Gisteravond bleek tijdens de slotceremonie zowel de jury van de eigen
festivalprijs de Black Tulip als die van de Méliès een Spaanse winnaar te hebben
aangewezen, respectievelijk Timecrimes (Los Cronocrímenes) en King of the Hill
(El Rey de la Montaña). Zelfs de door de Méliès-jury uitverkoren Nederlandse
korte film De Overkant was niet gevrijwaard van Iberische invloed: regisseur
Iván López Núñez studeerde weliswaar aan de Nederlandse Filmacademie, zijn wieg
stond in Spanje. Last but not least is de Spaanse productie [REC] vrijwel zeker
van publieksprijs de Silver Scream Award.
Het was ook de avond van
de opvallende bedankjes. López Núñez bekende dat hij zijn film zelf niet had
durven aanmelden in de veronderstelling dat het AFFF een paar maatjes te groot
voor hem was. Geen wonder dat hij de bij zijn bekroning behorende oorkonde met
tranen in de ogen boven het hoofd hief. Regisseur Gonzalo López-Gallego van King
of the Hill was persoonlijk aanwezig om zijn Méliès in ontvangst te nemen, maar
zijn collega Nacho Vigalondo van Timecrirmes stuurde vanuit zijn bed (!) een
Quicktime-filmpje. Losjes inhakend op het thema van zijn film over de
verwarrende gevolgen van tijdreizen, gaf Vigalondo van onder de lakens te kennen
dat hij zich graag naar Amsterdam had laten teleporteren of een week in de tijd
terug had willen reizen om het hele festival mee te maken. ‘This is a dream,
man. Timecrimes needs this kind of help’, liet hij later nog per e-mail weten.
Kijk, daar doe je het voor.
Spanje was soeverein dit jaar en in
plaats van een tweede Tachtigjarige Oorlog te beginnen, zouden wij Nederlanders
ons beter eens achter de oren kunnen krabben. Waarom zij wel en wij niet? Wie de
winnaars heeft gezien, weet dat het in ieder geval niets met geld heeft te
maken.
Phil van Tongeren
AFFF-directeur Phil van Tongeren en programmeurs Jan Doense, Barend de Voogd en Roel haanen houden voor Cinema.nl dagelijks een weblog bij.
(Aflevering 12, zondag 20 april)
(Aflevering 11, zaterdag 19 april)
Behalve de publieksprijs, worden ook de winnaars van de Black Tulip-award en
de Zilveren Méliès bekendgemaakt. Let op die uitslag, want de nummers één, twee
en drie in de drie competities worden zondag opnieuw gedraaid. Een herkansing
voor wie het mooiste én het gruwelijkste van het AFFF gemist heeft.
In oktober wordt in Sitges, Spanje, bekend wie de Gouden Méliès krijgt. De
hoofdprijs van de Europese Federatie van Fantastische Filmfestivals, waarvan het
AFFF deel uitmaakt, is vernoemd naar George Méliès. De Franse theaterman
pionierde eind negentiende eeuw met filmtrucage en werd beroemd met filmpjes als
Le Voyage dans la Lune. De allereerste vampierfilm, Le Manoir du Diable (1896)
staat ook op zijn naam. Poef! Opeens verscheen er uit het niets een vampier of
skelet! Heerlijk. Tegenwoordig staat filmmakers computer generated images en een
speelduur van negentig minuten ter beschikking, maar wie zijn publiek verrast
met speciale effecten en fantastische onderwerpen, zal altijd een nazaat blijven
van de oude Franse goochelaar.
Want dat is het toch: we willen het
onmogelijke zien. Niet voor niets was Bad Biology gister totaal uitverkocht. De
nieuwste van Frank Henenlotter beloofde vooraf een vrouw met zeven clitorissen
en een al even gedeformeerde jongeman. Poef! Opeens was daar gisteravond de
hilarisch slecht gemaakte monsterpenis! De zaal vermaakte zich opperbest. We
laten op het AFFF graag af en toe een slimme of smaakvol artsy film zien, maar
soms zijn we ook zoals George M. of die schreeuwlelijk op de kermis: Komt dat
zien! Zondag draait Bad Biology opnieuw. Komt dat zien!
