Mijn vliegtuig vertrok pas in de avond van Salt Lake City dus ik besloot om
te proberen naar de top van The Mountain te klimmen. Overal in het resort hingen
waarschuwingen over beren en mountain lions en ik wilde die beestjes
nu wel eens zien. De berg was veel hoger dan ik dacht en na vier uur was ik nog
steeds niet boven. En in plaats van beren te zien of te worden besprongen door
een bergleeuw, werd ik aangevallen door een kwartel. Ook goed. Toen ik op een
besneeuwde helling stuitte en bijna de diepte in gleed, besloot ik om om te
keren. Dit werd weer eens te link. Ik was op.
Benh en ik waren ‘the
last fellows standing’. Iedereen was vertrokken en wij zaten met zijn tweeën in
de screening room, het centrale houten gebouwtje, toen hij opeens naar buiten
keek. 'There’s big Bob R.' Ik keek om en daar liep hij met Michelle over het
gras. Zijn geblondeerde haar kwam nog net onder zijn blauwe skimuts vandaan.
Zijn ogen verscholen achter een donkere bril. Lichtblauwe bloes. Onder zijn
spijkerbroek twee lichtbruine cowboylaarzen. Hij zag er veel steviger en jonger
uit dan op de foto’s op Google. Wat een stoere kerel. Ik rende als een bezeten
Paparazzo naar mijn tas, greep mijn camera en kon nog net een foto nemen terwijl
hij afscheid nam van Michelle. Daarna verdween hij in zijn eentje het bos in.
Benh, die twee weken gelden zijn enige afspraak met Bob had afgezegd omdat hij
de opname van zijn scène moest voorbereiden, glimlachte.
Ik zit nu
in het vliegtuig naar Seattle, op weg naar mijn vriendin. De herinneringen
zweven rond in mijn vermoeide hoofd. De Mustang, de zoutvlakte, Benh en Lucy, a
white guy with a guilty conscience, Walter Bernstein, Woody Allen, de ogen van
Susannah Grant. Mijn tas zit vol met Sundance zeepjes en hoodies. Verkopen
kunnen ze goed, de Amerikanen. Maar het Sundance Lab, zo heb ik nu zelf gezien,
dankt zijn reputatie niet alleen aan goede marketing en een selectie van de
beste kandidaten. Het is gewoon een enorm goede workshop, een vliegende start
voor het maken van een film. En het is nog niet afgelopen. 'We will call you, we
will bug you, we will help you and introduce you to the right people until your
film is made. Even when you feel down and out and have given up all hope,'
vertelde Alesia ons gisterenavond. Amen.
Zoals ik al zei doet het
lab helaas bijna geen Europese projecten. Nederlandse scenaristen kunnen hun
werk volgens Alesia het beste opsturen naar de Sundance/NHK script award. Of nog
veel beter, naar het Binger Filmblab, waar ik zelf aan de eerste versie van
mijn scenario heb gewerkt. Binger kan zich zeker meten met Sundance en over de
afgelopen jaren zijn al drie deelnemers van Binger doorgegaan naar Sundance.
Voordat ik mijn macbook dichtklap: mijn foto’s van het lab staan op
Flickr. Voor diegenen die benieuwd zijn naar mijn eerste speelfilm
Nu.; eind deze zomer verschijnt de film op dvd bij
Cinema Delicatessen. De verdere ontwikkeling van Land. kun
je volgen op www.propellorfilm.
com.
Peace out.
Na jarenlang werkzaam te zijn geweest als investment banker besloot Jan-Willem van Ewijk (1970) dat het tijd was voor een nieuwe carrière als filmmaker. Dat leverde al een speelfilm op (Nu., 2006) en een uitnodiging van Robert Redfords Sundance Institute. Van Ewijk mag tijdens het prestigieuze Sundance Screenwriters Lab – met hulp van ervaren filmprofessionals – het scenario voor zijn tweede speelfilm verder ontwikkelen. Het vijfdaagse Lab begon 21 juni, en speciaal voor Cinema.nl hield Jan-Willem een blog bij van zijn belevenissen in Utah.
