De feiten
Geboren: 20 december 1960, Bonghwa, Zuid-
Korea
Actief als: regisseur, producer, scenarioschrijver, editor
Eerste film: A-go (1996) ook wel bekend als Crocodile, internationale doorbraak
: The Isle (2000).
Prijzen: won in 2004 de Zilveren Beer in Berlijn
voor Samaria/Samaritan Girl, ontving in datzelfde jaar vier prijzen op het
filmfestival van Venetië voor Bin-Jip/3-Iron, kreeg in 2006 de Plaque op het
Chicago International Film Festival voor Shi gan/Time, won in 2003 de
publieksprijs op het San Sebastián Film Festival voor Bom yeoreum gaeul gyeoul
geurigo bom/Spring, Summer, Fall, Winter…and Spring, zijn film Soom/Breathe werd
in 2007 genomineerd voor de Gouden Palm in Cannes
Beste film
Spring, Summer, Fall, Winter…and Spring. Een prachtige, serene film die
beduidend minder gewelddadig is dan Kims andere werk. De regisseur schetst in
een bijna droomachtige setting een transformatie van jongen tot oude man. Een
van de weinige films die spiritualiteit op een lichtzinnige manier weet te
benaderen. In Spring, Summer… trekt Kim een uitgebalanceerde lijn tussen de
seizoenen, een mensenleven en het boeddhisme, waarbij zowel beeld als verhaal
met elkaar in harmonie zijn. Samen verbeelden ze op overtuigende wijze de
boeddhistische boodschap dat tijd, leeftijd en jeugd een illusie zijn. Een
plaatje van een film. Ook zien: Samaria (2004) en Address Unknown (2001).
Slechtste film
The Bow. Kims twaalfde film is niet veel meer dan
een variant op zijn vorige films. In The Bow heeft de regisseur duidelijk meer
aandacht aan de plaatjes dan aan het verhaal besteed. Dat is vooral te merken
aan het overdreven gebruik van metaforen. Zoals al Kims werk, is ook in deze
film de liefde verstikkend en allesoverheersend, en liggen onderwerpen als
gevangenschap en het lot er dik bovenop. Het resultaat is een simplistische film
waarin clichés aaneengelijmd worden met mooie beelden en vervelende muzikale
intermezzo’s.
Handelsmerk
Kim staat vooral
bekend als autodidact en veelfilmer. Hij was al 32 toen hij voor het eerst een
film zag. Vier jaar later begon hij zelf zonder enige ervaring met regisseren.
Vervolgens maakte hij binnen tien jaar twaalf films. Zijn werk is over het
algemeen controversieel omdat het vaak expliciete wreedheden bevat. Zo wordt in
zijn derde film, The Isle, een kikker levend gevild en haalt een van de
personages nare dingen met vishaakjes uit. Zelf zegt hij: 'Mijn films gaan over
mensen uit de lagere klasse, en zijn meestal vulgair en wreed. Maar ik wil uit
die wreedheid iets moois halen.' Kim maakt veel gebruik van (soms ietwat
simplistische) metaforen. De hoofdpersonages zijn meestal zwijgzame types omdat
ze niet meer kunnen, mogen of willen praten. ‘Er is in al mijn films iets wat
mijn hoofdpersonen zwaar verwond heeft,’ zegt Kim. ‘Daardoor is hun vertrouwen
in de mensheid zwaar geschaad. Ze zijn bezoedeld door mensen die dingen deden en
zeiden die ze niet meenden. En omdat dat schijnbaar kan, omdat je woorden kunt
gebruiken om dingen te zeggen die niet waar zijn, zijn mijn personages
opgehouden met praten. Nu is alles wat zij doen hun taal geworden. Het is
lichaamstaal, vaak gewelddadig, maar dat is een fysieke reactie op het trauma
dat hen is aangedaan, het is geen geweld op zich.’
Kim Ki-
duk over Kim Ki-duk
‘Ik heb vijf jaar in een marine corps gezeten
en veel meegemaakt. Doordat ik veel mensen ontmoette met verschillende
achtergronden en veel leerde over orders, geweld en ideologie, raakte ik in de
war. Ik werd streng opgeleid tegen Noord-Korea. Toen ik uit het leger ging,
opende ik geleidelijk mijn ogen voor de waarheid, en verwerkte dat in mijn films
.’