Barend de
Voogd
(Aflevering 10, vrijdag 18 april)
Soms wil een distributeur geen derde vertoning toestaan ‘vanwege slijtage van de filmprint’ of beslist men dat één festivalvertoning per land genoeg is. En soms lukt het domweg niet om contact te krijgen. Helaas, want wat had ik graag die Peruaanse film gezien over een Incavloek die incestplegers in lama’s verandert!
De programmeurs mailden en belden dit jaar naar alle werelddelen, uitgezonderd Afrika en de poolgebieden. In mijn geval voerde het avontuur naar landen als Korea, Thailand en Japan. Een fikse taalbarrière en enkele tijdszones scheiden ons, dus de blijdschap is groot wanneer het lukt exotische parels als 5 Centimeters per Second, Dororo, Black House en Machinegirl binnen te slepen.
Nog een discussie die men gister in de hal
van het festival kon horen, betrof de Nederlandse bioscooprelease van [Rec]. De
adembenemende zombie-uitbraak in een appartement in Barcelona is deze week met 1
(één) print wel zeer voorzichtig van start gegaan. Hopelijk gaat dat nog
veranderen. Vreest men dat een Spaanse titel het bioscooppubliek zal afschrikken
? Klopt!
Kijk maar op dit YouTubefilmpje, waarna u meteen begrijpt waarom de
film op dit moment favoriet is voor de AFFF-publieksprijs. Zondag heeft u
waarschijnlijk nog een kans om [Rec] op het AFFF te zien, daarna is het hopen
dat een avontuurlijke distributeur het virus verder verspreidt.
Barend de Voogd
(Aflevering 9, donderdag 17 april)
De smaak van het publiek. Daar wilde ik het over hebben. Want Goldmans
uitspraak is net zo goed van toepassing op het AFFF. Elk jaar proberen de
festivalprogrammeurs te gokken welke films in de smaak zullen vallen. En u raadt
het al: vaak zitten we ernaast. Is dat erg? Helemaal niet. Het publiek heeft
ons de afgelopen jaren juist vaak verrast door films te omarmen waarvan wij dat
nooit hadden durven dromen.
Strafste voorbeeld dit jaar: The Man from
Earth. Een SF-film met pratende hoofden in plaats van special effects, die zal
wel ergens onderaan eindigen, toch? Nee dus. De film kreeg na de eerste
screening een dikke acht.
Andere films scoren weer verrassend slecht.
Return in Red, een stiekeme favoriet van Phil en ondergetekende, bungelt ergens
onderaan. Hadden wij het dan zo slecht gezien? Of het publiek? Nou, dat laatste
. Ik zat in de zaal toen de film voor het eerst vertoond werd en schrok ervan
hoe belabberd de film er op het grote doek uitzag. Return in Red werd op 16 mm
gedraaid, wat een grove korrel en fletse kleuren oplevert. Op dvd zag dat er
prima uit, maar geprojecteerd vanaf een betacam leek het alsof je door een leeg
jampotje keek. Een bezoeker vroeg me gekscherend of het soms een livestream van
internet was. Dus inderdaad: het publiek heeft de film slecht gezien. Maar in
hoeverre dat de waardering heeft beïnvloed, durf ik niet te zeggen. Zoals ik al
zei: ook bij het AFFF weten we niks.
Roel Haanen
(Aflevering 8, woensdag 16 april)
Zo ben ik altijd van mening geweest dat de nieuwe Romero, Carpenter of
Argento op het festival moet draaien, ongeacht wat de programmeurs ervan vinden
. Want zelfs als de nieuwe film van een oude held zwaar tegenvalt, dan willen de
fans dat toch graag even zelf vaststellen. En waar kan dat beter dan op het
AFFF?
Dat vond ik dus. Tot ik Mother of Tears: The Third Mother zag. Dat
Dario Argento’s sluitstuk van zijn heksentrilogie zou tegenvallen, kwam niet als
een verrassing. Argento levert al jaren middelmatig werk af, dus niemand zal de
hoop hebben gekoesterd dat Mother of Tears het zou halen bij de voorgangers
Suspiria (1977) en Inferno (1980). Ik al helemaal niet. Maar zelfs met hele lage
verwachtingen schrok ik van The Third Mother, waar de visueel spectaculaire set
-pieces die zijn oude werk kenmerken ten enen male ontbreken. Bij de scène
waarin een vrouw gewurgd wordt met haar eigen ingewanden, bekroop me de gedachte
dat Argento steeds meer begint te lijken op de Italiaanse prutsers waar hij
zich dertig jaar geleden nog in positieve zin van onderscheidde.
