De Nederlandse documentairemaker Hans Busstra (1982), vorig jaar afgestudeerd aan de Filmacademie, volgt van 18 tot en met 21 maart in Londen een masterclass van zijn grote idool, de excentrieke Duitse cineast Werner Herzog. Voor Cinema.nl houdt hij een weblog bij over zijn belevenissen op de Rogue Film School.
Dag 4, 21 maart
Deze laatste dag van de masterclass stond in het teken van films
van de deelnemers. Herzog vertoonde films die hij interessant vond, en gaf zijn
ongezouten mening. Of het nu om een korte horrorfilm ging, of een animatie-
commercial voor Italiaanse koekjes, hij ging overal even serieus op in. Als de
films anarchistisch en vervreemdend waren glunderde hij, maar als de maker
kansen liet liggen was hij streng: ‘I don’t buy it, it’s bad story-telling!’
Tussen de films door was er ruimte voor de laatste vragen. Om iedereen aan bod
te laten komen voerde Herzog het tempo op. Er ontstond een soort speed Q&A. De
herhaling van sommige vragen was ergerlijk, maar de antwoorden bleven hilarisch
. Toen het voor de vijfde keer over Herzog’s afkeer van yoga en transcendente
meditatie ging, vertelde hij over zijn zorgen over David Lynch: ‘Since Lynch
started meditating, he hasn’t made a film. I’m afraid he’s lost for cinema...’
Ook deelde hij graag zijn twijfels over de moderne samenleving met een boute
meta-analyse: ‘The first organised breeding of pigs by humans was a true sin.
Our move from a hunter civilization to a sedentary civiliation with agriculture
, will eventually lead to the destruction of the world.’ Iedereen noteerde het
netjes in zijn aantekeningenboekje.
Het meest overtuigend was Herzog
toen het ging over zijn persoonlijke tegenslagen. In tegenstelling tot veel van
zijn collega-filmmakers maakte hij na de Praagse Lente in 1968 en de
daaropvolgende studentenprotesten, geen politiek geëngageerde films. Integendeel
, de films die hij in die periode maakte (Even dwarfs started small, Signs of
Life), werden door velen gezien als een parodie op het politieke activisme van
zijn tijd. Het politieke klimaat was dusdanig geradicaliseerd dat Herzog de
stempel ‘fascistoïde’ kreeg. Jarenlang werd hij door Duitse recensenten verguisd
. In 1980 werd het hem bijna teveel. Hij wilde de camera in de wilgen hangen.
Lotte Eisner, een bevriende schrijfster en filmcriticus stak hem een hart onder
de riem: ‘Film history will not allow you to stop...’ Herzog: ‘That kept me
going for another ten years.’ Sindsdien maakte hij circa 40 films. Lachend
schept hij op over deze enorme productiviteit: ‘Grizzly Man was edited in 9 days
, and I usually write my screenplays in two days. In Hollywood I’m the fastest
one out there.’
Na de diploma-uitreiking staan de rogues voor het
eerst in drie dagen buiten in het daglicht. Ik kan geen vragen meer verzinnen
die ik Herzog zou willen stellen. Een eindje verderop rookt hij vrolijk een
sigaretje met een paar andere deelnemers. Hier sta ik dan, na drie dagen
onderwijs van mijn grote voorbeeld, wat mij betreft dé regisseur van onze tijd.
Eventjes raakt het me: van een grotere meester zal ik nooit les krijgen. En toch
zijn veel twijfels die ik had, niet helemaal opgelost. Dan hoor ik hem, met een
peukje in zijn mond, tegen een van de deelnemers zeggen: ‘I hate saying this
sort of stuff, but don’t be a clone, follow your own star!’ Wacht eens even. De
gangen van de filmacademie waren geplaveid met dit soort tegeltjeswijsheden!
Moest ik hiervoor nu vier dagen naar Londen?
Ik denk het wel, want
pas uit de mond van Werner Herzog, regisseur, dichter en levenskunstenaar,
klinkt dit als de waarheid. Ik kan naar huis.
Dag 3, 20 maart
Een paar jaar geleden gaf filmmaker
Paul Ruven (Filmpje!, Gangsterboys) op de filmacademie les, vlak nadat hij
Het geheim van Hollywood had geschreven. Compleet met x’jes en y’tjes krabbelde
hij op het lesbord de geheime formule die van ons allemaal de nieuwe Spielberg
kon maken. ‘As simple as that.’ Aan het eind van de les gaf hij ons allemaal
zijn 06; voor goede ideeën mochten we hem altijd bellen.
