De film start met de begrafenis van vader, die al vijftien jaar uit beeld is
, net als de vertrokken moeder. Het afscheid brengt echter een nieuw familielid
in het leven van de drie: hun 13-jarige halfzusje Suzu (Suzu Hirose); vrucht van
de vrouw die het huwelijk van hun ouders om zeep hielp. Omdat ook Suzu’s moeder
inmiddels van het toneel is verdwenen, zit Suzu opgescheept met de larmoyante
derde vlam van vader. In een opwelling vraagt Sachi of Suzu niet ook bij de drie
zussen wil komen wonen. Zo geschiedt.
Na zijn vorige film (Like
Father, Like Son) over drie generaties mannen stelt Hirokazu Kore-eda (After
Life, Nobody Knows) – de Japanse chroniquer van al dan niet gemankeerde
menselijke (bloed)banden - nu de vrouwelijke lijn centraal. Suzu is daarin niet
zozeer de centrale figuur, als wel de aanleiding voor een breed getrokken,
zoetgevooisde ensemblefilm over wat de zussen onderling en met anderen bindt. De
seizoenen trekken voorbij, romances lopen op de klippen, er wordt gegeten,
gelachen en gekibbeld, begraven en herdacht.
Hoewel Kore-eda soms
onbeschaamd romantisch uit de hoek komt, is zijn licht ontkleurde relatie-
vertelling in de grond ingetogen en wars van drama. Het lijkt wel of hem een
binnenstebuiten gekeerde soap voor ogen stond: hij weigert relaties of emoties
te exploiteren en stelt de onderlinge harmonie voorop. Tegelijkertijd klinkt de
muziek – harp, piano, strijkers – een tikkie sentimenteel en heeft Sachi’s
relatie verdacht veel weg van een ziekenhuisromance. Kwinkslagen zijn er in de
persoon van de springerige zus Chika (Kaho), of als de meiden puffend een berg
opploeteren.
De losjes op meidenmanga 'Umimachi Diary' gebaseerde
film is niet Kore-eda’s beste: daarvoor blijven de zussen wat hermetisch en
kabbelt de vertelling iets te lang voort. Wel is het weer een elegante
vertelling.
'Eetstokjes kopen voor een man heeft voor een vrouw heel wat voeten in de aarde,' zegt Sachi (Haruka Ayase) tegen haar minnaar. Ze is de oudste van drie jongvolwassen zussen die samen in het huis van hun overleden grootmoeder wonen aan de Japanse kust. Gerechten vormen er een belangrijke link tussen familieleden van verschillende generaties: als dragers van herinneringen aan dierbaren die er niet meer zijn. De witvis op toast van vader, de kerryschotel van moeder, de gefrituurde makreel van de aardige dame van het restaurantje. Maar bovenal de onder de vloer bewaarde pruimenwijn van oma, jaarlijks gemaakt van de oogst van de boom in de tuin.