De kenners weten bij bovenstaande beschrijving genoeg: dat moet wel de nieuwe
film van Quentin Dupieux zijn, de Franse surrealist die eerder films maakte
over moordzuchtige autobanden (Rubber), corrupte agenten bij wie een steekje los
zit (Wrong Cops) en de epische zoektocht naar een vermiste hond (Wrong). De
gemene deler in zijn werk: niets heeft betekenis.
Zo nihilistisch
als in Réalité was hij echter nog nooit. Alle plotconventies heeft hij ditmaal
laten varen, in ruil voor een aaneenschakeling van gortdroge sketches die de
logica van een droom volgen. Oftewel: er is geen logica.
Het is een
dappere, en misschien ook wel voor de hand liggende stap voor Dupieux. Een leuke
film levert het echter niet op. Niet zozeer omdat de kijker geen enkele houvast
heeft, maar juist omdat Dupieux heel braaf alle platgetreden paden van het
genre volgt. De film in een film in een film; de droom in een droom in een droom
; producenten in een bioscoopzaaltje die eerdere delen uit Réalité
becommentariëren; zelfs de bizarre kookshow: we hebben het allemaal al eens
eerder gezien. En vooral ook beter.
Bij vlagen valt er nog wel eens
te gniffelen.
Jon Heder, bekend van zijn titelrol in culthit Napoleon Dynamite, is best
leuk als de man in dierenkostuum die ten onder gaat aan een denkbeeldige
huidziekte. En de zoektocht naar de prijswinnende schreeuw (de uiteindelijke
trofee wordt uitgereikt door The Artist-regisseur Michel Hazanavicius) levert
een aantal aardige scènes op, zoals heimelijke opnames in een sportschool. Maar
dat is het dan ook wel.
Een Franse regisseur in spe krijgt 48 uur om de beste schreeuw voor zijn horrordebuut te vinden, een film die al lang in de bioscoop blijkt te draaien. Onderwijl loopt de kookshow waar hij als cameraman werkt gigantisch uit de hand als de assistent in dierenkostuum overvallen wordt door acute eczeem. En een meisje genaamd Reality raakt geobsedeerd door een videoband in de maag van een everzwijn.