Om de mensheid te verheffen is Christus over de jaren heen ontelbare keren gestorven, maar nooit zo schitterend en dramatisch begeleid als in Bachs Matteüspassie. De populariteit van het drie uur durende lijdensverhaal groeit nog elk jaar.
Waarom betekent dat stuk zo veel voor zo veel mensen, vraagt Ramón
Gieling in Erbarme Dich. Eerder stelde hij die vraag in Over Canto, over Simeon
ten Holts Canto Ostinato, waarvan de uitvoeringen net als die van de Matteüs
voor liefhebbers een soort rituele betekenis hebben. Gieling laat ze aan het
woord komen onder titels als De Schilder, De Dirigent, De Operaregisseur of De
Danser. Andere liefhebbers krijgen geen toelichting, zoals de man die op weg
naar het graf van zijn vrouw door de stad fietst met Bachs muziek op de speakers
.
Als een soort leidmotief voert Gieling dirigent Pieter Jan Leusink op, die een diepe persoonlijke band heeft met het stuk en het al jaren door het hele land opvoert. In de aanloop naar Pasen soms zelfs twee keer per dag. Tussen de gezamenlijke repetitie van Leusinks Bach Choir & Orchestra en daklozenkoor De Straatklinkers door, voert Gieling de kijker langs de verhalen van Leusink en anderen, waaronder die van operaregisseur Peter Sellars en schrijfster Anna Enquist. Soms levert dat open deuren op, soms mooie observaties en soms ontroerende ervaringen.
Helaas worden die verhalen soms begeleid door beelden die, zelfs als je Bachs tekst kent, nogal vergezocht lijken (raketbeschietingen in Irak), of juist veel te expliciet (twee boksers die elkaar toetakelen). Of verschijnen er cryptische teksten als: ‘Als er iemand is die alles aan Bach te danken heeft, is het God wel.’ De Matteüs is zo’n groots en meeslepend werk dat zulke toevoegingen snel de plank misslaan, ook al voelt Gieling als filmmaker de noodzaak om beelden te vinden bij de muziek.
En al heeft de persmap het over een ‘labyrintische vertelling’, soms is het gewoon rommelig. Het is volstrekt duidelijk waarom Anna Enquist vertelt over de troost en structuur die Bachs muziek haar bracht na het verlies van haar dochter , maar zij heeft nou juist weer een diepe band met Bachs Goldbergvariaties.
Wat echter overheerst is het besef dat de Matteüs over de jaren heel veel mensen troost heeft gebracht. Dat is waarom iedereen er steeds weer bij terugkomt. Volgens Sellars, en hij heeft vast gelijk, omdat de overweldigende schoonheid van Bachs compositie het lijden van Christus zo voelbaar maakt, dat niemand die het hoort zich ooit alleen voelt staan. Ook al is hun lijden nog zo groot.
Als een soort leidmotief voert Gieling dirigent Pieter Jan Leusink op, die een diepe persoonlijke band heeft met het stuk en het al jaren door het hele land opvoert. In de aanloop naar Pasen soms zelfs twee keer per dag. Tussen de gezamenlijke repetitie van Leusinks Bach Choir & Orchestra en daklozenkoor De Straatklinkers door, voert Gieling de kijker langs de verhalen van Leusink en anderen, waaronder die van operaregisseur Peter Sellars en schrijfster Anna Enquist. Soms levert dat open deuren op, soms mooie observaties en soms ontroerende ervaringen.
Helaas worden die verhalen soms begeleid door beelden die, zelfs als je Bachs tekst kent, nogal vergezocht lijken (raketbeschietingen in Irak), of juist veel te expliciet (twee boksers die elkaar toetakelen). Of verschijnen er cryptische teksten als: ‘Als er iemand is die alles aan Bach te danken heeft, is het God wel.’ De Matteüs is zo’n groots en meeslepend werk dat zulke toevoegingen snel de plank misslaan, ook al voelt Gieling als filmmaker de noodzaak om beelden te vinden bij de muziek.
En al heeft de persmap het over een ‘labyrintische vertelling’, soms is het gewoon rommelig. Het is volstrekt duidelijk waarom Anna Enquist vertelt over de troost en structuur die Bachs muziek haar bracht na het verlies van haar dochter , maar zij heeft nou juist weer een diepe band met Bachs Goldbergvariaties.
Wat echter overheerst is het besef dat de Matteüs over de jaren heel veel mensen troost heeft gebracht. Dat is waarom iedereen er steeds weer bij terugkomt. Volgens Sellars, en hij heeft vast gelijk, omdat de overweldigende schoonheid van Bachs compositie het lijden van Christus zo voelbaar maakt, dat niemand die het hoort zich ooit alleen voelt staan. Ook al is hun lijden nog zo groot.