Respect voor de Franse geschiedenis!’, staat er op de borden die de boze demonstranten omhoog houden. Politieagenten in beschermend pak, met schild en wapenstok, staan overal opgesteld rond het festivalpaleis, om te voorkomen dat de wereldpremière van de Frans-Algerijnse oorlogsfilm Hors-la-loi kan worden verstoord.

Bezoekers die de zalen willen binnengaan, moeten eerst langs een driedubbele controle, waarbij flesjes drinken worden ingenomen; potentieel bommateriaal. 

Honderden Fransen, waaronder oorlogsveteranen, extreem-rechts sympathisanten en Algerijnen die vochten aan de zijde van de Fransen, gaven vrijdag gehoor aan de oproep van Front National om te protesteren tegen ‘deze falsificatie’ van de Frans-Algerijnse regisseur Rachid Bouchareb (1953).

Diens periodefilm, opgenomen in de hoofdcompetitie, opent met beelden van Franse soldaten die het vuur openen op vreedzame demonstranten en willekeurige burgers , tijdens de slachting in de Algerijnse stad Sétif (mei 1945). Dat niet te zien is hoe het geweld zich eerder tegen de Franse kolonialen richtte, wordt de filmmaker door rechtse politici kwalijk genomen. De burgemeester van Cannes besloot ter compensatie dan zelf maar een publieke ceremonie ‘voor de Franse slachtoffers’ te houden.

‘Het is een film’, verdedigde een zwaar beveiligde Bouchareb zijn werk tijdens een gespannen persconferentie, ‘geen documentaire.’ Hij zei begrip te hebben voor de gevoeligheden, ‘maar deze mensen hebben mijn film niet gezien. Hors-la-loi is bedoeld om een debat aan te gaan, in een kalme omgeving, niet in een oorlogssituatie.’
De titel, boven de wet, had hij gekozen omdat die ‘klinkt als een western.’

Het verhaal volgt drie Algerijnse broers die van hun geboortegrond worden verdreven, emigreren naar de Franse sloppenwijken en betrokken raken bij het gewapend verzet. Bouchareb bezocht het festival in 2006 al eens met een oorlogsfilm, het voor een Oscar genomineerde Indigènes. Als een mogelijke kanshebber voor de Gouden Palm mag hij dit jaar niet worden beschouwd, daarvoor zijn de personages en verwikkelingen in Hors-la-loi wat te vlak uitgewerkt.
 
Over wie er dan wel zondag een Palm moet winnen, wordt bij het ingaan van het laatste festivalweekend druk gespeculeerd. Mike Leigh’s Another Year, over een gelukkig getrouwd stel in een aanzienlijk minder gelukkige omgeving, staat vooralsnog bovenaan de polls, samen met Xavier Beavois’s Des hommes et des dieux, een uiterst ingetogen vertelde film over 8 Franse monniken in het Algerije van de jaren negentig.
 
Mogelijke outsider is het invoelende melodrama Poetry van de Koreaan Lee Chang-dong, waarin een aan Alzheimer lijdende oma opgezadeld zit met haar van groepsverkrachting verdachte kleinzoon.

Met de dit jaar over het geheel wat weinig krachtige hoofdcompetitie, is het ook denkbaar dat de jury op een minder voor de hand liggende keuze uitkomt. De Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul beweegt zich van alle kandidaten in elk geval het verst van de mainstream. Ook zijn film Uncle Boonmee who can recall his past lives, met een in apenpak gehulde bosgeest in de Thaise jungle, is nadrukkelijk politiek, zei de maker. Maar hoe precies, dat kon hij niet uitleggen. Het koste de filmer grote moeite het festival te bereiken, vanwege de gevechten in Bangkok. Tijdens de persconferentie ging hij iets, maar niet veel , dieper in op de poëtische scène waarin een meerval een zwemmende prinses bevredigt. ‘Zij is een van Thailands beste beroepsduikers’, zei de regisseur over zijn actrice, die knikte.