Eén van de beroemdste scènes uit de filmgeschiedenis: de introductie van de woestijnkrijger Sherif Ali in Lawrence of Arabia (1962). Lawrence en de bedoeïen Tafas drinken uit een waterput in de woestijn. Dan verschijnt er aan de horizon, bijna als een luchtspiegeling, een zwarte stip. De camera blijft gericht op de stip, die langzaam groter wordt. Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat de zwarte stip herkenbaar wordt. Het blijkt een in zwarte kleren gehulde krijger (Ali), die komt aangalopperen op zijn kameel met zijn geweer in de aanslag. Tafas pakt snel zijn pistool maar wordt, van grote afstand, door zijn hoofd geschoten. Dan lijkt het weer eindeloos te duren voordat Ali bij Lawrence is aangekomen en de confrontatie tussen de twee kan beginnen.
Wat de scène klassiek maakt is de uitgestelde confrontatie. Regisseur David Lean rekte in zijn films de spanning in een scène graag zo lang mogelijk op. En hij was bereid ver te gaan. Zelf beweerde hij altijd dat hij zijn publiek ‘tot aan de rand van de verveling’ wilde voeren. Dat kan slecht uitpakken, want voor je het weet heb je de kijker over die rand geduwd en ben je hem kwijt. Lukt het wel, dan schrijf je filmgeschiedenis.
Zoals ook regisseur Sergio Leone deed met de openingsscène van zijn spaghetti-western Once Upon a Time in the West (1968). Drie huurmoordenaars wachten in een verlaten treinstation op de komst van het beoogde slachtoffer. Minutenlang gebeurt er niets. Water druppelt op een hoed, een vlieg wordt in de loop van een pistool gevangen en weer vrijgelaten. En dan verschijnt het doelwit, de Man met de Harmonica. Even later zijn de drie boeven dood.
Quentin Tarantino’s Tweede Wereldoorlogssprookje Inglourious Basterds wemelt van scènes die het geduld van de kijker tot het uiterste oprekken, maar dankzij de virtuositeit van de maker nooit gaan vervelen.
Waarom deze duik in de filmgeschiedenis? Omdat Quentin Tarantino’s WO II-sprookje Inglourious Basterds wemelt van dergelijke scènes. Scènes die net als bovenstaande voorbeelden het geduld van de kijker tot het uiterste oprekken, maar dankzij de virtuositeit van de maker nooit gaan vervelen. Het uitstellen verhoogt de spanning alleen maar en vergroot het genot.
Neem de instant klassieke openingscène, waarin de Duitse SS-kolonel Landa wordt geïntroduceerd. Landa, bijgenaamd De Jodenjager, bezoekt een afgelegen boerderij in Frankrijk, waar vermoedelijk joodse onderduikers zitten. In een twintig (!) minuten lange scène confronteert Landa de boer met zijn vermoeden. Het is een prachtig kat-en- muis-spel, dat druipt van de spanning en waarin de verwachtingen van de kijker constant moeten worden bijgesteld.
Waar de spanning in Lawrence of Arabia en Once Upon a Time in the West vooral visueel wordt vasthouden, vertrouwt Tarantino op zijn weergaloze gebruik van dialogen. En die zijn inderdaad weer weergaloos. Niet altijd even noodzakelijk voor de plot, maar dat was de beroemde monoloog over de betekenis van de Madonna-hit Like a Virgin (in Tarantino’s debuutfilm Reservoir Dogs, 1992) ook niet. Of de verhandeling over patat met mayonaise in Pulp Fiction, of ‘The Sicilian speech’ in het door Tarantino geschreven True Romance. Etcetera, etcetera.
Tarantino, met zijn nadruk op dialogen en niet op actie of plot, is eigenlijk een heel on-Amerikaanse filmmaker. Dat vindt hij zelf ook, vandaar dat hij Inglourious Basterds per se op het filmfestival van Cannes aan de wereld wilde voorstellen. Cannes, waar de filmmaker en niet de ster centraal staat; Cannes, het ‘Cinema Nirvana’, aldus Tarantino op de persconferentie, ‘waar cinema er nog toe doet. Zelfs als de mensen boe roepen, of zich ergeren aan een film, want dat is uit passie. Ik ben geen Amerikaanse filmmaker, ik maak films voor de planeet aarde! En Cannes belichaamt dat.’
Die internationale kijk op cinema vind je ook terug in de casting. Duitse rollen worden gespeeld door Duitse acteurs. Franse rollen door Franse acteurs. En iedereen spreekt zijn eigen taal, zodat de film niet wordt verpest door Amerikaanse acteurs die spreken met een vet Duits of Frans accent. Taal, voor Tarantino sowieso al belangrijk, speelt zelfs meerdere malen een bepalende rol in de film.
