De poster van de 64e editie van Cannes is een bewerking van een foto van
Faye Dunaway uit 1970. Een beeld dat aansluit bij de reputatie van het
filmfestival: glamorous, sexy, avontuurlijk. Maar ook een tikje oubollig. Kampt
’s werelds belangrijkste filmhappening met een identiteitscrisis, dat het zo
nadrukkelijk teruggrijpt op de goede oude tijd? Dunaway zal ook in levenden
lijve op het festival rondlopen, zeventig inmiddels en chic als altijd, maar met
een strakgetrokken gezicht dat niet veel karakter meer uitstraalt. Een treffend
evenbeeld van Cannes zelf?
We vroegen vier insiders naar de huidige
status van Cannes. Is het twaalfdaagse feestje aan de Zuid-Franse kust nog
altijd hét filmevenement van het jaar? Is er tussen de glitter en glamour nog
voldoende oog voor artistieke kwaliteit? Moet je als filmmaker koste wat het
kost een plekje willen veroveren in de opgefokte competitie?
De experts
Howard Feinstein, recensent voor o.a. Screen
International en IndieWire, programmeur van het Sarajevo Filmfestival.
Stephen Lan, internationale pr-man van voornamelijk arthouse-cinema.
Liz
Miller, publiciteitsvrouw van het Britse Premier PR, een van de grootste pr-
bureaus in de filmwereld.
Rutger Wolfson, directeur Filmfestival Rotterdam
.
Cannes anno 2011
Miller: ‘Zowel in
de ogen van de industrie als van het publiek blijft Cannes het meest
prestigieuze filmfestival ter wereld. De afgelopen twintig jaar heb ik de nadruk
wel iets zien verschuiven van kunst naar commercie.’
Feinstein
: ‘Cannes is het belangrijkste A-festival – dat is officieel bepaald door een of
andere stomme organisatie die zulke kwalificaties verzint. In mijn optiek is
het hele circus nogal overschat. Cannes is een middelmatig festival dat wordt
opgewaardeerd door een prachtige zee, mooie grote bioscopen en veel hype. Net
als het festival van Venetië is het ooit hoofdzakelijk geïnitieerd door
hoteleigenaren die het toeristenseizoen wilden oprekken. Die bijsmaak kleeft er
nog altijd aan. Bovendien wordt er in het algemeen nogal veilig en behoudend
geprogrammeerd. Zeker de afgelopen jaren lag de kwaliteit niet al te hoog.’
Wolfson: ‘Cannes blijft de belangrijkste ontmoetingsplek voor de
internationale filmindustrie, al telt het internationale festivalcircuit
tegenwoordig wel meer belangrijke pleisterplaatsen dan enkele decennia terug.
Festivals specialiseren zich en hebben allemaal een eigen plek en functie in de
presentatie van nieuwe films. Rotterdam heeft wat dat betreft een
rolmodelfunctie; zelfs Cannes selecteert nu debuterende regisseurs in competitie
.’
Is het twaalfdaagse filmfeestje aan de Zuid-Franse kust nog altijd het filmevenement van het jaar? Vier insiders over de status van Cannes.
Strand, sterren, cinema – leuk?
Lan : ‘Cannes is in de eerste plaats een markt en netwerkevenement voor professionals uit de industrie. De meeste films en gebeurtenissen eromheen zijn niet toegankelijk voor het gewone publiek. Dat moet het doen met een handvol films die buiten de competitie draaien, en de kans om misschien een ster over de rode loper te zien paraderen. Voor cinefielen die naar het festival komen om te werken is Cannes allesbehalve leuk. Voor mij begint de werkdag om zeven uur ’s morgens en die gaat door tot een uur of één ’s nachts. Tijd om films te bekijken heb ik niet, wat in zo’n omgeving natuurlijk een marteling is.’
Feinstein: ‘De glamour en rode loper zijn er alleen om te maskeren dat alles om de markt draait. Als recensent is het er zenuwslopend, helemaal niet leuk – van de ene persvoorstelling naar de volgende rennen, en dan binnen twee uur een recensie inleveren.’
Een vertoning in Cannes: heilige graal voor filmmakers?
