Toen regisseur Baz Luhrman hoorde dat collega Oliver Stone bezig was met een film over Alexander de Grote besloot hij zijn eigen plannen voor een film over Alexander voorlopig maar even in de ijskast te zetten. En ook Jennifer Lopez blies een film over de Mexicaanse schilderes Frida Kahlo af toen bleek dat actrice Salma Hayek veel verder was met ook al een film over Kahlo.
Niet dat Luhrman en Lopez de competitie uit de weg gingen (had Luhrman maar een film over Alexander gemaakt, die was vast beter geworden dan die van Stone!), maar beiden waren zich maar al te zeer bewust van de aloude Hollywoodwijsheid, die zegt dat een tweede film over het zelfde onderwerp het altijd slechter doet aan de kassa.
Wie kan zich nog Milos Formans historische drama Valmont (1989 ) herinneren? Precies, niemand. Terwijl Stephen Frears' Dangerous Liaisons, dat een jaar eerder uitkwam, een internationale bioscooophit werd. En toch zijn beide films gebaseerd op de zelfde schandaalroman van Choderlos de Laclos.
Maar Liaisons kwam eerder in de bioscopen, en daarmee werd Valmont als vanzelf het ongewenste nakomertje. Het publiek redeneerde: Liaisons was een goede film, dus waarom zou iemand die nog eens willen overdoen. En vooral: waarom zouden wij daar nog eens naar moeten kijken. Dat Valmont ook een heel goede film was - Forman is de maker van oa One Flew Over the Cuckoo's Nest - deed er eigenlijk al niet meer toe.
Voor dat zelfde probleem zag ook regisseur Douglas McGrath zich geplaatst toen hij eind 2003 United Artists opbelde met de mededeling dat hij plannen had voor een film over de totstandkoming van Truman Capote's baanbrekende misdaadroman In Cold Blood. De titel: Infamous. De filmbons van United Artists vertelde dat hij dat script al op zijn bureau had liggen. Maar toen hij nog eens keek bleek dat het script voor Capote te zijn, Bennett Millers film over precies hetzelfde onderwerp.
McGrath liet zich daar echter niet door van de wijs brengen en kreeg een andere filmstudio, Warner Bros, zo gek dat die Infamous produceerde. Het resultaat is bekend. Capote was eerder klaar en was dé verrassing van 2006. De film kreeg vijf Oscarnominaties; waaronder een voor hoofdrolspeler Philip Seymour Hoffman, die uiteindelijk als enige het beeldje won. In totaal bracht de film in de VS een kleine 30 miljoen dollar op.
En Infamous? Die ging Valmont achterna. Ondanks overwegend positieve recensies - net als destijds bij Valmont - verdween de film geruisloos uit de bioscopen. Opbrengst: iets meer dan een miljoen dollar.
Bij twee films die kort na elkaar het zelfde onderwerp behandelen ontkom je niet aan vergelijkingen. Het is (soms) vernederend voor de makers om zo naast elkaar gelegd te worden, maar het is onvermijdelijk. Want hoe kan je in Infamous naar Toby Jones' vertolking van Truman Capote kijken, zonder daarbij te denken aan Hoffmans Oscar winnende creatie? Bovendien concentreren beide films zich zo sterk op de periode 1959-1965, dat je je onwillekeurig gaat afvragen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt.
En zo worden beide films in een competitie betrokken die de makers nooit gewild hebben. Filmstudio Warner Bros, die Infamous uitbrengt, schrikt overigens niet terug voor die competitie. Sterker nog, zij hopen dat mensen naar Infamous zullen gaan juist om te kijken wat die verschillen zijn.
En er zijn inderdaad verschillen. Al zijn die niet erg
groot. Vooraf nog even de overeenkomsten. Beide films volgen schrijver Truman
Capote tijdens de totstandkoming van In Cold Blood. Een moeizame totstandkoming
, want Capote ontrafelt in dat boek de waargebeurde moord op een boerengezin uit
Kansas, praat daarvoor zelfs met de moordenaars, maar kan zijn boek niet
afsluiten zolang de ter dood veroordeelde moordenaars nog in leven zijn.
