Onlangs liet Martin Scorsese weten dat hij werkt aan een tv-serie naar aanleiding van zijn film Gangs of New York uit 2002, die handelt over het ruige straatleven in het Five Points District van New York ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog. Toeval of niet: de Amerikaanse serie Copper, uit 2012, heeft precies dezelfde setting.
Leuk weetje: halverwege de negentiende eeuw droegen agenten in New York een
koperen ster. ‘Copper stars’ werden ze genoemd. Ofwel ‘coppers’ of ‘cops’.
De Ierse immigrant Kevin Corcoran (Tom Weston-Jones) is zo’n copper. Van het
type ‘eerst beuken, dan vragen stellen’, maar wel met een goed hart. Kortgeleden
is Corcoran teruggekeerd van het front, waarop hij ontdekte dat zijn dochtertje
was vermoord en zijn vrouw verdwenen. Terwijl hij op geheel eigen wijze moorden
oplost in zijn notoire wijk, waar criminaliteit hoogtij viert, probeert hij te
achterhalen wat er met zijn gezin is gebeurd. Hulp komt daarbij uit de laagste
én hoogste regionen van de New Yorkse maatschappij. (In een opvallende bijrol:
Duitse ster
Franka Potente als hoerenmadame.)
Copper is de eerste eigen
dramaproductie van BBC America, een commerciële zender waarop vooral herhalingen
te zien zijn van Britse zenders als de BBC, ITV en Channel 4. Het is evident
dat Copper een prestigieuze serie moest worden, gemodelleerd naar het dure,
volwassen vermaak van zenders als HBO en AMC. Als executive producer werd
Barry Levinson (Rain Man, Sleepers) aangetrokken, en inhoudelijk worden
serieuze thema’s aangesneden als racisme, kindermisbruik en politieke corruptie
. De decors mochten wat kosten en er zijn regelmatig scènes met bruut geweld en
wat (kuis) bloot.
Maar daarmee heb je nog geen kwaliteitsdrama.
Copper is een degelijk gemaakte, onderhoudende serie, met prima acteurs en
production values, maar niet de gesofisticeerde, filmische productie die de
makers schijnbaar voor ogen hebben gehad. Daarvoor zijn er nog te veel
televisieclichés: personages met weinig reliëf, uitleggerige dialogen,
overdadige muziek, scènes die eindigen met onnatuurlijk lange, onheilzwangere
blikken langs de camera.
Niet té veel van verwachten dus, dan is
Copper heel goed te genieten. Zeker wanneer de multiculturele gemeenschap in de
loop van de afleveringen meer tot leven komt, en de hoofdpersonages alsnog wat
vlees op de botten krijgen. De historische setting had nog wel meer mogen worden
uitgebuit, maar geeft de verhaallijnen beslist een meerwaarde.
Tot
Scorsese zijn – hopelijk meer filmische – blik op negentiende-eeuws New York op
tv brengt, is Copper een prima zoethouder.
Extra’s: diverse
achter-de-schermenfilmpjes plus een bonus-dvd met pilotafleveringen van andere
series.