(DVD Talk, 2007)
‘Ik heb een paar jaar in verschillende
fabrieken gewerkt. Hoewel het geen geweldige banen waren, deed ik alsof het bij
mijn leven hoorde. Ik voelde geen schaamte, omdat ik dacht dat het werken in een
fabriek mijn toekomst was. Nu ik erop terugkijk, realiseer ik me dat wanneer je
een zwaar leven accepteert als de enige manier om te leven, dan wordt die
werkelijkheid dat leven.’
(Screening the Past, 2002)
‘Ik heb
twee jaar als schilder op de stranden van Montpelier in Frankrijk doorgebracht.
Ik had geen officiële exposities ofzo. Ik schilderde gewoon en stelde mijn werk
op straat ten toon. Ook heb ik wat straattentoonstellingen in München gehouden
.’
(Senses of Cinema, 2002)
‘Ik weet niets van morgen, of wat
er in de toekomst gaat gebeuren. Vandaag is de belangrijkste dag, dat is mijn
levensmotto. Ik leef van dag tot dag en doe mijn uiterste best op het moment
waarop ik nu leef.’
(Asia Pacific Arts, 2004)
‘Ik ben een
Christen. Ik ben Christelijk opgevoed, ook al ga ik niet iedere zondag naar de
kerk. Die Christelijke opvoeding is diep in mij geworteld en als ik door een
moeilijke tijd ga, gebruik ik passages uit de bijbel om te bidden.’
(
Harrylimetheme, 2004)
‘Ik heb geen mening over mezelf over of mijn
films goed of slecht zijn. Mijn films zijn een soort kiekjes van mijn diepste
gevoelens. Iets dat ik kan creëren via mijn emoties en mijn hart, en dat is de
enige manier waarop ik films kan maken. Ik ben trouwens wel milder geworden met
de jaren. Ik was erg boos toen ik mijn eerste film maakte. Nu ben ik meer
geïnteresseerd in het begrijpen van mensen, en de redenen die hen bewegen te
doen wat ze doen. En ze uiteindelijk te vergeven. Dit kan tot wat enge thema’s
leiden. Maar dat is onvermijdelijk als je je in de menselijke ziel verdiept.’
(cinemateket, 2005)
‘Ik geloof dat ik nog steeds een beetje
amateuristisch ben, maar ik houd van eerlijke beelden. Ik ben niet goed in
scѐnes met slimme camerabewegingen of mooie belichting. Ook heb ik weinig talent
voor het creëren van weelderige scènes of het leggen van nadruk op de
bewegingen van de acteurs. Ik kan slechts overweg met de basisfuncties van de
camera en audioapparatuur.’
(The Hollywood Reporter, 2005)
‘In
het verleden werd ik wel eens in elkaar geslagen door jongere kinderen die
groter en sterker waren dan ik. Ik kon mezelf niet verdedigen. Ook bij de marine
werd ik zonder enige reden in elkaar geslagen door soldaten met een hogere rang
. Terwijl al deze gebeurtenissen probeerde te verwerken vroeg ik mezelf af,
waarom moet ik dit meemaken? Deze en andere vragen bleef ik mezelf afvragen
totdat ik regisseur werd. Nu kan ik mijn gedachten en gevoelens uiten.’
(
Senses of Cinema, 2002)
Pas op zijn 32ste ziet hij voor het eerst een film. Zestien jaar later heeft de Zuid-Koreaanse regisseur Kim Ki-duk veertien producties achter zijn naam staan. Vorig jaar werd zijn drama Breath genomineerd voor een Gouden Palm op het festival van Cannes. Deze film, over een huisvrouw die wraak neemt op haar man door een relatie te beginnen met een ter dood veroordeelde gevangene, is vanaf donderdag in de bioscoop te zien. In de rubriek Op Scherp een portret van deze marinier die zichzelf leerde regisseren. ‘Ik geloof dat ik nog steeds een beetje amateuristisch ben.’