Subtiliteit is inderdaad niet een van de sterke punten van de komische roadmovie J. Kessels, naar het cultboek van schrijver P.F. Thomése. De wegwerpplot over de zoektocht van Thomése's alter ego Franske en diens goede vriend Jezus Kessels naar een verdwenen Tilburgse zakenman in Hamburg ook niet.
Net zo min als het scenario (van Jan Eilander), dat al halverwege de film de weg volledig kwijt is en zich voortsleept naar een ongeloofwaardig einde. Of de quasi-literaire suggestie dat alles zich alleen maar in de fantasie van de schrijver afspeelt.
Franske en Kessels verplaatsen zich in een oude Plymouth Gold Duster, en net als bij die grote Amerikaanse bak rammelt er veel aan de film. Maar dat is slechts de helft van het verhaal. De slechte helft.
Er is gelukkig ook een veel betere helft. Het schaamteloze gebrek aan goede smaak, bijvoorbeeld, wat je ook kan uitleggen als lef. Of de lome country & western-songs op de soundtrack, de fijne production design en het Belgische model Romi van Renterghem, dat mannenfantasie BB'tje speelt.
Maar de grootste troef van J. Kessels is het trio Erik de Bruyn, Fedja van Huêt en Frank Lammers, die vijftien jaar na De Bruyns debuutfilm Wilde mossels weer samenwerken. De jonge honden van toen zijn ouder geworden, maar de energie is gebleven. Net als de anarchie en de lol.
De vrijheid en het vertrouwen op de set moeten groot geweest zijn, want de chemie tussen hoofdrolspelers Van Huêt en Lammers is onmiskenbaar. Daarmee wordt ook de ongewone vriendschap tussen Franske en Kessels geloofwaardig, en ontstaan er af en toe, bijna terloops, magische momenten. Zoals het hilarisch-hoekige dansje dat Franske doet bij een jukebox in een café op de Reeperbahn ('Ich bin ein Sandkorn. Du bist ein… Sandkorn!').
Er zitten meer fijne momenten in J. Kessels, maar een geheel wil de film maar niet worden.
Desalniettemin werd ie gekozen als openingsfilm van de 35ste editie van het Nederlands Filmfestival. In het land der blinden…
Wat kan je verwachten van een film waarin megafrikadellen 'negerlullen' worden genoemd, mannen op leeftijd over jonge meisjes zeggen dat ze 'heet als uitgegaard vlees' zijn, of het object van begeerte wordt omschreven als: 'BB'tje, mijn dubbel gebakken sneetje'? Weinig subtiels, in ieder geval.