Moesten
we dit anno 2008 nog op het AFFF draaien? Was mijn stelling dat elke nieuwe film
van een oude held zonder meer een plekje verdient op het AFFF nog wel houdbaar
?
Ja dus. Na de eerste voorstelling afgelopen weekend werd The Third
Mother tot mijn stomme verbazing door het publiek gewaardeerd met een voldoende
. Over de onvoorspelbare smaak van het festivalpubliek volgende keer meer in dit
weblog. Voor nu antwoord op de vraag boven dit stukje: oude helden... maar hoe
lang nog? Nog heel lang, geloof ik.
Roel Haanen
(Aflevering 7, dinsdag 15 april)
Behalve anekdotes over successen, tegenslagen en Steven Seagal, gunde hij ons
de trailerpremière van zijn nieuwste film. The Lost Tribe wordt misschien geen
klassieker, maar Reinés doorzettingsvermogen en no nonsens houding dwingen
bewondering af. Met zijn camera, hangend aan een kabel boven de jungle van Costa
Rica: ‘Je moet gewoon je guts volgen.’
De guts van Stephen Rea, konden we
gisteravond zien liggen op de auto van een jonge verpleegster. Doorrijden na
een aanrijding is onverstandig, maar helemaal af te raden wanneer het
slachtoffer zwaargewond in de voorruit is blijven steken. In Stuck bouwt Stuart
Gordon een klein krantenbericht uit tot een uiterst pijnlijke ervaring.
Gisteravond, toen we na afloop de stembriefjes telden, ontpopte zich een
discussie over Gordons sombere mensbeeld, waartegen alleen zijn sardonische
humor gewapend lijkt te zijn. Steven Seagal en een filosofische discussie over
het gebrek aan empathie in de mens – in één festival!
De stemmen die we
telden, waren die voor de verrassingsfilm. Ik kan het nu onthullen: P2 van
Franck Khalfoun. Een jonge zakenvrouw raakt op kerstavond ingesloten in een
kantoorgebouw. Beneden, in de ondergrondse parkeergarage wacht haar een akelige
aanbidder… Een degelijke en spannende psychopatenfilm; het publiek leek slechts
gematigd positief. Het scenario van P2 werd trouwens geschreven door Alexandre
Aja en Grégory Levasseur. Twee Fransmannen die, na het succes van Ils/Them, óók
naar Hollywood trokken voor de remake van The Eye. Ook hier: hoge en niet geheel
ingeloste verwachtingen. Het laveren tussen de eisen van studio’s, filmsterren
en de eigen wensen blijft een kunst op zich. Stuart Gordon ontpopt zich zo
langzamerhand tot een herkenbare ‘auteur’. Reiné leert met vallen en opstaan en
vertelde ons er gister alles over: ‘Je moet gewoon je…’ Precies.
Barend de Voogd
(Aflevering 6, maandag 14 april)
Om de vraag Who needs Hollywood? te beantwoorden schoven aan bij Hans de
Amerikaanse producent Michel Bayan (One Day Like Rain) en de Nederlandse
filmmakers Paul Ruven (auteur van de bestseller Het Geheim van Hollywood) en
Roel Reiné (maker van Pistol Whipped, volgens recensies de beste Steven
Seagalfilm sinds acht jaar). Voor een uitgebreid verslag ontbreekt hier de
ruimte, maar opvallend was dat ik in toenemende mate het gevoel kreeg dat je als
weldenkend filmmaker juist zover mogelijk moet zien wég te blijven van
Hollywood. Als regisseur heb je helemaal niks te melden. Je staat namelijk in
dienst van a) de financiers, b) de sterren en c) de scenarioschrijvers. Enige
uitzondering, zo merkte Michel op, is als je volkomen independent in de marge
opereert. Een ander lichtpuntje bespeurde ik toen Roel verrassend genoeg
opmerkte dat het maken van films in Hollywood stukken goedkoper is dan hier.
Voor de 7 miljoen euro die Brief voor de Koning kost maak je in Hollywood een
film met Michelle Pfeiffer en Al Pacino. En dat heeft meer te maken met de
enorme concurrentie aldaar dan met de lage dollarkoers. Ook schijnt het echte
Hollywoodgeld tetgenwoordig uit Duitsland te komen, maar dat is weer een ander
verhaal.
