Als ze aan het andere eind van de wereld eindigen, beginnen ze dus aan het
ene eind. In een rokerige kroeg in België. Daar staan Ivan (Bouli Lanners), Wim
(Wim Willaert) en Jipé (Jacky Lambert) op een podium hun laatste
postpunkrocknummers te spelen voor ze volgende week naar LA vliegen voor een
tournee. Grand Ours heet de band, naar het sterrenbeeld Grote Beer, en in de
loop van het verhaal zou je kunnen gaan denken dat sommige dingen inderdaad in
de sterren geschreven staan. Want wie had gedacht dat een haperende microfoon
ertoe zou leiden dat Jipé even later op een knullige manier zijn laatste adem
uitblaast?
Na een bizarre begrafenis, een pan pasta ver voorbij de
houdbaarheidsdatum en de verschijning van Jipés geliefde, die niemand ondanks
hun hechte vriendschap kende, moeten de overgebleven bandleden beslissen wat ze
met de tournee doen. Jipé zou gewild hebben dat ze doorgingen, weet Ivan, dus
hop, allemaal het vliegtuig in. Maar zoals alles in de rommelige levens van de
rockers, wijkt ook het vliegtuig van koers (wie wil weten hoe je brakend een
vliegtuig naar de grond krijgt, moet zeker kijken). Er vindt een noodlanding
plaats in Québec, 4000 kilometer uit de richting. Wat nu?
Op zich
kennen we de ingrediënten wel uit andere knuffelbare roadmovies als Little Miss
Sunshine, Nebraska en Bouli Lanners' eigen Eldorado: eigenzinnige personages met
een goed hart, een rommelige reis, onderhuidse onvrede die wordt uitgesproken
waarna, pats boem, de louterende confrontatie volgt. Wat deze tweede film van de
broers Guillaume en Stéphane Malandrin speciaal maakt, is dat ze het allemaal
net anders doen dan je verwacht, en dat de personages allemaal net wat stroever
zijn dan je denkt. Het zand in de motor is zogezegd de kers op de taart.
Dat ook in de beste vriendschappen wordt gelogen, is geen verrassing. De angel
in dit verhaal zit 'm in de illusies die Ivan, Wim en Jipé zich over hun
vriendschap maakten. Tussen het vrolijke geschreeuw in het café was geen ruimte
voor echte ontboezemingen, ontdekken ze te laat. En toch houden ze van elkaar.
Dat voel je, en dat maakt ook de meest idiote wendingen hier geloofwaardig. Het
is het anker dat de film op de grond houdt.
'Ik ben dood maar ik heb vrienden' is een tragikomische roadmovie naar het eind van de wereld, vol bebaarde rockers en onverwachte wendingen, die dankzij een geweldige cast uitdraait op een ontroerende ode aan vriendschap.