Deze verhaallijn loopt door beide films. De verschillen die er tussen de films
zijn zitten in de manier waarop dat verhaal verteld wordt, de accenten die
worden aangebracht en natuurlijk in de kwaliteit van de makers.
In Capote wordt heel erg ingezoomd op Truman Capote's worsteling met aan de ene kant het boek en aan de andere kant het lot van de twee ter dood veroordeelde gevangenen . Terwijl die lijn ook belangrijk is in Infamous, trekt regisseur McGrath het in zijn film allemaal wat breder. Zo besteedt hij veel meer tijd aan de chique New -Yorkse dames met wie de openlijk homoseksuele Capote zich omringd had. De tegenstelling tussen de 'swans' in New York en de 'simpele' burgers in Kansas speelt in Infamous een veel grotere rol dan in zijn voorganger. Dat gaat ten koste van de emotionele diepgang, die Capote wel had. 1-0 voor Capote, derhalve.
Een groot verschil tussen beide films is hoe de relatie tussen de schrijver en Perry Smith, een van de twee moordenaars, is uitgewerkt. In Capote wordt wel duidelijk dat Truman een sterke band met Perry voelt, maar in Infamous valt hij als een blok voor de aanvankelijk zwijgzame en achterdochtige moordenaar. Er zitten in Infamous minstens twee nadrukkelijk erotische scènes wanneer Truman Perry in de cel bezoekt. Waarbij niet Truman - zoals in Capote - alle touwtjes in handen heeft, maar het precies andersom is. Infamous is hier veel explicieter en ook veel spannender. Puntje voor Infamous: 1-1.
Voor Infamous kon regisseur McGrath voor de bijrollen beschikken over een hele waslijst A-acteurs . We zien Sandra Bullock als jeugdvriendin en reisgenoot Nelle Harper Lee, Sigourney Weaver en Isabella Rossellini als New-Yorkse zwanen, en de nieuwe James Bond, Daniel Craig, als Perry Smith. Hoewel Craig veel beter (dreigender, erotischer, kwetsbaarder) is dan de nogal fletse Clifton Collins Jr in Capote, scoort die film in de andere rollen weer beter. Zo houden ze elkaar in evenwicht . Stand nog steeds 1-1.
Wat ons brengt bij het laatste en belangrijkste
punt: de vertolking van Truman Capote. Over de carrière bepalende rol van Philip
Seymour is al veel gezegd en geschreven. Hij wás Capote. Beroemd en onzeker,
uitdagend en humeurig, humoristisch en lachwekkend.
Infamous moet het doen
met de Engelse acteur Toby Jones, wiens grootste filmrol tot dan toe die van
Dobby de huiself was in Harry Potter and the Chamber of Secrets.
Toch is ook Jones een prima Capote. Maar hoe goed ook, hij blijft het nakomertje. Fysiek lijkt hij meer op de echte Capote. Hij is net zo klein (1 meter 62), en de lichaamslengte zal zeker een rol hebben gespeeld bij de vorming van Capote's nogal uitdagende karakter. Ook heeft Jones de verwijfde maniertjes perfect gekopieerd, net als Capote's iele, geknepen stem (in Infamous wordt zijn stemgeluid vergeleken met dat van een spruitje, als spruitjes praten konden). Maar waar Jones niet in slaagt is om ons te laten voelen door welke hel Capote destijds gegaan is.
Terwijl Hoffman, met zijn 1 meter 77, alle innerlijke tegenstrijdigheden van de man kon overbrengen, blijft Jones' Capote vooral de perfecte imitatie. Zo zag de schrijver eruit, van buiten, maar wat er van binnen allemaal in hem omging krijgen we in Infamous niet vaak genoeg te zien. Het ironische van deze kritiek is dat die zonder Hoffmans vertolking van Capote niet zou hebben bestaan. Maar nu Hoffmans Capote de toetssteen voor alle nog volgende Capote-vertolkers is geworden, kan niet anders geconcludeerd worden dan dat Jones te kort schiet. Eindstand: Capote - Infamous 2-1.