Vandaag belooft Roel Reiné in zijn masterclass helemaal een
boekje open te doen over wat er zoal speelt achter de schermen in Hollywood.
Alle opnameapparatuur strikt verboden!
Jan Doense
(Aflevering 5, zondag 13 april)
Voor Phil was het de eerste keer dat hij de brullende meute welkom mocht
heten en hij sloeg zich er manhaftig doorheen. Van de Q&A met de makers van de
winnende korte film uit de [REC]-wedstrijd was geen woord te verstaan, maar
vreemd genoeg was toch duidelijk dat het publiek er sympathiek tegenover stond.
Aan het eind van de eerste pauze mocht ik de jaarlijkse Scream Queen
Contest presenteren, waarvoor de moedigste dames uit het publiek gevraagd werd
zich vocaal uit te leven op het thema ‘schrikken, schreeuwen, sterven’. De jury
, bestaande uit Manfred ter Burg (conceptbedenker), Michel Bayan (co-producent
van One Day Like Rain) en Ken Marshall (producent van The Cottage). koos unaniem
voor Jantien de Geest, die met een fijne goodie bag naar huis ging.
Traditiegetrouw vinden de bezoekers van de NoT de films hééééélemaal niks.
Niettemin was het tijdens [REC] en Hatchet regelmatig behoorlijk stil, hetgeen
doorgaans op het tegendeel duidt. Ik ben na het begin van À l’Intérieur
afgehaakt om dit weblog te kunnen schrijven, maar heb mijn spionnen gevraagd om
op te letten hoe het hardcore horrorpubliek reageert wanneer Béatrice Dalle met
een enorme kledingschaar de hoogzwangere buik van haar tegenspeelster begint
open te knippen. Daar ben ik dan toch wel even benieuwd naar.
Als de
planning een beetje klopt loopt The Rage rond 8 uur ’s ochtends uit, waarna de
schoonmakers met man en macht aan het werk gaan om Tuschinski 1 twee uur later
helemaal spic & span op te leveren voor een speciale voorstelling. Of dat
allemaal gelukt is laat ik morgen nog even weten.
Jan Doense
(Aflevering 4, zaterdag 12 april)
Ik had me zeer verheugd op mijn eerste openingsavond in de luwte en het was
zelfs de eerste keer dat ik vóór aanvang iets gegeten heb. Kun je nagaan hoe
relaxed ik was. Men had voor mij een mooie plaats gereserveerd in een van de
loges, maar het leek me toch leuker om ergens helemaal vooraan te zitten. Toen
Phil me het podium opvroeg en ik een waanzinnig kunstwerk van Peter Pontiac,
Erik Kriek, Typex en Paul van Fessem aangeboden kreeg was ik al perplex, maar
toen onze wethouder Carolien Gehrels het podium betrad begon ik echt nattigheid
te voelen.
Om even een paar veel gestelde vragen te beantwoorden:
1. Nee, ik wist echt van niks.
2. Nee, ik hoef nu niet met ‘u’ of ‘ridder
’ te worden aangesproken.
3. De versierselen mogen alleen gedragen worden
op de dag van ontvangst en bij protocollair vastgestelde gelegenheden.
4.
Ik heb de onderscheiding opgedragen aan mijn vader omdat hij er tot op heden,
ondanks de nodige inspanningen buiten hem om, geen mocht ontvangen terwijl ik
vind dat hij die wel dubbel en dwars verdiend heeft. Mijn ouders zaten overigens
allebei in de zaal.
In plaats van een avond op de achtergrond werd
het dus de meest legendarische openingsavond ooit, helemaal door het mooie
compliment van Tim Burton.
O ja: Carolien Gehrels refereerde aan een
Career Achievement Award voor Peter Jackson en in het Engelstalige The Times
staat deze week dat hij die in 2004 zou hebben ontvangen. Dat is onjuist. In
2004 wijdde het AFFF weliswaar een retrospectief aan Jackson en was het
inderdaad de bedoeling dat hij de award zou ontvangen, maar dat is er helaas
niet van gekomen. Wel won hij in 1993 de Silver Scream Award voor Braindead. Zo
, dan is dat ook weer rechtgezet. En nu op naar de Night of Terror!
