Meedoen aan de Olympische spelen, twee keer neerstorten met een vliegtuig, 47 dagen in een rubber bootje op de oceaan dobberen en een Japans gevangenenkamp tijdens de Tweede Wereldoorlog overleven: dat is materiaal voor een heldenepos. En dat is ook precies wat Angelina Jolie van het levensverhaal van Louis Zamperini heeft gemaakt. Vakkundig heeft ze als regisseur flink wat items van de lijst gekruist die bij dit soort potentiële Oscarwinnaars hoort, maar daarbij is het haar niet gelukt een doorbloed drama te maken.

Jolie baseerde haar film (met behulp van een vierkoppig team scenaristen, onder wie verrassend genoegd Joel en Ethan Coen) op het boek Unbroken: A World War II Story of Survival, Resilience, and Redemption van Laura Hillenbrand. Met grote sprongen behandelt ze diverse delen uit Zamperini’s leven; van de Tweede Wereldoorlog schieten we naar zijn jeugd, de Olympische spelen en weer terug. En daarbij maakt Louis al zo veel bijzondere dingen mee dat er eigenlijk weinig ruimte is voor de verdere context van zijn leven.

Dat Zamperini ( gespeeld door Jack O’Connell uit het Britse gevangenisdrama Starred Up) alles zal overleven is snel duidelijk, het spreekt uit alles wat hij doet tijdens de film en vooral ook uit hoe dat gebracht wordt. Zamperini is meer superheld dan mens van vlees of bloed. Hij waagt zijn leven voor land en kameraden, neemt de leiding, offert zich op en ondergaat de grootste martelingen van allemaal. Louis heeft geen angsten of zwakheden, en de zwakheden die hij wél heeft worden aan het einde weggemoffeld in een zinnetje over posttraumatische stress. De sporen van een echt mensenleven ontbreken, waardoor je nooit een connectie krijgt met het hoofdpersonage.

Emoties moeten dan ook worden geforceerd door de grandeur van de beelden en aanzwellende muziekjes. En toegegeven, op dat vlak weet Jolie prima wat ze doet. Het ene shot is nog grootser dan het andere; ze toont prachtige composities, waarbij schaduwen symbolisch over personages heen vallen en silhouetten heroïsch afsteken tegen het licht van explosies. Bij het segment tijdens de Olympische Spelen in Berlijn lijkt Jolie zelfs de propagandastijl van Leni Riefenstahl te imiteren om Zamperini in het hol van de nazi’s te laten zien. Ze eindigt met de gebruikelijke teksten over wat er vervolgens met de hoofdpersonen gebeurde en een kort fragmentje van de echte Louis Zamperini, die op tachtigjarige leeftijd terugkeerde naar Japan om daar de Olympische vlam te dragen.

Het levert een gelikte film op die aan de oppervlakte volledig voldoet aan een de eisen van een typisch Oscar-drama, maar die – ondanks het uitzonderlijke levensverhaal – inhoudelijk teleurstelt en snel weer verdwijnt uit het geheugen. Louis Zamperini had iets beters verdiend.