<img src=http://www.cinema.nl/images/rendered/5019753_articleimagewide-round.jpg>
Aflevering 10, 27 juni
Aflevering 9, 26 juni
Gisterenavond bleek ook nog eens dat hij in de tijd van de Amerikaanse jacht
op communisten op de blacklist stond en jaren alleen televisiescenario’
s kon publiceren via zogenaamde Fronts, personen die deden alsof zij de
schrijvers van deze scenario’s waren. Bernsteins beroemdste film heet dan ook
The Front, waarin Woody Allen zo’n tussenpersoon speelt. De film werd
gisterenavond vertoond. Achteraf beantwoorde Walter vragen van het publiek. Ik
ben nog steeds diep onder de indruk van zijn aanwezigheid op het lab.
Vanochtend had ik het zesde en laatste gesprek over mijn script. ‘Do you mind
if we hold our meeting in the chairlifts?’ John Gatins lijkt een beetje op
Martin Sheen. Hij is gespecialiseerd in het schrijven van sportgerelateerde
films zoals bijvoorbeeld Coach Carter met Sam Jackson en had meegewerkt aan oa
Paradise Now en Me and You and Everyone We Know. Terwijl het berglandschap onder
onze stoeltjeslift door schoof, herinnerde hij mij eraan hoe belangrijk het
tweede gedeelte van mijn film, de reis over de oceaan, is. Vanwege de
lichamelijke uitdaging en de drang om iets te doen wat nog niemand gedaan heeft
. Hij herinnerde me aan mijn eigen neiging om voortdurend extreme situaties op
te zoeken. Hij herinnerde mij eraan hoe ik een week geleden, vlak voor het lab
begon, trillend uit de Ford Mustang stapte. Op de weg terug naar beneden keken
we allebei een tijd stil naar het Sundance resort in de valei. ‘It’s been a
great lab this year.’, zei hij met een glimlach.
Aan het einde van
de middag kwamen we met alle fellows en creative advisors in
een kring bij elkaar en vroeg Michelle aan iedereen om te vertellen welke
persoonlijke lessen ze uit het lab mee zouden nemen. Er werd veel gelachen maar
er viel ook een vreemde stilte toen het nieuws binnenkwam dat Michael Jackson
een hartaanval had gehad. En in de stilte dook weer een beeld op dat mij het
hele lab in stilte heeft achtervolgt. De ogen van die vrouw in Iran die voor de
camera’s overlijdt. Ik moest bijna overgeven toen ik dat filmpje voor het eerst
zag. A white guy with a guilty conscience. Films hebben een enorme kracht.
Filmers hebben een enorme verantwoordelijkheid. Moeten heel goed nadenken over
wat ze wel en niet laten zien. Oppervlakkigheid bestaat niet. Mijn gedachten
dwaalden af. Ik was moe. Uitgeput eigenlijk. Wat een week.
Vanavond
gaan we met zijn allen eten op The Mountain. Het gerucht gaat nog steeds dat
Uncle Bob, Mr. Redford, langskomt. We zullen zien. Meer daarover in mijn
volgende, laatste blog. Ik zal ook proberen om de foto’s die ik hier heb genomen
op Flickr.com te zetten. Morgen zal ik hier de link posten.
Aflevering 8, 25 juni
‘Your script is written out of fear... fear of overdoing it, fear of over
explaining, fear of conflict, perfectionism. And it is killing your story. I
want you to go home and write a really bad script. As bad as you can. Overdo
everything. Over explain everything. Then put it away and look at it again after
a month.’ OK... Hij had gelijk. Ik kan alles nog veel meer op de spits drijven
, de karakters veel meer onder druk zetten zonder de subtiliteit te verliezen.
Dat is een kwestie van ‘execution’.
Toen deed Michael iets heel
simpels waardoor ik opeens diep in het binnenste van de hoofdpersoon (lees:
mezelf) werd geworpen. Hij ging een rollenspel met me aan waarbij hij de
overleden moeder van de hoofdpersoon was en ik de hoofdpersoon, de Marokkaanse
surfer. Hij vroeg me wat ik tegen haar zou zeggen als ik haar weer zou zien.
Binnen de kortste keren stonden de tranen in mijn ogen. En dat terwijl ons
gesprek werd gefilmd door het Sundance Channel, de Amerikaanse tegenhanger van
Arte. Ik voelde me opeens heel ongemakkelijk, probeerde te glimlachen en riep ‘
Cut.’. Michael keek me aan. ‘Are you feeling uncomfortable? Good. Now we are
getting somewhere.’