Jan Doense
(Aflevering 3, vrijdag 11 april)
Het publiek, dat trouwens opvallend relevante vragen stelt, inclusief dat
jochie van een jaar of 11, schiet unaniem in de lach. Het is het ongedwongen
besluit van het ongedwongen festivalbezoek van een man die dan al minstens
duizend handtekeningen heeft gezet op filmstills, dvd-hoesjes, posters en in
boeken, en zijn warrige haardos 346 maal gewillig tegen het hoofd van een
onbekende fan heeft gevleid ten behoeve van een snapshot.
Burton hebben we
inmiddels uitgeleide gedaan, maar Michel Bayan blijft nog even. Met Michel
bevinden we ons aan de andere kant van het spectrum: een onbekende producent van
een (nog) onbekende film, One Day Like Rain. Met een score van 6,16 op een
schaal van 10 bungelt deze vooralsnog onderaan de populariteitspoll, maar Michel
is er juist trots op dat de tweede lange film van zijn vriend Paul Todisco
uiteenlopende reacties oproept. ‘De stemming is meestal 50/50, en dan ben ik al
gelukkig.’
Michel is een soort gelegenheidproducent die zich met zijn
eigen bedrijf op het internet gaat storten. Zijn strategie is om korte episodes
van een film online te vertonen en met de bezoekersaantallen vervolgens
adverteerders binnen te halen. Het is de toekomst, volgens Michel en zijn
enthousiasme is aanstekelijk. Tot je je realiseert dat je een filmfestival als
het onze dan wel kunt opdoeken. In de gaten houden, die Michel, en niet alleen
vanwege zijn prettig gestoorde film.
Phil van Tongeren
(Aflevering 2, donderdag 10 april)
En dat Burton en aanhang (vijf stuks) met twee chauffeurs en twee begeleiders
in twee festivalauto’s worden gepropt – ook geen probleem. Bij mijn vuurdoop
als festivaldirecteur had ik het slechter kunnen treffen. Wanneer de regisseur
die avond op het podium van Tuschinski verschijnt om zijn prijs in ontvangst te
nemen, verwijst hij in zijn dankwoord naar mijn voorganger Jan Doense, die even
te voren een ridderorde kreeg opgespeld van de Amsterdamse wethouder van Kunst
& Cultuur. ‘Toch wel bijzonder dat je in dit land geridderd kan worden door 20
jaar horrorfilms te vertonen.’
Een bescheiden en genereus man dus,
Tim Burton, en trouwens lang niet zo introvert als ik had verwacht. Dat belooft
veel goeds voor het publieke interview van vanmiddag. Dat we daarvoor niet naar
een grote zaal zijn uitgeweken, terwijl de belangstelling vele malen groter is
dan we op de gekozen locatie aankunnen, is eigenlijk wel prima. Zo blijft de
afstand tussen het publiek en de regisseur beperkt en de sfeer intiem.
Morgen leest u hier meer over de apotheose van Circus Burton.
Phil
van Tongeren
(Aflevering 1, woensdag 9 april)
Toch voel ik me niet meer dan een radertje in het grote geheel. Zelfs toen ik
twintig jaar geleden in een bandje zat en vooraan op het podium van Pinkpop een
keel mocht opzetten, voelde ik me al niet geroepen een onuitwisbare indruk te
maken op de mensheid. Het is heel simpel: wat telt is wat je doet, niet wie je
bent. Tegelwijsheid nummer 1. U heeft er de komende dagen nog een paar tegoed.
Op de een of andere manier heb ik de indruk dat onze eregast Tim Burton er net
zo over denkt. Alleen al het feit dat hij zich verwaardigt naar dat petieterige
landje aan de zee af te dalen, waar de glamour van Cannes en Venetië toch echt
ver te zoeken is. Zo’n man zal straks vast niet eisen dat zijn hotelsuite geheel
roze wordt overgeschilderd – wat de inmiddels vergeten Hollywooddiva Demi Moore
ooit schijnt te hebben verordonneerd. Zo’n man verdwijnt het liefst achter zijn
oeuvre.
Nee, Tim Burton komt alleen naar Amsterdam om mij, om ons,
om u, een plezier te doen. En als hij en ik straks samen op het podium staan en
de career achievement award van mijn handen in de zijne overgaat, weet ik zeker
dat ik weer dat Pinkpopmoment beleef, en hij iets vergelijkbaars. Weet ik zeker
. Of ik gelijk heb en die hotelsuite niet toch van kleur zal verschieten, leest
u morgen.
Phil van Tongeren