nevensectie van Cannes.
Acteur, schilder en danser David Gulpilil werd op zestienjarige leeftijd een ster dankzij Nicolas Roegs Walkabout (1971), maar zoals zoveel Aboriginals raakte hij aan lager wal door drankmisbruik. Na een korte celstraf besloot hij zijn leven te beteren: samen met bevriende regisseur Rolf de Heer (Ten Canoes) keerde hij terug naar zijn geboortegrond voor het cathartische Charlie's Country.