Tijd voor feedback. Vanochtend kwamen we met
alle fellows bijeen en vroeg Michelle Satter, de grote baas, ons om aan te geven
wat er goed ging en wat er beter kon. Natuurlijk was ik over het algemeen erg
positief, maar ik had ook kritiek: de creative advisors zijn stuk voor stuk
superslim en behulpzaam, maar de focus ligt wel erg op het verhaal, op het
dramatiseren en naar buiten brengen van conflict. En dat laat soms niet veel
ruimte voor experimenten met atmosfeer, met beeld in plaats van woord, met
minimalisme in plaats van overdaad. Ik miste de Gus Van Sants en Béla Tarrs van
deze wereld. En dat leidde er volgens mij toe dat veel recente ex Sundance Lab
films een beetje hetzelde zijn. Leuke, verantwoorde, ‘quirky’ comedies of
gepolijst politiek drama. Veel andere fellows knikte instemmend. Michelle kon
zich daar helemaal in vinden en gaf aan dat ze dit jaar vanwege de crisis
gewoonweg niet genoeg geld hadden om deze mensen, die veelal ver weg woonden of
aan het werk waren, in te vliegen. Het is iets waar ze aan werken. Benh had ook
wat kritiek; hij vond het jammer dat de fellows niet aan elkaars projecten
werkten, iets wat ze op het Binger Filmlab bijvoorbeeld veel beter doen.
’s Middags ben ik met Benh, zijn co-schrijver Lucy en Jonathan, een andere
fellow, naar de waterval bovenin de valei geklommen. Een rijtje filmnerds in de
natuur. Gesprekken over Herzog en Cassavetes verstoorden de roep van de gele
bosvink, of hoe dat gekke kleine vogeltje ook mag heten. Bovenin sprongen Lucy
en ik in onze onderbroek onder de waterval. Benh en Jonathan waren een beetje te
verlegen. Op weg naar beneden was het heerlijk stil.
Aflevering 7, 24 juni
Todd Louiso, van wie ik opeens besefte dat hij die kale jongen in de
platenzaak in Stephen Frears’ High Fidelity is, zei dat hij echt geraakt was
door de interviews en dat hij meer over deze mensen wilden weten. Amerikaanse
beleefdheid of niet, het was genoeg om me weer ontspannen adem te laten halen.
Op naar mijn eerste meeting van de dag.
'You are going to have to
make some tough decisions.' Jeremy Prisker, schrijver van oa Warren Beatty’s
Bulworth, bladerde door mijn script. Zijn grijze haar, of wat er van over was,
glansde in de zon. Hij vond dat ik een keuze moest maken of ik het script
richting een meer existentialistisch verhaal wilde sturen of meer richting een ‘
socio-political comment’. Een terechte en begrijpelijke, maar voor mij erg
moeilijk te beantwoorden vraag. Ik geloof dat in dit leven veel
existentialistische vragen vaak een sociaal politieke oorzaak hebben en andersom
. Een interessante discussie volgde waarin Jeremy en ik samen allerlei
mogelijkheden aftastten. We kwamen niet echt tot een antwoord maar dat hoefde
ook niet; Sundance is bedoeld als prikkeling, niet als oplossing. Tot slot kwam
hij nog wel met een klassiek antwoord op zijn eigen vraag of ik deze film niet
teveel vanuit een typisch Westers schuldgevoel over Afrika maak: 'There is only
one thing worse than a privileged white guy with a guilty conscience and that is
a privileged white guy without a guilty conscience.'
De tweede
afspraak vandaag was met één van de meest indrukwekkende persoonlijkheden hier
op Sundance. Hij was één keer in Marokko geweest. In 1945, toen hij vanuit
Casablanca naar huis vloog nadat hij met het Amerikaanse leger door Afrika, het
Midden Oosten, Italië en de Balkan was getrokken. Walter Bernstein lachte
vriendelijk en keek mij onderzoekend aan over zijn leesbril. Met een
ongelooflijke scherpte analyseerde hij mijn script. Hij kende de namen van alle
karakters uit zijn hoofd en prikte met zijn vragende, zachte stem dwars door
alle oppervlakkigheden en onwaarheden in hun onderlinge relaties heen. In alles
wat hij zei lag een diepe levenswijsheid verscholen. En wat een enorme klasse
dat hij na alles wat hij heeft meegemaakt en de duizenden scripts die hij heeft
gelezen nog zo’n betrokkenheid en enthousiasme toont. Dat raakte me echt.
