Het is een van de betere grappen in de absurde actiekomedie en James Bond-
spoof Spy. Grijze CIA-bureaumuis Susan mag daarin het veld in voor een louter '
registreer en rapporteer'-undercover-missie als de identiteit van alle andere
geheim agenten onverhoopt bij de tegenstanders bekend blijkt. Het loopt anders,
als antiheld Cooper toch tot actie overgaat.
Melissa McCarthy speelt haar eerste echte hoofdrol sinds haar doorbraak als
vuilgebekte rouwdouwer in de zwarte ensemblekomedie Bridesmaids. Twee jaar later
bevestigde ze dat succes als grofgebekte grotestadsagente naast Sandra Bullock
in The Heat. Net als Spy werden die beide films geregisseerd door
Paul Feig, die dit keer voor het eerst ook het scenario schreef. Dat pakt
helaas wat minder super uit.
McCarthy gedijt namelijk het best
wanneer ze ongemanierder en grofgebekter uit de hoek komt dan op grond van haar
stereotiepe verschijningsvorm mag worden verwacht. In Spy start ze daarentegen
als zachtaardige, moederlijke vrouw die haar pittige kant pas gaandeweg leert
ontketenen. Daardoor komt haar personage wat traag op gang. En leunt de film wel
heel lui en op het cliché dat dikke vrouwen onhandig zouden zijn.
'Pas je aan, laat een ander met de overwinning gaan.' En: 'Welgemanierde vrouwen schrijven geschiedenis.' CIA-analiste Susan Cooper (Melissa McCarthy) vertelt welke levenslessen ze van haar moeder meekreeg aan collega-vriendin Nancy (Miranda Hart). '...schrijven zelden geschiedenis,' corrigeert Nancy haar fijntjes.
Komt bij dat de vet aangezette kots-, scheet- en seksgrappen die vijf jaar
geleden nog 'fris’ waren, inmiddels wat belegen zijn. Het verhaal meandert
omslachtig van de ene naar de andere genresituatie. In de sufst mogelijke
undercover-identiteiten reist Cooper half Europa af om een nucleaire bom
onschadelijk te maken – voor grappen die soms raak zijn, maar vaker in het
luchtledige blijven hangen.
Het best werken de parodieën op
actiescènes, waaronder de weinig elegante dood van een slechterik en een scherp
gechoreografeerde vechtscène in de keuken van een restaurant: goed gejat van
Aziatische vechtfilms. Daar staan een paar zouteloze tegenspelers tegenover,
zoals blaaskaak en alfa-agent Rick Ford, onlollig vertolkt door actieman Jason
Statham, een oostblokkerige booswicht en een saaie überschurk. Plus een slot dat
door een stapeling van wendingen veel te lang doormoddert.