De Engelstalige verfilming van het door critici bejubelde boek richt zich
vooral op het melodramatische tweede deel (Dolce): in een fictief Frans dorp
wacht Lucile Angellier (
Michelle Williams) tevergeefs op de terugkeer van haar echtgenoot, die door
de Duitsers krijgsgevangen is genomen. Maar al snel dient zich een nieuwe man in
haar leven aan, in de persoon van de ingekwartierde Duitse officier Bruno von
Falk (Matthias Schoenaerts). Lucile's aristocratische schoonmoeder (Kristin
Scott Thomas), met wie ze samen in het mooiste huis van het dorp woont, ziet het
met afgrijzen aan.
Regisseur en coscenarist Saul Dibb (The Duchess
) bouwt de ontluikende romance tussen de twee zielsverwanten voorzichtig op, in
prettig kabbelend tempo. Bruno's intenties zijn al snel duidelijk, maar Lucile
houdt lange tijd de boot af. Uit angst voor wat haar dorpsgenoten wel niet van
haar zullen denken, maar vooral uit angst voor haar schoonmoeder.
Meer moeite heeft Dibb echter om een bevredigend slot aan het verhaal te breien
. Dat zal met het onvoltooide bronmateriaal te maken hebben; Némirovsky voegde
in haar notities een korte synopsis voor het vervolg toe. De wijze waarop het
kabbelende drama plots in de stroomversnelling schiet, maakt Suite française
behoorlijk onevenwichtig. In de laatste akte verschuift de aandacht van de
zielenroerselen van Lucile en Bruno naar een actiegedreven plot over een door de
nazi's gezochte boer.
Dat de Franse en Duitse personages vrijwel de
gehele film Engels spreken is aanvankelijk ook storend, maar vet aangezette
accenten worden gelukkig vermeden. En het helpt ook dat het spel over de gehele
linie voortreffelijk is.
Met name Scott Thomas is geweldig, als
bikkelharde zakenvrouw die zelfs de Duitse soldaten angst inboezemt. En Belg
Schoenaerts, die sinds zijn imponerende rol in Rundskop (2011) langzaamaan de
wereld verovert, is goed gecast als plichtsgetrouwe maar gevoelige militair.
Alleen tegenspeelster Williams is niet helemaal op haar plek. Haar rol mist pit
, net als haar affaire met Bruno.
Een echt geslaagde adaptatie is
Suite française dan ook niet. Al grijpt het einde toch aan, als na de laatste
scène in beeld verschijnt hoe de bedenkster van dit zoete liefdesdrama aan haar
einde kwam.
Suite française is gebaseerd op de gelijknamige roman van Irène Némirovsky, de gevierde Franse schrijfster van Russisch-Joodse komaf die in Auschwitz om het leven kwam. Slechts twee van haar als vijf delen geplande epos, postuum uitgebracht in 2004, wist ze voor haar deportatie naar het concentratiekamp te voltooien.