Je houdt de streepjescode van een nieuwe spijkerbroek voor de webcam van je
computer en je krijgt een korte film te zien over… een meisje dat de grootste
moeite heeft haar billen in een skinny jeans te wurmen.
De streepjescode
van een fles shampoo leidt je naar de categorie ‘Personal Care’ en vandaar naar
beelden van een oudere dame die nagellak uit winkels jat. En wanneer de
streepjescode van een product niet wordt herkend, krijg je een filmpje
voorgeschoteld over een kunstenaar die beelden construeert uit afval. Het idee
van de website Bar Code is eenvoudig
en verleidelijk: het legt een relatie tussen de fysieke en online wereld door
films te tonen die te maken hebben met een voorwerp dat jij, thuis, in handen
hebt.
Facebook, Twitter, iPad, iPhone en uiteraard het goede oude
internet bieden documentairemakers nieuwe mogelijkheden om een verhaal te
vertellen.
Sinds 2008 heeft IDFA voor dit zogeheten digital
storytelling een apart onderdeel in het festival ingeruimd: DocLab. Het doel is
om te laten zien welke nieuwe vormen van documentaire-verhalen vertellen
ontstaan als gevolg van digitale technologieën. Een genre dat langzaam zijn vorm
begint te krijgen is de webdocumentaire. Kort gezegd: een online wereld waarin
filmpjes, scènes, audiofragmenten, foto’s en animatie verborgen liggen en waarin
je al klikkend op de verschillende onderdelen je eigen verhaal samenstelt.
Prangende vragen
Maar digital storytelling volgens IDFA gaat
verder dan de webdocumentaire. Zo zijn er ook documentaire vertelvormen waar
nauwelijks of geen gefilmde beelden Virtuele aan te pas komen. Neem
The Sexperience 1000. Op het eerste gezicht gaat het hier om een doodgewone
enquête over het seksuele gedrag en dito voorkeuren van duizend Britten. Maar de
data worden zo interactief en visueel prettig gepresenteerd dat je er uren in
kunt verdwalen. Zo kun je antwoord krijgen op prangende vragen als: wat is het
favoriete standje van BMW-bezitters? Of: hoe vaak hebben iPhone-bezitters seks?
Of: op welke leeftijd werden jazzliefhebbers ontmaagd?
Ook het
Burning House-project heeft niks te maken met gefilmde documentaires: het
gaat hier om een weblog waarop bezoekers foto’s kunnen uploaden van objecten die
ze zouden meenemen als hun huis in brand zou staan. Een simpel idee, simpele
uitvoering, maar inhoudelijk ijzersterk: je krijgt onmiddellijk visioenen bij de
mensen die, ik noem maar wat, wel een foto van zichzelf zouden meenemen maar
niet van kinderen, geliefden of ouders.
Ondertussen bekruipt je wel de
vraag wat deze zaken op een filmfestival doen, en waarom je deze projecten
uberhaupt op een festival zou willen vertonen? Het hele idee van al deze
digitale verhalen, of hoe je ze ook wilt noemen, is dat je ze als individu
beleeft: jij bepaalt waar je klikt en waar het verhaal je voert. Dat is de
kracht van het medium. Dus waarom zou je naar een festival komen als je deze
nieuwe digitale documentaires net zo goed, of misschien nog wel beter, thuis kan
bekijken?
Het antwoord op die vraag is volgens DocLab-programmeur
Caspar Sonnen dat er ook voor nieuwe documentairevormen behoefte is aan een
gemeenschappelijke ervaring. Tijdens DocLab zullen verschillende makers een ‘
live’ en lineaire versie van hun non-lineaire interactieve project bij elkaar
klikken. ‘Vergelijk het maar met een dj. Thuis kun je ook naar de muziek
luisteren die de dj draait, maar de volgorde waarop hij draait en de live
ervaring geven toch iets extra’s.’
Bar Code
www.codebarre.tv
The Sexperience 1000
www.sexperienceuk.channel4.com/the-sexperience-1000
Burning House
http://theburninghouse.com
In IDFA’s DocLab stelt de kijker al klikkende zelf zijn eigen verhaal samen.