Na
drie dagen Rogue Film School heb ik 14 kantjes aantekeningen, maar een formule
heb ik er nog niet uit kunnen distilleren. Wel kwam Herzog vandaag op de proppen
met andere formules. Zo is hij reeds lange tijd gefascineerd door
de wiskundige stelling van Zorn die uiteindelijk zou bewijzen dat er een
beker bestaat met alleen maar een buitenkant. Deze hogere wiskunde ging ons
begrip, en dat van Herzog overigens ook, net iets te boven. De hele ochtend
wijdde hij aan dit soort rare fascinaties om ons duidelijk te maken dat je als
filmmaker uit de meest onverwachte hoeken inspiratie kunt halen. We lazen
Vergilius, profetieën uit de Edda en Herzog liet werk zien van zijn favoriete
schilders Hercules Segers en Matthias Grünewald.
Ook hoorde ik voor het eerst de ontstaansgeschiedenis van Fitzcarraldo. Reizend langs de Franse kust zag Herzog de enorme hunebedden bij Carnac. In het lokale toeristenfoldertje werd gesuggereerd dat de stenen onmogelijk door mensen konden zijn geplaatst en een buitenaardse oorsprong niet ondenkbaar was. ‘This insane stupidity angered me so much, that for two years I broke my head on how to place the stones if I were a neolithic man.’
Hij bedacht uiteindelijk een ingenieuze constructie die de klus moest klaren. Toen een vriend hem het verhaal van de megalomane rubberbaron Fitzcarrald vertelde, zag Herzog een kans om de proef op de som te nemen. In plaats van een enorme steen zou hij in een film een dertig ton wegend stoomschip over een helling trekken, een monsterproject dat hem drie jaar zou kosten. Het werd Herzogs grote meesterwerk en maakte hem meteen de geestelijk leider van alle indie-filmmakers met geloofstwijfels: ‘It was not money that pulled that boat over the mountain, but faith!’.
De mythische proporties rond deze man, en de half-religieuze houding van ons als deelnemers, is gedurende de lessen goed voelbaar. Alsof Herzogs Rogue Film School een orakel is. We hangen aan de lippen van onze held in de hoop op een formule, op houvast. Een van de deelnemers, een succesvolle zakenman die daarnaast films maakt, vraagt Herzog of hij zijn bedrijf moet verkopen om met het geld films te maken. Herzog zucht, en antwoord stellig ‘I cannot solve your dilemma’. En hij waarschuwt ons daarna voor een te artistieke houding: ‘All that nonsense about creativity, it’s baloney. Filmmaking is an endless chain of banalities, humiliations and obstacles. You have to be lion tamers!’
Ik begin langzaam nuchter te worden. Herzog heeft één pak, een klein appartement en een veertien jaar oude auto. Hoe hij zijn films bekostigt? ‘Well, the money I earn with this masterclass will definitely flow into my new film...’ We lachen als een boer met kiespijn. Ik hoop dat Paul Ruven een goede boterham heeft verdiend aan zijn boek, maar de formule bestaat niet.
Dag 2, 19 maart
Eindelijk was ik aan de beurt. Kijkend naar mijn naamkaartje speurde hij eerst even door zijn aantekeningen. Ondertussen hoorde ik mezelf op knullige wijze zeggen hoe erg ik hem bewonder. 'Ah... Hanz... from Holland. I liked your film, it was a nice example of how to sensitize an audience. I might want to show it to the group tomorrow.' Waar we het daarna over hebben gehad ben ik compleet vergeten.
Dag 1, 18 maart
Een jaar geleden, toen ik net afstudeerde aan de filmacademie, las ik
dat Werner Herzog in Londen zijn Rogue Film School zou organiseren, een
driedaagse seminar waarin hij persoonlijk lesgeeft aan filmstudenten. Op zijn
website stond de volgende tekst: 'The Rogue Film School is not for the
faint-hearted; it is for those who have travelled on foot, who have worked as
bouncers in sex clubs or as wardens in a lunatic asylum, for those who are
willing to learn about lockpicking or forging shooting permits in countries not
favoring their projects.'
Hoewel ik nog
nooit schimmige baantjes had gehad, nooit een document had vervalst en bij
voorkeur met fiets en trein reis, moest en zou ik deze korte vervolgopleiding
bijwonen. Ik gaf maar eerlijk toe dat ik met mijn brave vooropleiding niet
bepaald een rogue ben – de filmacademie is een nette opleiding waar mij is
geleerd om op fatsoenlijke en legale wijze films te maken. Maar gelukkig was ik
welkom. En vandaag is het zover, om zes uur ontmoet ik de meesterregisseur die
mij al een paar jaar obsedeert.