Zo spreekt SS-kolonel Landa maar liefst vier talen: Duits, Frans, Engels en Italiaans. En niet op vakantie-niveau , maar vlekkeloos. Het schijnt dat Leonardo DiCaprio zich nog heeft aangemeld voor de rol van Landa, maar Tarantino heeft daarvoor – goddank – bedankt. Hij wilde per se een Duitse acteur voor die rol, maar hoe vind je een Duitser die ook nog eens hele stukken tekst accentloos Frans, Duits en Engels spreekt?
Lang leek het erop dat het niet zou lukken. Maar twee dagen voordat de opnamen zouden beginnen – Tarantino wilde het hele project al bijna afblazen – werd dan toch acteur Christoph Waltz gevonden. Een godsgeschenk, want Landa, even flemerig als villein, is de ware ster van de film, die eigenlijk geen echte hoofdrollen kent . Waltz kreeg in Cannes de prijs voor beste acteur en zou wel eens de eerste acteur in een film van Tarantino kunnen zijn die met een Oscar naar huis gaat.
Als je de – misleidende – trailer ziet, zou je kunnen denken dat Brad Pitt de hoofdrol speelt in Inglourious Basterds. Hij is Aldo Raine, de leider van een groepje joodse Amerikanen, de Basterds uit de titel, die in het door nazi’s bezette Frankrijk slachtpartijen onder de Duitse soldaten aanrichten . Raine is voor eenzoveelste deel Apache, wat zou moeten verklaren waarom hij van elk van zijn manschappen 100 scalps van Duitse soldaten verwacht. Scalperingen die we ook daadwerkelijk te zien krijgen, want Tarantino heeft goed begrepen dat als je het geduld van de kijker op de proef stelt met ellenlange dialogen, er af en toe ook iets moet gebeuren. De actie in de film mag dan spaarzaam zijn, áls er iets gebeurt maakt dat gelijk een enorme en onuitwisbare indruk.
De structuur van de film is, gezien Tarantino’s eerdere films, opvallend simpel. In de eerste drie (van in totaal vijf) ‘hoofdstukken’ worden personages geïntroduceerd, die aan het eind allemaal samenkomen in een Parijse bioscoop waar de hele nazi-top, inclusief Der Führer, zich verzameld heeft.
Joods-Amerikaanse soldaten die huishouden onder nazi- soldaten. In Defiance, dat enkele maanden geleden uitkwam, werd al gewezen op joods verzet in de Tweede Wereldoorlog, maar Inglourious Basterds is niet op feiten gebaseerd en Tarantino laat daar geen twijfel over bestaan. De allereerste tekst die in beeld verschijnt is ‘Once upon a time… in Nazi-occupied France.’ Er was eens… Een sprookje, derhalve. Wat de regisseur een vrijbrief geeft om met de geschiedenis aan de haal te gaan.
Ondanks Tarantino’s openlijke liefdesverklaring aan Cannes werd de film daar door de verzamelde pers niet onverdeeld positief ontvangen. Te weinig oorlog, te weinig Pitt, en vooral te veel dialogen, was de kritiek. Eén recensent noemde het een film ‘over tafels’, aangezien hele stukken van de film zich afspelen rond een tafel. Dat moet iemand geweest zijn die over de rand van de verveling werd geduwd, want ik heb geen tafel gezien.
Daags na de gemengde ontvangst van de film in Cannes ging het gerucht dat producer Harvey Weinstein Tarantino onder druk zette om 40 minuten uit zijn 148 minuten tellende film te halen. Onzin, reageerde de producer, op de van hem bekende, subtiele wijze: ‘There is no fucking way! Geloof me, dat is belachelijk . Schrijf dat alsjeblieft niet op, want het is pertinent niet waar. Er is zelfs nooit sprake van geweest. Ik weet niet hoe jullie aan die wijsheid komen, maar dat zal een of andere debiele blogger wel hebben opgeschreven. Er klopt niets van. Tarantino gaat geen scènes schrappen. Wat hij wel gaat doen is sommige scènes nog eens goed bekijken. Vergeet niet, hij had maar zes weken de tijd om de film op tijd af te krijgen voor Cannes, terwijl de meeste regisseurs daar zes maanden voor uittrekken.’ Tarantino bekeek de Cannes-versie nog een goed, en haalde geen 40 minuten uit de film, sterker nog, hij voegde er drie toe, zodat de versie die vanaf 23 augustus in de Nederlandse bioscopen draait 151 minuten lang is. En dat is precies goed zo.