Drie jaar nadat Yusuke spoorloos op zee verdween staat hij plots weer bij zijn vrouw Mizuki op de stoep. Hij is gestorven, meldt hij koeltjes, en de krabben hebben hem verslonden. Vandaar dat zijn lichaam nooit gevonden is.

Dat weerhoudt Yusuke er echter niet van nog altijd in de fysieke wereld rond te dolen, balancerend in een schemergebied tussen leven en de definitieve dood. Hoe dat kan weet hij zelf ook niet, maar wat maakt het ook uit. Belangrijker is dat hij is teruggekeerd, en wel om Mizuki voor te stellen aan alle bijzondere mensen die hij sinds zijn sterven heeft ontmoet.

Per trein reizen ze door het land. Ze bezoeken onder meer een bejaarde krantenbezorger, die zich eveneens in het limbo bevindt. En gaan op visite bij de voltallige bevolking van een afgelegen boerendorp, waar Yusuke enige tijd lessen in de natuurkunde en de astrofysica heeft verzorgd.

Wat precies het doel van zijn reis richting de kust is blijft lange tijd onduidelijk, net als de motieven van regisseur Kiyoshi Kurosawa (Tokyo Sonata). Een verklaring in de persmap biedt uitkomst: Mizuki en Yusuke's trektocht is een uitgestrekte vorm van mitoru, het onvertaalbare Japanse woord voor het begeleiden van een stervend persoon gedurende zijn of haar laatste uren.



Een mooie gedachte , maar niet één die Kurosawa — een van Japans voornaamste filmauteurs, geroemd vanwege zijn veelzijdigheid — duidelijk naar voren brengt. Er zijn te veel randzaken die afleiden, zoals een aantal knullige nachtmerriescènes die verwijzen naar het horrorverleden van de regisseur. Of de eigenaardige soundtrack, die soms dreigend klinkt en dan weer als liefelijk sprookje. En te veel aandacht is er voor trauma's uit de verledens van alle bijfiguren.

In de intieme scènes tussen Yusuke en Mizuki toont Kurosawa, die voor Journey to the Shore de regieprijs won in de Un Certain Regard-competitie in Cannes, wel weer zijn talent. Vooral vanwege de manier waarop hij een zekere afstand tussen het echtpaar verbeeldt: zelden kijken ze elkaar aan, en vaak plaatst Kurosawa hen aan weerszijden van het kader (een geliefd stijlfiguur van zijn landgenoot Yasujiro Ozu). Waardoor de uiteindelijke toenadering, heel teder gespeeld door Eri Fukatsu en Tadanobu Asano, des te romantischer is.

Maar uiteindelijk zijn dat soort momenten te spaarzaam, en blijft het verdriet te ongrijpbaar.