‘Ik ben vrij. Het leger heeft me vrijgelaten.’ Kassim Ouma schreeuwt het uit naar de meehollende Oegandezen, terwijl hij uit de auto hangt van de filmploeg die hem volgt. Euforisch viert hij het bezoek aan het legerhoofdkwartier, waar hij zojuist gratie heeft gekregen.

 

Ouma, ex-kindsoldaat en hoofdpersoon van Kassim The Dream, waaruit bovenstaande scène komt, deserteerde op zijn 18de uit het Oegandese leger, toen hij in de Verenigde Staten was voor een militair bokstoernooi. Zeven jaar later, in 2004, won hij de wereldtitel junior middengewicht in Las Vegas. Het was groot nieuws in Oeganda, maar Ouma kon er niet heen, omdat hem de doodstraf boven het hoofd hing wegens desertie.

Gratie
Regisseur Kief Davidson (38) schakelt de Oegandese ambassadeur in de VS in en enkele Congressleden, om te lobbyen voor Ouma’s gratie. ‘Het ging niet vanzelf, het duurde twee jaar voor ons werd verzekerd dat Kassim zonder problemen zijn vaderland kon bezoeken. Toch was Kassim in Oeganda nog doodsbang dat het leger hem zou oppakken. Vandaar die enorme opluchting. Zonder ons was hij misschien nooit gegaan: met een cameraploeg in je kielzog heb je meer zekerheid dat je niets zal overkomen.’

Ouma had zijn redenen voor dit wantrouwen. Hij is zes jaar als de rebellen van de huidige president Museveni hem en zijn medeleerlingen ontvoeren. Zwakke kinderen worden van de sterke gescheiden, en verdwijnen. Sommige kinderen moeten familieleden vermoorden om zichzelf te bewijzen.

Museveni
Ouma doodt ook veel mensen, ‘ maar alleen tijdens de gevechten’, zegt Davidson. Als Museveni in 1986 aan de macht komt, blijft de 7-jarige Kassim in het dan ‘reguliere’ leger, tot hij deserteert.

Ouma praat niet gemakkelijk over zijn verleden. ‘Eigenlijk was hij nog het meest open tijdens mijn allereerste interview, vlak nadat hij in een wedstrijd de prolongatie van zijn bokstitel had verloren. Die teleurstelling maakte hem kwetsbaar en open.’

Ouma’s opmerking, ‘martelen was leuk, omdat we kinderen waren’, komt uit dat gesprek. ‘Later zou hij dat nooit meer zo gezegd hebben.’

I love you, nigga
Wie de film ziet, gelooft het niet, maar Ouma’s bezoek aan Oeganda duurde slechts zes dagen, ‘waarvan Kassim de eerste vier niet heeft geslapen’. Geregeld kan Ouma zijn emoties niet de baas, wat hij uit door te schaduwboksen. Geestig is het als hij tijdens een persconferentie president Museveni in straattaal prijst, door ‘I love you, nigga’ over hem te zeggen – wat hem het verwijt oplevert ‘onrespectvol’ te zijn, maar wat hem wordt vergeven. Hartverscheurend is het weer als hij zich op het graf van zijn vader werpt en huilend smeekt om vergiffenis, iedereen om hem heen vergetend.

Nadat Ouma was gedeserteerd , waren soldaten hem in zijn dorp komen zoeken. Ze sloegen zijn vader tot gort, die overleed. ‘Alleen door zijn graf te bezoeken, kon Kassim in het reine komen met zijn enorme schuldgevoel.’

Donor darling
Ouma’ s verhaal belicht een schaduwzijde van de regering van Museveni, die is uitgegroeid tot donor darling en grote hoeveelheden ontwikkelingshulp ontvangt, waaronder 40 miljoen euro per jaar van Nederland. Niet alleen ontvoerden diens troepen kinderen, ze hielden hen ook later in dienst, als ‘ reguliere’ soldaten.

Davidson noemt het ‘een duister geheim, waarop Kampala liever geen aandacht vestigt’. ‘De regering geeft toe dat ze kindsoldaten gebruikte, maar ontkent kinderen te hebben ontvoerd. Van Kassim zeggen ze dat hij zich spontaan bij de rebellen heeft aangesloten – op zijn zesde! – en ze ontkennen dat soldaten verantwoordelijk zijn voor de dood van Kassims vader.’

Die ontkenning komt niet voor in Davidsons film. ‘Dat zou weer een hele nieuwe beerput hebben geopend. Ik wilde ook geen politieke film maken, maar een persoonlijk verslag over deze aimabele jongen, die ondanks zijn verleden altijd een glimlach met zich meedraagt.’