Drie weken voordat de eerste editie van het Amsterdam Turkish Film Festival (
ATFF) zal plaatsvinden oogt het kantoor nog provisorisch, de dozen met flyers
zijn net door de drukker afgeleverd en aan de website wordt nog gewerkt.
Toch zit Sinan Efe, bedenker en organisator van het Turkse filmfestival, er
ontspannen bij. Waarom een ATFF? ‘Omdat film echt ingebakken zit in de Turkse
cultuur,’ steekt Efe enthousiast van wal, ‘al vanaf z’n vroegste ontwikkeling
speelt de cinema een belangrijke rol in Turkije.’
Hoogtepunt lag in
de jaren zestig, toen er in de hoogtijdagen van Yesilçam (het Hollywood van
Turkije) jaarlijks zo’n 200 tot 300 Turkse films geproduceerd werden, die in de
meer dan tweeduizend bioscopen draaiden. Door de opkomst van de televisie daalde
het bioscoopbezoek en na de militaire coup in 1980 zakte de populariteit van de
Turkse film nog verder in.
Gelukkig is er in de laatste tien jaar een
kentering gaande, volgens Efe. ‘Een enorme opleving waardoor er weer fantastisch
mooie films worden gemaakt.’
Tegenwoordig bestaat het aanbod in
Turkse bioscopen voor de helft uit Turkse produkties (zo’n tachtig in 2009). Efe
: ‘De Turkse film doet het in Turkije stukken beter dan de Nederlandse film in
Nederland.’ En hoewel het aanbod in eigen land vooral commerciële kaskrakers
betreft, genre romantische komedie of keiharde actiefilm, breekt ook de Turkse
kwaliteitsfilm onmiskenbaar door, ook in Europa. Al heel wat Turkse produkties
zijn geregeld in de prijzen gevallen.
Uzak van regisseur
Nuri Bilge Ceylan werd in 2003 in Cannes bekroond,
Gegen die Wand van de Duits- Turkse regisseur
Fatih Akin won de Gouden Beer en zeer onlangs ontving de film Bal (Honing)
van Semith Kaplanoglu ook diezelfde Berlijnse filmfestivalprijs.
Turkse identiteit
In Nederland zijn Turkse films vast
programmaonderdeel van de Pathébioscopen in vijf grote steden. Efe: ‘Niet bekend
bij de meeste Hollanders, want de marketing is via Turkse media,
satellietzenders en lokale krantjes helemaal gericht op de 400.000 Turkse
Nederlanders die hier wonen.’ Het zijn commerciële avonturenfilms als Recep
Ivedik III , of lach-of-ik-schiet-comedies als Eyvah Eyvah en de zalen zitten
vol. Het soort films dat totaal niet interessant is voor Nederlanders, weet de
festivalorganisator, die het betreurt dat de distributie van Turkse
kwaliteitsfilms veel te wensen overlaat. Ook daarom dit filmfestival.
Efe: ‘We willen proberen om de betere Turkse films structureel in de
Nederlandse filmtheaters te gaan programmeren.’ Waarbij hij niet op die 400.000
Turkse Nederlanders mikt, maar op de (grote) groep filmliefhebbers die ons land
telt. Efe: ‘Deze films doen in kwaliteit niet onder voor Spaanse of Italiaanse
producties, die hier veel vaker te zien zijn. Met het ATFF willen we dat onder
de aandacht brengen.’
Het eerste Amsterdam Turkish Film Festival gaat vrijdag van start. Organisator Sinan Efe: ‘Deze films doen in kwaliteit niet onder voor Spaanse of Italiaanse.’
Günesi gördüm
Tijdens het driedaagse festival zullen vijftien recente films van jonge Turkse
filmmakers te zien zijn, waaronder vier films van regisseur
Çagan Irmak (zie hiernaast), die tevens guest of honour is. In
paneldiscussies onder leiding van schrijver/publicist Õzkan Gölpinar, buigen
filmmakers uit Nederland (onder meer
Karim Traïdia en
Meral Uslu), Turkije en Duitsland zich over de vraag wat de Yeni Türk
Sinemasi, de Jonge Turkse Cinema beweegt. Daarbij zal het ongetwijfeld gaan over
de zoektocht naar identiteit, het centrale thema van de Turkse arthousefilm.
Dat wordt verbeeld door tegenstellingen, vaak die tussen stad en platteland,
tussen generaties.
Doordat politiek en de staat als onderwerp lange
tijd taboe waren, is de Turkse identiteit een zwaar beladen en niet eenduidig
begrip. De jonge Turkse cineasten interpreteren traditionele Turkse thema’s en
zij doen dat op eigen wijze. Voor niet-ingewijden niet altijd te begrijpen,
reden waarom Nederlandse filmrecensenten soms andere elementen in een film
waarderen dan hun Turkse collega’s.
Efe: ‘Het is wel altijd
authentiek. Door middel van deze films kan de kijker iets leren over de
landsaard, de cultuur. Wij hopen met het ATFF iets te veranderen aan het
stereotype beeld van de Turk zoals de gemiddelde Nederlander dat heeft en dat is
gebaseerd op de Turken die hier wonen. Maar die zijn bijna allemaal afkomstig
van het platteland. En een inwoner uit Staphorst is toch ook niet representatief
voor de Nederlander?’