Een film van Martin Scorses is altijd interessant, maar zijn nieuwe thriller Shutter Island haalt het niet bij zijn vroegere meesterwerken. Wat maakte de Amerikaanse cineast ook alweer zo bijzonder? Een verkenning aan de hand van zijn grote thema's

Film Martin Scorsese (1942) in één woord? Gepassioneerd. Op het manische af. Een spraakwaterval tijdens interviews. Openhartig vertelt hij over de omstandigheden die zijn carrière vormden. Over zijn zware astma, die ervoor zorgde dat hij als kind niet kon meekomen op straat in Little Italy, de immigrantenwijk in New York waar hij opgroeide. Een carrière als gangster, zoals veel van zijn vrienden ambieerden, zat er voor hem niet in. Als de jonge Martin al buiten kwam, belandde hij meestal in de bioscoop. Dat legde de basis voor een ware filmobsessie. Scorsese studeerde aan de filmacademie, maar leerde vooral door alles te zien wat los en vast zat.

Geïnspireerd door de Franse Nouvelle Vague, het Italiaans neorealisme en de Amerikaanse undergroundcinema ontwikkelde hij een baanbrekende eigen stijl: snel, rauw, vol improvisaties, onconventionele shots en cinematografische verwijzingen, en met een omgevallen platenkast op de geluidsband in plaats van een traditionele filmscore.

In vier decennia bouwde Scorsese een oeuvre op dat consequent persoonlijk, integer en van hoog niveau bleef. Zijn artistieke piek is misschien geweest, maar met meer dan tien projecten in het verschiet (volgens imdb) is hij op z’n 68ste nog lang niet opgebrand. En dan is er nog Scorsese de filmhistoricus, die documentaires presenteert, colleges geeft, nieuw talent promoot en zich inzet voor behoud en restauratie van de klassieke wereldcinema.


Martin Scorsese op de set van Shutter Island

Eenzaamheid Even terug naar dat jochie in Little Italy, dat niet buiten mocht spelen. De Amerikaanse filmcriticus Roger Ebert, schrijver van het standaardwerk Scorsese by Ebert, merkt op: ‘Scorsese vertelt vaak hoe hij vanachter het raam in het appartement waar hij opgroeide naar de gangsters tuurde die de sociëteit aan de overkant van de straat bezochten. Die herinneringen zijn verwerkt in de openingsscènes van Goodfellas. Maar Scorseses protagonisten zijn niet de mannen met de blinkende auto’s, al komen die voldoende voor in zijn films. Zijn identificatie ligt bij het jochie achter het raam.’

Het zijn inderdaad altijd outsiders die Scorsese opvoert. Ray Liotta doet erg zijn best in de maffiaklassieker Goodfellas (1990), maar blijft een wannabe tussen de echte schurken. Klassiek is de scène waarin Robert De Niro in Taxi Driver (1976) telefonisch wordt afgewezen door zijn droomvrouw: Scorsese schrikt er niet voor terug de bloedigste taferelen in close-up te filmen, maar bij zoveel leed laat hij de camera maar even wegdraaien. En ga zo maar door – de hoofdpersonen in Raging Bull (1980), The King of Comedy (1982), Cape Fear (1991), Bringing Out the Dead (1999), The Aviator (2004): stuntelaars, neuroten en psychopaten. Een afspiegeling van de filmmaker zelf? In interviews en publieke optredens lijkt met diens sociale vaardigheden weinig mis. Maar hij is intussen wel toe aan zijn vijfde huwelijk.

Geweld Als gevolg van die frustraties hebben Scorseses antihelden vaak losse handjes. Robert DeNiro, met wie de regisseur maar liefst acht keer samenwerkte, kennen we haast niet anders: als verveelde ruziezoeker in Mean Streets (1973), opvliegende bokser in Raging Bull, wrekende engel in Taxi Driver en Cape Fear. En nieuwe muze Leonardo DiCaprio is onder leiding van Scorsese ook steevast een tikkende tijdbom. In Shutter Island slaat hij er weer een paar keer stevig op los.

Weer allemaal terug te leiden tot die jeugd tussen de maffiosi, analyseert de regisseur zelf in interviews. Geweld was de voertaal in de wijk. Knokpartijen en afrekeningen kwamen vrijwel dagelijks voor. ‘Dat vormt je voor de rest van je leven.’

