Want Twan – Misha's broer, Sebs jeugdvriend en Yvonne's eerste liefde – is achtergebleven in het oude jaar. Hoewel de acteurs fictieve personages spelen, zijn ook zij in werkelijkheid bevriend. De film is opgedragen aan Twan (1986 - 2011), die ondanks de precieze jaartallen volgens regisseur Margot Schaap 'een samenraapsel is van onze ervaringen met rouw en de dood'.
Geen script,
geen vaste locaties, maar wel een vastomlijnd idee. Op zoek naar een vrije
manier van film maken bedacht Schaap een vorm die haar toestond om voor haar
speelfilmdebuut al observerend en improviserend door Amsterdam te trekken. Eens
in de maand zou ze met haar vrienden een dag samenkomen om twee uur te filmen,
beginnend en eindigend op oudejaarsdag, zodat het lijkt of in één dag een jaar
verstrijkt.
Dat is wondermooi gelukt: naadloos schuift
nieuwjaarsdag over in Koningsdag, in zomer. Seb, Misha en Yvonne hangen in een
snackbar, wandelen door een park, maken een boottochtje, kletsen over voorbije
liefdes of plannen voor de toekomst. Kermis op de Dam vloeit over in Halloween
en kerst, terwijl de drie vrienden dezelfden lijken te blijven. Dat geeft de
film een magische kracht, geholpen door de sterke straatobservaties van Schaap
en haar cameraman Casper Brink. Een slordig getrokken lijntje op een muur,
bruggen en bomen – ze veranderen door hun lens in symbolen voor verbondenheid en
tijd.
Werp een blik op de titels van Schaaps eerdere werk, en je
ziet haar fascinatie voor de verstrijkende tijd erin doorschemeren: haar
afstudeerfilm
Gaandeweg (2008), over een meisje dat herinneringen ophaalt voor ze het
ouderlijk huis verlaat, de kortfilm Vanaf hier (2010), waarin de
hoofdrolspeelster terugloopt in de tijd, en Tussen dag en nacht (2012), een
herinnering aan een liefdevolle nacht.