Voor de twee avondscreenings vertelde ik Alesia Weston, de internationale
directeur van Sundance over mijn blog voor Cinema.nl. 'Oh my God', zei ze, 'I
hope I don’t get flooded with scripts from Holland now and have to turn them all
down.' Ze vroeg me om nog een keer duidelijk aan te geven dat het lab in
principe geen Europese projecten doet en dat Nederlandse schrijvers hun scripts
kunnen insturen naar de Sundance/NHK award, waar de winnaars ook begeleid worden
door dezelfde mensen als aan het lab. De reden waarom ze mij wel had
uitgenodigd is omdat mijn project zich in Marokko afspeelt.
Morgenochtend zit ik met Michael Goldenberg, de schrijver van oa Contact (met
Jodie Foster) en jawel, Harry Potter. Hij ziet er ook een beetje als Harry
Potter uit. Ben benieuwd.
Aflevering 6, 23 juni
De ochtend begon met een screening van een documentaire over Waldo Salt, de
schrijver van oa Midnight Cowboy en Serpico en één van de oprichters van
Sundance. Een redelijk harde, bijna ontmoedigende schets van het leven van deze
scenarioschrijver, die na de jacht op communisten bijna 15 jaar niets
bevredigends meer kon schrijven, afgleed naar de rand, om vervolgens na zijn
vijftigste terug te komen en twee Oscars te winnen.
Daarna had ik
mijn eerste individuele gesprek met Etgar Keret, een Israëlische schrijver en
regisseur. Na wat voorzichtig aftasten barstte hij los. Een stroom van vragen
maar vooral van briljante suggesties voor verbeteringen. Wat een verademing. Het
is altijd zo gemakkelijk om kritiek te hebben op een script en te zien waar het
mis gaat. Veel moeilijker is het om te zien hoe het beter kan... en nog veel
moeilijker is het om suggesties voor verbeteringen te geven die precies in lijn
liggen met wat de schrijver van het scenario wil bereiken. We hebben drie uur
bijna non-stop op een bankje met uitzicht op The Mountain zitten brainstormen.
De enige onderbreking kwam toen Etgar plotseling achter me keek en riep: 'Snake
!' Een kleine grijze Garter slang schoot onder ons door. Ik herkende het beestje
uit mijn jeugd in Californië en verzekerde Etgar dat we niet hoefden te
verkassen.
Na de lunch volgde het tweede gesprek, deze keer met
Susannah Grant, schrijfster van oa Erin Brokovich en recentelijk The Soloist met
Robert Downey Jr. en Jamie Foxx. En ook niet de minst onplezierige persoon om
naar te kijken. We streken neer op een grasveldje aan de voet van de berg en
lagen al snel dubbel van het lachen. Ze was onder de indruk van mijn script en
stelde zich wat terughoudender op dan Etgar. En ze had een leuke tip: Ze was
ooit begonnen als scenarioschrijver voor Disney-musicals en daarin moest altijd
een 'I Want...'-Song zitten. En hoe Hollywood-achtig, formulegedreven dat idee
ook mag klinken, voor mijn script ga ik zeker zo’n liedje schrijven. Stuk leuker
dan mijn huidige lijstje van 'wants en needs' voor de hoofdpersoon. Ik heb met
Susannah vooral geprobeerd wat meer structuur aan te brengen in het woud van
mijn intuïtie en de drijfveren van de hoofdpersoon. Uiteindelijk leverde dat
meteen al een paar kleine maar belangrijke ingrepen in bepaalde sleutelscènes op
.
Tijdens eten zat ik weer naast mijn nieuwe maatje Benh en hebben
we uitvoerig gedebatteerd over de toepassingen van bubble-wrap. We hebben
allebei baantjes als in- en uitpakkers gehad, hij van boeken en ik van
surfplanken. En de kunst van het leven komt uiteindelijk neer op de realisatie
dat zelfs bubbeltjesplastic mooi is. Whatever.
