Nog voor hij thuis is, hangt zijn moeder aan de lijn en is hij door een
patiënt op straat aangesproken. Eenmaal thuis gaat zijn telefoon om de haverklap
, wil zijn vrouw hem spreken, net als zijn minnares en buurman. De poetsvrouw is
er, en de Poolse bouwvakkers, gevolgd door nog wat ongenode gasten. Voor elke
aandachtsvrager die Michel de deur uitwerkt, kloppen er twee nieuwe aan.
Une heure de tranquillité is een bewerking van een theaterstuk van Florian
Zeller,
de jonge Franse successchrijver die hier een jaar of acht geleden
een hitje scoorde met de roman Gefascineerd door het ergste, over een op
Houellebecq lijkende schrijver die tijdens een literair congres in Caïro
vergeefs een oosterse schone aan de haak probeert te slaan. In dit theaterstuk
neemt hij de zelfgenoegzaamheid van de gegoede burgerij op de korrel. Patrice
Leconte (Ridicule, Félix et Lola) tekende voor de filmregie.
Menig
verfilmd theaterstuk worstelt met de statische plaats van handeling: vaak een
kamer in een huis. Leconte gaat daar soepeltjes mee om: hij gebruikt de
huiskamer als vanzelfsprekend referentiepunt waar de actie – elders in en om het
huis – steeds naar terugkeert. Bovendien gunt hij de kijker weinig tijd om
daarbij stil te staan, door het hoge ritme van de verwikkelingen en de wat
zenuwachtige camera waarmee hij de hyperactieve Leproux volgt.
De
hoofdrol is voor volbloed komiek Christian Clavier, die vooral bekend is als
sidekick van bekendere sterren als Jean Reno in Les Visiteurs en van Gérard
Depardieu in de Astérix et Obélix-films. De bijrollen zijn prettig bezet, door
onder anderen Almodóvars Rossy de Palma als kittige schoonmaakster en oud-
autocureur Stéphane De Groodt als vrijmoedige buurman die in zijn onnozele
verschijningsvorm wel wat aan René van 't Hof doet denken.
Wat
belegen is het gedoe rond Leproux' zoon en diens gasten. En de titel van het
plaatje – 'Me, Myself and I' – wordt de kijker wat al te nadrukkelijk onder de
neus gewreven. Toch is Une heure de tranquillité door de band genomen een
onderhoudende komedie, waarin de zelfingenomen Leproux langzaamaan wordt
gefileerd tot een egoïstische grootgrutter in leugens.
Een uurtje rust. Dat is alles wat chirurg Michel Leproux verlangt als hij op een zonnige zaterdagochtend op de rommelmarkt een juweeltje van een jazzplaat ontdekt. En het is het laatste dat hem toekomt.