Destijds, in 1946, was It’s a Wonderful Life een matig succes. Blijkbaar zat het grote publiek niet langer te wachten op de thema’s die regisseur Frank Capra voor de oorlog populair hadden gemaakt.
Zijn films over de gewone man die zich verzet tegen corruptie, egoïsme en gierigheid raakten tijdens de crisisjaren zo’n gevoelige snaar dat ze zelfs een bijvoeglijk naamwoord opleverden: capraesk.
Regisseur en sterspeler James Stewart mochten dit existentialistische, dikbesneeuwde melodrama als hun favoriet beschouwen, pas sinds de jaren zeventig is It’s a Wonderful Life uitgegroeid tot een iconische kerstlieveling die jaarlijks op kerstavond op de Amerikaanse televisie wordt uitgezonden.
Iedere Amerikaan snapt dus waarom in een zwarte kerstkomedie als The Ref zelfs politieagenten er onder werktijd – met vochtige ogen – naar zitten te kijken.
Na een aantal jaar in de Verenigde Staten te hebben gewoond was ik zo gehecht geraakt aan deze kersttraditie, dat ik ‘m in ere heb gehouden: ieder jaar komt de dvd tevoorschijn voor een avondje met het gezin grinniken en snotteren om de aandoenlijke levensgeschiedenis van George Bailey, die rond kerst besluit zelfmoord te plegen: geldzorgen, een mogelijk bedrijfsschandaal… En wat had hij graag méér van de wereld gezien dan zijn suffe geboorteplaats Bedford Falls!
Dan laat een onorthodox ogende engel hem zien hoe dat stadje er zónder George Bailey had uitgezien: niet goed. Stewart is duister, wanhopig en adembenemend charmant. Tegen de tijd dat de gemeenschap van Bedford Falls als één man achter die goeie ouwe George gaat staan, stromen de tranen. Ieder jaar weer.
In de laatste dagen van het jaar vertellen recensenten van VPRO Cinema over de 'perfecte kerstfilm'. Met ditmaal klassieker It's a Wonderful Life van Frank Capra.