Wolfson: ‘Natuurlijk krijgt een voor Cannes geselecteerde film veel belangstelling. Dat kan de carrière van een filmmaker een flinke duw geven. Maar een selectie voor Cannes is ook een risico. Films worden daar soms, onterecht, in één tel compleet afgebrand. De competitie krijgt overdreven veel aandacht; andere programmasecties worden er volledig door overschaduwd. Ik raad filmmakers vooral aan hun eigen weg te zoeken en gebruik te maken van festivals als Rotterdam om een positie, een netwerk en bekendheid op te bouwen.’
Feinstein : ‘In Europa is het misschien anders, maar ik merk dat een Gouden Palm in Amerika geen enkel verschil maakt voor de distributiekansen of bezoekersaantallen van een film.’
Lan: ‘Met een selectie voor Cannes kun je altijd blijven pronken op je cv. Dat zal bij een volgend project geheid helpen bij het aantrekken van financiers, producenten, festivalprogrammeurs enzovoorts. Maar een selectie is uiteraard geen garantie voor succes. De critici in Cannes zijn berucht om hun lompheid: ze joelen en roepen beledigingen, lopen luidruchtig weg uit persvoorstellingen. Dat kan een film de das om doen. Al wekken zulke reacties soms juist ook nieuwsgierigheid, zoals je zag bij Enter the Void of Antichrist.’
Hoe eerlijk is de selectie?
Miller: ‘Ik geloof heus dat kwaliteit voorop staat bij de comités die het
programma samenstellen. Maar zitten ze er soms naast? Spelen er soms politieke
overwegingen mee? Worden geweldige films soms over het hoofd gezien?
Vanzelfsprekend.’
Feinstein: ‘In de film Dangerous Game van
Abel Ferrara speelt
Harvey Keitel een regisseur die tegen zijn actrice zegt dat de filmwereld
voor haar open ligt als ze de juiste mensen maar een blowjob geeft. Daar schuilt
misschien een kern van waarheid in. Ik weet niet, het zal een mengeling zijn
van kwaliteit, de juiste connecties, geld en geluk. Het festival heeft scouts in
verschillende delen van de wereld, en als die jouw film over het hoofd zien heb
je pech gehad.’
Lan: ‘Het selectieproces van Cannes is net
zo’n mysterie als het bestaan van het monster van Loch Ness. Niemand weet
precies hoe en waarom het selectiecomité z’n beslissingen neemt. Sommige keuzes
liggen voor de hand:
Wong Kar-Wai en
Pedro Almodóvar worden beschouwd als Cannes-lievelingen, dus wanneer die een
nieuwe film hebben, verwacht iedereen die in de competitie aan te treffen. Maar
kwaliteit is zo’n subjectief begrip; vorig jaar hoorde je zowel de pers als de
industrie over de matige kwaliteit van de hoofdcompetitie, en werden de films in
het Un Certain Regard-programma in het algemeen als veel beter beschouwd.
Nogmaals: een mysterie.’
Tips?
Een tiental
tips van Stephen Lan. Is je film geselecteerd voor Cannes (of een ander festival
), onthoud dan het volgende:
Wel doen:
1. Huur een betrouwbare
sales agent in, een goede lokale pr-persoon én een ervaren internationale pr-
persoon.
2. Zorg dat je altijd een opgeladen telefoon bij je hebt, liefst
een met toeters en bellen, en maak een website – kost bijna niets en is in de
praktijk een van je belangrijkste marketingmiddelen.
3. Blijf het hele
festival plakken, zeker als nog niemand je kent, en ga naar zoveel mogelijk
feestjes; dat zijn de beste netwerkgelegenheden.
4. Wees in staat te
vertellen waar je film over gaat in minder dan vijftien woorden. Wees in staat
er, indien gewenst, over uit te wijden in minder dan een kwartier.
5.
Wees in staat honderden keren over je film te vertellen zonder een verveelde
indruk te maken.
Niet doen:
1. Ga tijdig terug naar je hotel;
blijf niet tot zonsopgang op feestjes hangen. Of als je dat wel doet, zet het
dan niet op een zuipen.
2. Gedraag je niet als een diva, daar heb je echt
geen aanleiding toe.
3. Behandel je sales agent, pr-mensen en andere
professionals die zich voor je inspannen niet als oud vuil. Als je dat doet,
zullen ze minder hun best voor je doen, of op z’n minst minder enthousiast
overkomen op potentiële kopers en journalisten.
4. Koester geen te hoge
verwachtingen. Het aantal mensen dat in Cannes om aandacht schreeuwt is
eindeloos.
5. Laat nooit je voorraad visitekaartjes opraken.