Als zijn personages op de vuist gaan, zie je dat Scorsese weet waar hij het over heeft. Een kroeggevecht in Mean Streets gaat er opvallend knullig aan toe: de aspirant-gangsters spelen hun actiehelden na, maar willen geen scheuren in hun nette pak. De camera zweeft en duikt tussen de chaos door. Zo gaat het ook in de indringende opening van het historische epos Gangs of New York (2002), al wordt die strijd een stuk minder kinderachtig gevoerd, met knotsen, bijlen en hakmessen. Scorsese schrikt niet terug voor de bloedige gevolgen van geweld, wat een aantal klassieke gruwelscènes opleverde – vooral ook in de maffiafilms Goodfellas en Casino (1995).


Casino

Religie Als tiener wilde Scorsese priester worden. Pas nadat hij van het seminarie was afgeschopt ging hij naar de filmacademie. Het is de vraag hoe lang hij het als geestelijke zou hebben volgehouden. In zijn autobiografische doorbraakfilm Mean Streets moet de kerk het al ontgelden. ‘You don’t make up for your sins in church. You do it in the streets. You do it at home. The rest is bullshit and you know it,’ luiden de openingsregels, ingesproken door de regisseur zelf. Evengoed bleef zijn werk doortrokken van een onverzettelijk katholicisme – juist ook Mean Streets, waarin Harvey Keitel als alter ego van de regisseur voortdurend worstelt met zonde en straf. Wanneer hij in zijn stamkroeg een dansje waagt met een stripper, houdt hij meteen zijn hand boven een kaars als herinnering aan het eeuwige hellevuur.

‘Religie, het toepassen van de christelijke ethiek in het dagelijks leven, dat is iets wat altijd door mijn hoofd speelt,’ zei Scorsese ooit. ‘Film en religie, dat zijn de enige constanten in mijn leven.’ Logischerwijs houden zijn personages zich er dus ook mee bezig . Daniel Day-Lewis in The Age of Innocence (1993), die worstelt met vrije wil en voorbestemming, ambulancechauffeur Nicolas Cage in Bringing Out the Dead, op zoek naar vergeving voor de levens die hij niet kon redden. En natuurlijk Willem Dafoe als Jezus zelf in The Last Temptation of Christ (1988), twijfelend aan zijn eigen goddelijkheid. Die film werd Scorsese niet in dank afgenomen. Christenfundamentalisten schreeuwden moord en brand in de media, wierpen molotovcocktails naar bioscopen en boden de producenten miljoenen dollars om de originele filmrollen te mogen verbranden. En dat terwijl Scorsese en zijn gereformeerde scenarist Paul Schrader het allemaal zo goed hadden bedoeld: de meest controversiële scènes zijn onderdeel van een duivelse fantasie die Jezus aan het kruis resoluut afwijst. Zo ver waren de felste tegenstanders blijkbaar niet gekomen.

Als opvolger van Shutter Island werkt Scorsese momenteel aan nog zo’n expliciet katholieke film: Silence, naar de roman van Shusaku Endo, over twee priesters die in zeventiende-eeuws Japan worden geconfronteerd met de onderdrukking van christenen en zich afvragen waarom God dat toelaat.

Waanzin Na vele nominaties won Scorsese in 2006 dan eindelijk een Oscar voor The Departed – weer een gangsterfilm, weer een verhaal waarin de grenzen tussen goed en kwaad steeds vager worden. ‘Die wereld zonder absolute moraal blijft mij aantrekken,’ zei hij over de film. ‘Een wereld waarin geen zonde bestaat, en dus ook geen verlossing.’
En dat terwijl de personages toch wanhopig blijven zoeken naar verlossing. Scorsese lijkt zelf geen moment te geloven in zijn amorele fantasiewereld. Op zijn oude dag is hij nog steeds de man die zijn hand af en toe boven een kaars moet houden. ‘Ik ben ervan overtuigd dat ik naar de hel ga,’ bekende hij bloedserieus aan Roger Ebert na een van zijn scheidingen. Misschien verklaart dat waarom zoveel van zijn personages langzaam maar zeker waanzinnig worden. Neem alleen zijn laatste drie films: in The Aviator, The Departed en nu weer Shutter Island verliest Leonardo DiCaprio steeds opnieuw alle grip op de werkelijkheid.


Shutter Island

Scorsese schijnt de samenwerking met DiCaprio nog lang niet zat te zijn. Na Silence staat een biopic over Frank Sinatra in de planning, met Leo als The Voice. Misschien gooien ze het daarin eens over een andere boeg. Hoewel: de nadruk zal liggen op Sinatra’s banden met de maffia. Een verhaal over een outsider in een gangsterwereld dus. Als daar geen zenuwinzinking van komt... Scorsese blijft zijn thema’s in ieder geval trouw.