’s Avonds volgden
weer twee screenings. De eerste speelfilm van Emily Tang, die nu aan het lab
deelneemt, en Etgar’s Jellyfish, winnaar van de gouden camera in Cannes. Morgen
heb ik afspraken met Jeremy Pikser (War Inc.) en Walter Bernstein (co-schrijver
van The Magnificent Seven) En... jawel, de Sundance screening van mijn film Nu
.. De zenuwen gieren nu al door mijn keel. Ik begin langzaam te begrijpen waarom
de deelnemers na afloop van het lab redelijk gesloopt schijnen te zijn.
Aflevering 5, 22 juni
Na de lunch ben ik met drie fellows van het director’s lab, Benh Zeitlin (US
), Lucy Alibar (US) en Alejandro Landes (Colombia) met een skiliftje de berg
opgegaan. Alejandro wees in de verte het huis van Robert Redford aan, dat wordt
omringd door een gigantisch weiland. ‘He is strikingly beautiful’, vertelde hij
. Lucy en Benh knikten instemmend.
Alejandro vertelde dat Mr.
Redford was binnengeslopen in een workshop net op het moment dat hij de
openingsscène uit Battle in Heaven aan de groep fellows liet zien. In deze scène
pijpt een jong meisje de hoofdrolspeler en is zijn penis te zien. Redford vroeg
na afloop bezorgd of deze scène tijdens het lab hier op het resort was
opgenomen.
Wonderkind Benh was wat minder onder de indruk van de
grote man achter Sundance. ‘I cancelled my meeting with him. I was too busy
talking to my director of photography in preparation for a shoot.’ Heel stoer.
Om vier uur zaten we dan eindelijk allemaal bij elkaar in een grote kring. De
twaalf fellows en veertien creative advisors die vandaag waren ingevlogen. May
the games begin. Michelle hield een korte inleiding en vroeg aan iedereen om
kort iets over zichzelf en zijn project te vertellen. Het viel me op dat
iedereen zulke geoliede verhaaltjes hield. Ik was als een van de laatste aan de
beurt en hoe meer mensen hun verhaaltje hadden verteld, hoe zenuwachtiger ik
werd. Daar was John August, de co-schrijver van Tim Burtons films, die meteen de
lachers op zijn hand had. Daar sprak de charmante Susannah Grant, schrijfster
van oa Erin Brokovich.
En toen kwam Jan-Willem van Ewijk uit
Amsterdam. ‘Uhmm.. my name is..’ Fuck. Ik liep vast. Waar ging mijn project ook
alweer over. Waarom wilde ik deze film ook alweer maken. Maar gelukkig hervond
ik mezelf en zag ik John instemmend knikken toen ik over mijn ervaringen met de
jongens uit het Marokkaanse vissersdorp sprak. Yes. Het spits was eraf.
Wat me trouwens opviel tijdens ons kringgesprek, was dat we er allemaal een
beetje hetzelfde uitzien hier op het lab. Donkerblauwe skinny jeans, sneakers,
hoodies, semi-hippe, eighties-zonnebrillen, macbookjes. Alleen Benh sprong er
uit met zijn licht verwarde, koorballen slash Steven Spielberg look.
Tijdens het avondeten zat ik naast Todd Louiso, de regisseur van oa Love Lisa,
en zijn vrouw Sarah Koskoff, die nog in The X Files heeft gespeeld. Zij hebben
ook een project in het writer’s lab. Todd is een stevige eter. Drie volle borden
.
Chad, één van de koele surfer dude chauffeurs van het lab, had
nog leuk nieuws toen hij me naar mijn cabin bracht en ik vroeg of Mr. Redford –
ja, je raakt toch een beetje door deze man geobsedeerd als je hier zit – deze
week nog aan het lab zou meedoen. ‘Yeah, I think he will show up on his little
dirt bike. Probably the 25th.’
Morgen gaat het tempo omhoog en heb
ik mijn eerste twee, drie uur durende, one-on-one meetings met Susannah Grant en
de Israelische schrijver Etgar Keret.
Aflevering 4, 21 juni
'Arr joe Djenn?', vroeg Tim, een vrolijke jonge Australier met baard, op het
vliegveld van Salt Lake City waar ik werd opgehaald. Tijdens onze rit naar het
resort vertelde hij dat die ochtend alle acteurs en adviseurs van het
director’s lab waren vertrokken. Inclusief Ed Harris. Damn.
