Dat benadrukken tenminste de makers van Woman in Gold, die Altmann en haar
advocaat een credit gaven als coscenaristen.
Het klinkt allemaal
legitiem, maar strookt het met de werkelijkheid? Was Altmann werkelijk zo naief
te denken dat ze de miljoenenprent boven de schoorsteenmantel van haar bungalow
in Los Angelos kon hangen? Zodra de strijd gewonnen was, werd Klimts schilderij
Woman in Gold uit 1907 – want daar hebben we het hier over – voor 135 miljoen
dollar doorverkocht aan een New Yorkse galerie.
Hoe krampachtiger
die marktwaarde in de film als factor van belang wordt ontkend, hoe
ongeloofwaardiger het klinkt. En dan ga je ook aan andere dingen twijfelen: was
de band met tante wel zo betekenisvol als in de film wordt beweerd? Zelfs bij
het zien van een paraaf van tante Adèle is Altmann ontdaan. 'Haar handtekening.
O mijn god!'
De koude feiten zijn dat tante Adèle, een vriendin van
Wiener Secession-schilder Gustav Klimt, in 1925 stierf aan een
hersenvliesontsteking. Haar man – Maria's oom – was de opdrachtgever en eigenaar
van het schilderij. Hij vluchtte in 1938 voor de nazi's naar Zwitserland. De
jongvolwassen Maria en haar echtgenoot wisten nipt het Oostenrijk van na de
Anschluss te ontvluchten naar New York.
Nee, het ging Maria Altmann niet om de marktwaarde van het door de nazi's gestolen portret van haar geliefde tante Adèle Bloch-Bauer, toen ze een rechtszaak startte om het terug te krijgen. Het ging haar om gerechtigheid, en om het levend houden van de herinneringen aan die tante, die samen met haar man in hetzelfde huis woonde als Maria en haar ouders in het Wenen van de jaren twintig.
Het verleden is
in de film te zien in ontkleurde, sepia-getinte flashbacks. Het heden draait om
Altmann (
Helen Mirren) en de jonge advocaat Randol Schönberg (
Ryan Reynolds), kleinzoon van de beroemde componist, dus voorzien van 'een
prachtige stamboom', zoals de baas van het advocatenbureau nogal misplaatst
opmerkt als hij komt solliciteren.
Regisseur
Simon Curtis (My Week with Marilyn) en debuterend scenarist Alexi Kaye
Campbell dwepen met de hoogstaande kunstzinnige inborst van de betrokken
families, terwijl het Oostenrijkse volk gemakzuchtig tot een hooghartige horde
wordt teruggebracht. Op een wasvrouw en hulpvaardige journalist na, die na winst
voor Altmann 'voor het eerst in lange tijd trots is een Oostenrijker te zijn'.
De zoektocht naar gerechtigheid van Altmann en Schönberg lijkt qua opzet op die
van Judi Dench en Steve Coogan in
Philomena. Al zijn de boosaardige, kindstelende nonnen uit die film
ingeruild voor het egoïstische Oostenrijkse volk dat Adèle voor zichzelf wil
houden. Waar Philomena aansprak door spanning, emotionaliteit en humor, hamert
Woman in Gold eendimensionaal en kritiekloos op het gelijk van Maria Altmann met
behulp van platte personages en clichématige emoties. Dat roept meer vragen op
dan de film beantwoordt, over bijvoorbeeld de culturele waarde van het
schilderij voor Oostenrijk, en de verhouding tussen de vrouw en het goud uit de
titel.