Mijn liefde voor Herzogs werk begon
drie jaar geleden tijdens een lesweekend in Spa, België. Daar zag ik voor het
eerst Lessons of Darkness.
Omdat de filmacademie alleen over een uitzendkopie van de EO beschikte, moesten
we het daar mee doen. De EO had de film omgedoopt tot ‘Kuweit na de oorlog’ en
al Herzogs teksten vervangen door een geheel nieuwe Nederlandse voice-over die
de film een educatief tintje probeerde te geven. Ondanks deze regelrechte
verminking, maakten de beelden een diepe indruk op me. Herzog liet met magische
helikoptershots boven de brandende olievlaktes van Kuweit een mythische en
apocalyptische wereld zien. Zelf omschreef hij de film achteraf als
sciencefiction in plaats van documentaire. Dat documentaires zo’n zeggingskracht
konden hebben was nieuw voor me.
Mijn fascinatie was gewekt en ik
begon al Herzogs films te kijken. Eerst zijn bekende meesterwerken als
Fitzcarraldo,
Aguirre, der Zorn Gottes en
Nosferatu. Hoewel ik niet kon zeggen dat ik deze films stuk voor stuk
geniaal vond, hadden ze allemaal een onmiskenbare ziel, een kloppend hart dat
mij heel erg aansprak.
Toen ik vervolgens de meer obscure films van
Herzog bekeek, kreeg ik voor het eerst een goede indruk van Herzog zelf.
In
The Great Ecstasy of Woodcarver Steiner potretteert Herzog de ski-
schansspringer en tevens houtkunstenaar Walter Steiner. De SDR, die de
documentaire uitzond, had geëist dat Herzog zelf als reporter in beeld trad.
Herzog had deze eis ingewilligd en in de film zien we een aantal keer een stand-
up van de jonge regisseur. Met microfoon en spiekbriefje in de hand leest hij
zijn teksten voor. Het oogt wat knullig en het helpt niet mee dat Herzog zelf
een lichte tegenzin uitstraalt bij het verschijnen in beeld. De film lijdt er
echter niet onder. Integendeel, Herzog’s fysieke aanwezigheid geeft de film een
extra laag en maakt dat Herzog zelf met zijn fascinatie voor Steiner en het
schansspringen, onderwerp wordt van de film. Voor het eerst zag ik hoe Herzog
vorm opoffert voor inhoud en vertrouwt op zijn eigen fascinatie en het verhaal
dat hij wil vertellen. En als het moet, dan maar voor lul staan.
Na
het zien van The Great Ecstasy of Woodcarver Steiner en andere van zijn oude
documentaires, bereikte Herzog bij mij de heldenstatus. Ik weet best dat sommige
van Herzogs films pittige kost zijn en dat zelfs filmliefhebbers en collega
filmmakers dat vinden. Maar bij mij is de knop om: Little Dieter Needs to Fly,
Wings of Hope, Fata Morghana, Wheel of Time, Grizzly Man en Encounters at the
End of the World, ik vind het stuk voor stuk briljante films.
Een schoen eten voor de goede zaak
Al in 1980 ontfermde Herzog
zich over jonge filmmakers. Om de toen nog onbekende en debuterende
documentairemaker
Errol Morris te stimuleren zelf films te maken, had hij beloofd zijn schoen
op te eten als Morris zijn eerste film zou afleveren. Zo gezegd zo gedaan. In
Les Blank’s Werner Herzog Eats His Shoe (Blank maakte later de fantastische
documentaire Burden of Dreams over het maakproces van Fitzcarraldo) zien we hoe
Herzog bloedserieus zijn schoen marineert in knoflook, een paar uur laat
sudderen en het taaie leer tot zich neemt voor een volle bioscoopzaal. Zonder
enige vorm van ironie licht hij zichzelf toe: 'I do this as an encouragement
for all of you who want to make films but are just scared and don’t have the
guts. So you can follow a good example.'
Dertig jaar later hoef ik
niet te verwachten dat de grootmeester nog een schoen voor me op eet. Voor de
drie dagen Rogue Film School moet ik, net als de 74 andere deelnemers, 1500
dollar betalen. Daar kon ik voorheen een jaar van naar de filmacademie. Maar
toch geef ik Herzog volkomen gelijk. Na veertig jaar rogue te zijn
geweest is het nu tijd om aan zijn pensioen te denken.
Misschien
vervals ik mijn toegangsbewijs.