Hij had nog wel een leuk verhaal over meneer Harris. Tijdens een van de
opnamedagen op het lab moest een jonge acteur een andere acteur neersteken. En
dat ging allemaal een beetje te mat volgens uncle Ed, die zijn geduld verloor,
opeens een groot mes uit zijn broekzak trok en zich schreeuwend op een kussen
stortte waar na een paar seconden weinig meer van over was. “That’s how you kill
a man with a knife.”, grijnsde hij terwijl hij de jonge acteur voor de camera
duwde. En blijkbaar heeft dat geholpen.
Net toen Tim klaar was met
zijn anekdote zag ik ineens een bordje met “Sundance - 2 miles” voorbijschieten
. Wauw. Het gaat echt gebeuren. Ik voelde me opeens een beetje zenuwachtig...
alsof dit mijn eerste dag op school is en mijn moeder me zo alleen gaat laten.
Het resort zelf ligt prachtig aan de voet van een grote berg. Aha, The Mountain
. Een verzameling houten hutjes en kasten van villa’s, inclusief een exacte
replica van de saloon uit Butch Cassidy & The Sundance Kid.
Tijdens het avondeten ontmoette ik eindelijk Alesia Weston, die mij het lab had
binnengeloodst. Ze vertelde me in 1000 woorden per minuut alles over het lab en
stelde me voor aan de acht regisseurs die de weken ervoor aan het directors
’ lab hadden deelgenomen en die nu ook mee gingen doen aan het
screenwriters’ lab. Wat een jonkies allemaal. Eén van hen was een ex-gang
member uit Boston wiens armen en nek met tatoeages bedekt waren. Hij had nog
nooit een film gemaakt. Je kan Sundance niet verwijten dat ze geen risico durven
te nemen.
Na het eten werden de scènes vertoond die de directors
afgelopen week op het lab hadden opgenomen en gemonteerd. Stuk voor stuk
indrukwekkend, zeker omdat ze onder hoge tijdsdruk en met videocamera’s waren
opgenomen. Eén stak er echter met kop en schouders bovenuit. Beasts of the
Southern Wild van de 26-jarige Benh Zeitlin. Houdt deze jongen in de gaten
. Het talent spatte van het scherm.
Na de screenings barstte een
klein feestje los en kwam ik erachter dat ik niet de enige Nederlander in
Sundance ben; Rogier Stoffers, de sympathieke cameraman van o.a. Karakter, was
één van de adviseurs over de afgelopen week. Terwijl we stonden te praten zag ik
Michelle Satter, de grote baas, in het midden van de dansvloer staan. Meer dan
twintig jaar bij Sundance en still going strong. En als je dacht dat ik er een
handje van heb om te name droppen.. wat dacht je van deze opmerking van een
dronken editor aan het einde van de avond: “You like Bruce Willis because you
don’t know him. I made two movies with him.” Welkom op het Sundance Lab.
Aflevering 3, 20 juni
“Oh.. the old Bonneville race track,” zei de dame van het autoverhuurbedrijf
toen ik haar vroeg of hier in de buurt van Salt Lake City zo’n vlakte te vinden
was. “Two hours from here. But nobody goes there anymore since we have the new
concrete racetrack closer to town.” Perfect. En ze had nog een verrassing in
petto: “I am sorry but we don’t have a compact car available, would you mind if
we upgrade you to a Ford Mustang?”
Twee uur later stond ik aan het
einde van een doodlopende asfalt weg aan de rand van een zee van zout die tot
aan de horizon reikte. Er stond nog één andere auto en ik vroeg de bestuurder of
je hier het zout op kon rijden. “Sure.. we are going to in a minute. You can
drive as fast as you want. Just head straight to the island. That’s the speedway
.” Hij wees naar een eenzaam bergje aan de horizon.
De 4.0L V6
begon te loeien terwijl ik het gaspedaal tot de plaat intrapte. Even vergat ik
Al Gore, de jonge ijsbeertjes en mijn voornemen om me wat meer als een
volwassene te gaan gedragen. De kilometerteller sloeg uit. 40..60..80..100 mph.
