Het is net een jongensboek. Dertigers Dan Futterman en Bennett Miller zijn al vrienden vanaf hun twaalfde. Futterman heeft begin 2000 in Hollywood een aardige carrière opgebouwd als acteur, al speelt hij voornamelijk bijrollen in tv-series. Miller is regisseur, en heeft slechts één film gemaakt: de documentaire The Cruise (1998).
Dan leest Futterman The Journalist and the Murderer van Janet Malcolm. De schrijfster windt zich daarin enorm op over een zekere Joe McGinniss, een journalist die de veroordeelde moordenaar Jeffrey MacDonald dankzij flemen en valse beloften zover krijgt dat hij hem zijn levensverhaal vertelt. Maar terwijl MacDonald denkt dat McGinniss zijn vriend is , maakt de journalist hem af in zijn boek Fatal Vision. 'Iedere journalist die een greintje verstand heeft en nog niet helemaal verpletterd is onder zijn eigen ego, weet dat zoiets moreel niet te verdedigen is,' briest Malcolm.
Futterman vindt het een interessant thema en moet meteen denken aan die andere, veel beroemdere schrijver die zijn onderwerp heeft misleid, Truman Capote. Eind jaren vijftig gaat Capote, dan al een beroemd auteur, naar een gehucht in Kansas waar een gezin van vier is uitgemoord.
Hij is op zoek naar het verhaal achter de moord, en wint het vertrouwen van de twee daders, Perry Smith en Dick Hickock. Capote krijgt de ingeving hun verhaal te spiegelen aan dat van het vermoorde gezin, in wat een totaal nieuwe literaire vorm moet worden: de non- fictie roman.
Die roman, In Cold Blood, komt er en wordt een wereldsucces . Maar het is niet zonder prijs. Capote belooft Smith en Hickock in beroep te gaan tegen de doodstraf die ze is opgelegd, maar begint na jaren van uitstel stiekem te verlangen naar de voltrekking van die straf. Het zou het perfecte einde van zijn boek zijn.
Het verraad jegens met name Smith, die hij in de cel regelmatig heeft gesproken (en op wie de openlijk homoseksuele schrijver misschien wel verliefd is geworden) maakt Capote kapot. Hij zou na In Cold Blood nooit meer een boek schrijven en sterft in 1984 op 59-jarige leeftijd aan de drank.
In Cold Blood werd twee keer verfilmd, maar volgens Futterman ontbrak in die films steeds het belangrijkste: Capote zelf. Hij vertelt zijn goede vriend Miller dat hij een script gaat schrijven over de periode van 1959 tot 1965, de bijna zes jaar die Capote nodig had voor In Cold Blood.
Miller hoort het geamuseerd aan, maar verwacht er niet veel van. Totdat hij de eerste versie van het script leest en weet dat dit zijn eerste speelfilm moet worden.
Wie de titelrol gaat spelen is voor de twee snel duidelijk. Dat moet Philip Seymour Hoffman worden, ook al een goede vriend, die ze op hun zestiende op een zomerkamp leerden kennen. Hoffman accepteert de rol en de rest is zogezegd geschiedenis. Capote wordt genomineerd voor vijf Oscars, waaronder een voor de debuterende scenarioschrijver Futterman, een voor de debuterende filmregisseur Miller, en een voor Hoffman, de rossige karakteracteur, die tot dan toe vooral te zien was in bijrollen en ensemblefilms.
Uiteindelijk won de film er eentje, voor Beste Acteur. In zijn emotionele dankwoord prees Hoffman zijn vrienden: 'Bennett Miller en Danny Futterman, ik hou, hou, hou van jullie.' Blaffen tot hij van het podium gehaald werd, zoals de drie in hun tienerjaren aan elkaar beloofd hadden, mocht een van hen ooit een Oscar winnen, deed de acteur echter niet.
Miller heeft gezegd dat de film er nooit gekomen was als Hoffman de rol had geweigerd. Hij heeft waarschijnlijk gelijk. Hoffman is Capote. Niet omdat hij de verwijfde maniertjes perfect kopieert, of dat iele, geknepen stemmetje, maar omdat hij ons laat voelen door welke hel Capote destijds is gegaan. Hoe hij heen en weer werd geslingerd tussen arrogantie en kwetsbaarheid, tussen waardering en eenzaamheid, en tussen de loyaliteit aan de moordenaars en de noodzaak zijn Great American Novel te schrijven.
Hoffman heeft zich maanden voorbereid op zijn rol. Zag en las alles wat er over Capote te vinden was, totdat hij hem zó goed kende dat hij hem niet meer hoefde te imiteren. Hoffmans persoonlijkheid maakte even plaats voor die van Capote. Dat was ook de reden, volgens de acteur in interviews, dat hij ook tussen de opnamen door het personage bleef. Hij vergeleek het met het lopen van een marathon: als je even stopt met rennen kost het veel kracht weer op gang te komen.
Hoffman is Capote, maar dat kon alleen dankzij regisseur Miller. Die creëerde een omgeving waarin de flamboyante Capote zijn menselijke proporties behield. Het tempo in de film ligt laag. Miller laste veel totaalshots in: van het huis van het vermoorde gezin in Kansas, de uitgestrekte graanvelden eromheen, de gevangenis waarin de moordenaars wachten op de doodstraf. Alles om de kijker te dwingen de tijd te nemen en na te denken over wat hij zojuist gezien heeft.
Want Capote's innerlijke strijd wordt niet uitgelegd. Miller wilde in zijn eerste film geen verhaal vertellen, maar de kijker zelf laten observeren. In interviews zei hij: 'Ik ben geen verhalenverteller, ik ben voyeur.'
En een heel goede, veelbelovende regisseur. Die met een opvallend volwassen en intelligente film debuteert. Volgens de regisseur zelf kon hij niet anders: 'Je kunt op twee manieren regisseur worden. Als schaamteloze opportunist die via list en bedrog anderen zover krijgt dat ze je een film laten regisseren. Voorbereiding is onbelangrijk en je debuutfilm is een low budget-horrorfilm, of zoiets. En je leert en leert en leert en uiteindelijk maak je een goede film - zeg maar de Roger Corman- manier van regisseren. Ik heb alle respect voor mensen die het op die manier leren, maar zelf vind ik het onverdraaglijk. Ik wil uit de startblokken exploderen. Ik wil meteen een film maken die de moeite waard is.'
Geen wonder dat Miller een groot liefhebber is van het werk van Stanley Kubrick en Terrence Malick, twee andere perfectionisten. Toch zegt hij zich voor Capote niet door hun films te hebben laten inspireren. Voor de sfeer van het Amerikaanse midwesten, begin jaren zestig, wendde hij zich tot boeken, fotoboeken. Naar verluidt is Miller een boekhandel binnengestapt, heeft daar álle aanwezige fotoboeken doorgekeken op zoek naar beelden voor zijn film. Hij ging uiteindelijk met een stapel van vijftig stuks de winkel uit.
Het is te hopen dat Miller zich ook voor zijn carrièreplanning niet zal laten inspireren door Kubrick en Malick, twee notoire traagfilmers. Kubrick maakte de laatste dertig jaar van zijn leven vijf hele films, en Malick kwam in die dertig jaar niet verder dan vier. Ook Millers tweede film zou nog wel even op zich kunnen laten wachten, zeker nu Capote zo'n overweldigend succes is. Het zijn immers sterke schouders die die weelde kunnen dragen. Truman Capote kon het niet , en ook voor perfectionist Miller is het afwachten.