Omirbayev verplaatst de handelingen uit het boek naar het moderne Kazachstan
en hanteert een fraaie, klassieke stijl van filmen om het morele bankroet van
zijn thuisland te tonen. Hij doet dat aan de hand van een naamloze student (
Nurlan Bajtasov). De jongen sloft apathisch door zijn leven, dat bestaat uit
brood kopen, colleges volgen en slapen. Om hem heen gaapt intussen een steeds
grotere kloof tussen arm en rijk. Als hij een docent vurig het sociaal
darwinisme hoort bepleiten, besluit hij vanuit het niets voor een beetje geld
een moord te plegen op een winkelier.
Alles in Stoedjent – van het
acteerwerk en het verhaal tot de beelden en de montage – is ingetogen. Zo erg
zelfs dat het vervreemdend werkt. Het totale gebrek aan emotie bij de student
tijdens en na zijn daad geven je als kijker weinig houvast. We worden niet
meegenomen in een worsteling met schuldgevoelens en kunnen niet meeleven tijdens
een boetedoening. Als het personage al voor filosofische dilemma's komt te
staan, is daar niets van te merken. Het is duidelijk dat Omirbayev niet
geïnteresseerd is in de innerlijke belevingswereld van zijn hoofdpersoon, of in
labels als dader en slachtoffer. Zijn Kazachstan is verworden tot een
broedplaats van het kapitalisme met als enige wet de 'survival of the fittest'.
Bij het vertellen van zijn simpele verhaal gaat de regisseur bepaald niet
subtiel te werk. Om aan te tonen dat iemand arm is, voldoet niet een al vrij vet
aangezette scène waarin deze treurig zijn armoedige kamer rondkijkt, nee, zijn
huurbaas moet ook nog een tenenkrommend, stijf geacteerd gesprek hebben met de
buurman over hoe weinig geld de persoon in kwestie heeft. Mensen in dure auto's
? Die komen vast te zitten in de modder en vermoorden hardwerkende ezeltjes.
Waar Omirbayev zich in zijn filmstijl te veel inhoudt, daar schreeuwt hij zijn
boodschap weer te hard.
'De cinema bestaat zodat mensen tot rust kunnen komen en zich vermaken,' aldus de Kazachstaanse regisseur Darezhan Omirbayev, die aan het begin van zijn hele losse bewerking van Misdaad en straf zichzelf speelt in een filmproductie binnen de film. Geheel in lijn met die uitspraak, ontbreekt het in deze versie aan de filosofische gelaagdheid die de roman van Fjodor Dostojevski wel bezit.