En toen gebeurde het. De Latter Day Saints grepen in. Midden in de woestijn reed
ik opeens over een plas water. Langzaam begon de achterkant van de Mustang uit
te breken. Plotseling schoof ik met 160 km/h zijwaarts over de vlakte. Wat als
de wielen nu weer grip krijgen, vroeg ik me af terwijl mijn eerste vroege
jeugdherinneringen zich begonnen op te dringen. De auto draaide verder. Langs
mijn lagere school. En nog twee keer rond om mijn middelbare school en mijn
studententijd. Mijn eerste grote liefde schoot voorbij. Ik droeg weer een
stropdas in London. Landde op Salt Lake City. Zag mezelf rondtollen in een witte
auto. Help. De auto kwam krakend tot stilstand.
Ik stapte uit. De
Mustang zat onder het zout. Mijn handen trilden. Ik keek rond. Niemand. Alleen
een eindeloze leegte. Langzaam liep mijn hartslag terug. OK. Tijd om aan het lab
te beginnen.
Aflevering 2, 19 juni
Toen ik vorig jaar in Juni de eerste ideeën voor Land. opstuurde naar
Sundance, kreeg ik een beleefde email terug waarin stond dat ze ‘intrigued’
waren door het verhaal maar dat ze in principe geen Europese projecten deden en
dat ze internationale inzendingen alleen beoordeelden op basis van volledige
scenario’s. Goed. Ik had het in ieder geval geprobeerd.
Tot mijn
verbazing kreeg ik in december een tweede email waarin ze vroegen of ik al een
scenario had. What the heck. Ik stuurde ze mijn first draft op die ik aan het
Binger Filmlab had geschreven en in maart hingen opeens Alesia Weston en
Michelle Satter, de bazen van Sundance, aan de lijn. ‘We love your script! We
love your characters!’ Maar, waarschuwden ze, ik was er nog niet... ze hadden
vanwege de financiële crisis minder plekken op het lab en ze zouden pas de week
erop de definitieve beslissing nemen.
Drie weken later hadden ze
nog steeds niet gebeld. Ik dacht dat ik gek werd. Mijn co-schrijver Abdelhadi
Samih probeerde me te kalmeren terwijl ik rondjes liep door het Marokkaanse
vissersdorp waar onze film zich afspeelt. Uiteindelijk hield ik het niet meer en
stuurde een email naar Alesia. Een uur later ging de telefoon. We waren
geselecteerd. ‘Yay!’, hoorde ik Alesia nog net roepen terwijl ik in lachen
uitbarstte en Abdelhadi om de hals vloog. ‘Ik heb altijd geweten dat het ons zou
lukken,’ zei hij grijnzend.
Ironisch genoeg liet Sundance echter
een paar dagen later weten dat ze helaas geen budget hadden om Abdelhadi als co-
schrijver ook te laten deelnemen.
Aflevering 1, 18 juni
In een artikel over een van mijn helden, PT Anderson, de maker van Boogie
Nights en Magnolia, stond dat hij er het scenario voor zijn eerste speelfilm
tijdens het Sundance Lab had ontwikkeld. Ik Googlede Sundance en zag dat ook
Quentin Tarantino en Miranda July aan het lab hadden deelgenomen met hun
meesterwerken Reservoir Dogs en Me and You and Everyone We Know. De volgende
ochtend staarde ik vanachter mijn computer op het hoofdkantoor van UWV naar
buiten, waar ik door de regen nog net station Sloterdijk kon zien. Sundance leek
op dat moment aan de andere kant van het heelal te liggen.
Maar nu
, hier vanuit mijn hotelkamer in Salt Lake City, heb ik een prachtig uitzicht op
de besneeuwde toppen van de Rockies. Op tafel ligt het scenario voor mijn
tweede speelfilm Land. en over een paar dagen is het zover: dan ga ik met drie
andere jonge filmmakers naar 'The Mountain', zoals de medewerkers van Sundance
het resort van Robert Redford noemen, om deel te nemen aan het June Screenwiter’
s Lab.
Gedurende vijf dagen heb ik workshops en individuele
ontmoetingen met ervaren regisseurs, acteurs en schrijvers die door Sundance als
adviseurs zijn ingevlogen. Dit jaar stonden op de lijst van adviseurs onder
andere acteur/regisseur Ed Harris, Tim Burtons co-schrijver John August,
Susannah Grant, de schrijfster van Erin Brockovich, Stewart Stern, de stokoude
schrijver van Rebel Without a Cause, en Robert Redford zelf. Ik ben heel
benieuwd wie er aan mijn project worden toegewezen.
In dit blog
kunnen jullie de komende week mijn belevenissen in Utah volgen.