Doel van deze startsituatie is het ter discussie stellen van vooroordelen in
post-9/11 Amerika. Een zwarte FBI-agente legt het uit: 'Ik heb een bom en een
Pakistaanse jongen, dus u begrijpt in welke hoek we zoeken.' Want de ene moeder
– Lea – is blank en de andere moeder – Maryam - van Pakistaanse komaf. Lea's
huwelijk liep op de klippen toen haar conservatief-christelijke man
radicaliseerde tot evangelist. Maryam tegen haar man in bed: 'Ze mochten niet
eens verkleed naar Halloween!' Haar islamitische man: 'Wij zijn niet dat soort
fanatici.'
Even nog lijkt Torn voor de hand liggend drama te willen
mijden, door de explosie zelf niet te tonen, en door op afstand te blijven als
de ouders van politieagenten het nieuws te horen krijgen dat hun zoons zijn
overleden. Maar al snel blijkt hoe weinig ruimte er daadwerkelijk is voor de
gepretendeerde nuance. Niet alleen vanwege de vaak tenenkrommende dialogen, maar
ook omdat de film oogt als een opdringerige, opgeblazen tv-soap die aan
zapvrees lijdt. Er wordt zwaar op close-ups geleund, de soundtrack klinkt naar
goedkope elektronica en na amper twee zinnen wordt haastig naar een volgende
scène doorgeschakeld.
Twee vrouwen treffen elkaar bij de hekken als ze hun zoons komen zoeken in een Amerikaans winkelcentrum waar een gasleiding is ontploft. Kort daarop zien ze elkaar terug als ze het papierwerk rond de dood van de beide omgekomen tieners moeten regelen. Maar net als de moeders vriendschap sluiten, blijkt de explosie het resultaat te zijn geweest van een aanslag, die een van beide zoons mogelijk op zijn geweten heeft.
Toch worden er nog best aardige
zijpaden bewandeld, als op zeker moment blijkt dat beide moeders hun zonen
minder goed kennen dan ze dachten. Maar de manier waarop is wederom weinig
fijnzinnig. Is nu ook Lea's zoon een potentiële moordenaar? Of toch niet? Nadat
de film lang heeft gedraaid om de vraag wie de dader nu is geweest, luidt de
moraal ten slotte dat de toedracht er niet toe doet: wat is gebeurd, is gebeurd
; de moeders moeten met de voldongen feiten leren leven. Dat is behalve
onbevredigend ook nog inconsistent, als we vervolgens – buiten de moeders om –
toch nog te zien krijgen hoe het gelopen is of zou kunnen zijn.
Torn
is daardoor vooral zelf een innerlijk verscheurd drama: een pleidooi voor
subtiliteit dat in steenkolenfilmtaal wordt verteld. Een goedbedoelde soap met
enkele campy uitschieters. Een merkwaardige combinatie.