Een schril fluitsignaal, gevolgd door het zware gevoel onderdeel uit te maken
van een zich langzaam in beweging zettend gevaarte. Het teken dat er een
landschap, als een met koffiegeur geïllustreerde film, aan je voorbij zal gaan
trekken. Treinen. De Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda (Tokio 1962,
zelfverklaard spoorweggek) wijdt er een hele film aan. Zijn nieuwste I Wish (de
originele titel luidt: ‘Kise- ki’, wat ‘wonder’ in het Japans betekent) draait
rond de aanloop naar de ingebruikneming van de hogesnelheidstrein (Shinkansen)
op Kyushu, het op een na grootste eiland van Japan.
Er zoeft, sjokt of stroomt altijd van alles voorbij in de films van de Japanse regisseur Kore-eda Hirokazu. Niet verbazingwekkend dus, dat zijn hartverwarmende familiefilm I Wish draait rond de komst van een hogesnelheidstrein.
Wie denkt dat I Wish zuiver is ontsproten uit Kore-eda’s fascinatie voor treinen, komt toch wat bedrogen uit. De marketingmensen van Shinkansen bedachten namelijk dat een familiefilm een prima middel is om de hogesnelheidstrein bij het publiek te promoten en schakelden Kore-eda in.
Deze commerciële kruisbestuiving doet denken aan Spielbergs The Adventures of Tintin van afgelopen jaar. De hogesnelheidstrein Thalys was bij deze film de hoofdsponsor, en zo maakte de naar avontuur snakkende Kuifje op levensgrote billboards een verplicht ritje met de trein. De bioscoopbezoeker kon na Kuifjes belevenissen een ticket boeken voor een ritje in een Tintin Thalys, een trein versierd met Kuifje-personages.
De commerciële kruisbestuiving tussen de hogesnelheidstrein en Kore-eda is geen toevallige keuze, want voertuigen vormen een regelmatig terugkerend onderwerp binnen Kore-eda’s oeuvre. In zijn films krioelt het van de vliegtuigen, metro’s , boten en treinen, in een wirwar van asfalt, slingerpaadjes en rails. Er zoeft , sjokt of stroomt voortdurend van alles voorbij. Bewegen is leven, zo lijkt de boodschap. De hoogbejaarde vaderfiguur uit Still Walking (2008) vat het mooi samen voordat hij zijn dagelijkse wandelingetje met wandelstok voortzet: ‘Ik ben als een tonijn: als ik niet blijf bewegen, ga ik hartstikke dood.’
Wens
Ondanks dat de promotionele boodschap van de Shinkansen Line als een Trojaans paard staat te trappelen, weet Kore-eda met I Wish opnieuw een integere film te maken, doordrenkt van menselijke betrokkenheid. De twaalfjarige Koichi en zijn twee jaar jongere broertje Ryunosuke zijn dol op elkaar, maar verhuisden, na de scheiding van hun ouders, ieder naar een andere plek: Koichi blijft bij zijn moeder en grootouders, terwijl Ryunosuke zijn intrek neemt in de vrijgezellenhut van zijn rock-’n-rollvader.
De Shinkansen vervult een sleutelrol als Koichi ontdekt dat waar twee hogesnelheidstreinen elkaar passeren, je op die plek en dat moment een wens mag doen. Wat volgt is een hartverwarmende poging de fysieke afstand tussen Koichi, Ryunosuke en hun ouders voor eens en voor altijd te overbruggen.
Het tempo waarin het verhaal verteld wordt, doet denken aan dat van een trein: soms wordt er afgeremd en kunnen we ons met Kore- eda’s fraaie camerawerk en lucide kleurgebruik vergapen aan de schoonheid van de kleine, dagelijkse kinderbeslommeringen. De schone was, bijvoorbeeld, die bij moeders aan de waslijn hangt, een kwispelende hond of de geur van opa’s zelfgemaakte cake. Soms dendert de trein door op de opzwepende gitaarklanken van de Japanse indieband Quruli, want zoals bij elk nieuw avontuur moet het vertrouwde vaak achtergelaten worden. Het is een kwestie van je overgeven aan de stroom, ook al hoop je soms dat die stroom je ergens anders naartoe zou vervoeren.
‘De kinderen weten na hun avontuur dat zelfs al doe je een wens, dat niet automatisch hoeft te betekenen dat de wereld verandert op de manier zoals jij dat wilt. Pas als je dat inziet, kun je groeien als persoon. Dat is voor mij het wonder van het leven’, aldus Kore-eda. Vertrouwen
Kore-eda, die aanvankelijk romanschrijver wilde worden, begon zijn filmcarrière als documentairemaker bij een Japanse televisiemaatschappij, maar stapte later over naar het fictiegenre. Met Nobody Knows (2002), gebaseerd op een waargebeurd verhaal over vier in de steek gelaten kinderen, wist Kore-eda hoge ogen te gooien. De vijftienjarige Yuya Yagira kreeg voor de rol van Akira de prijs voor beste acteur op het filmfestival van Cannes in 2004. Tijdens de opnames voor de film had Yagira zijn groeispurt en veranderde hij volgens de regisseur van een verlegen jongen in een soort leidersfiguur, precies dezelfde ontwikkeling die zijn alter ego in Nobody Knows meemaakt.
In Bright Lights Film Journal zegt de regisseur over zijn kenmerkende stijl, waarin fictie en realiteit met elkaar vervloeien: ‘Het is niet mijn doel om helden, superhelden of antihelden in mijn films te creëren. Ik wil naar mensen kijken zoals ze zijn.’
Net als in Nobody Knows liggen in I Wish fictie en werkelijkheid dicht bij elkaar. Koreeda, enkele jaren geleden vader geworden, wilde dit keer een minder grimmig licht op de wereld van het kind en hun ouders laten schijnen. In I Wish zijn volwassenen misschien de oorzaak van de lastige gezinssituatie van Koichi en Ryunosuke, maar ze zijn zeker de kwaadste niet. Ze wachten geduldig tot hun kroost klaar is met hun belevenissen: er staat al een kopje amacha thee en zoete sponscake voor ze klaar.
‘Ze zijn precies de ouders die ik voor mijn eigen kind wil zijn. Een ouder met een buitengewoon vertrouwen in zijn kind ,’ zo zegt Kore-eda in een interview.
Broertjes
Ook de guitige broertjes Maeda, die de hoofdrollen vertolken en al van kleins af aan optreden als het komische duo MaedaMaeda, lijken veel op hun alter ego’s . De symbiose tussen de twaalfjarige Koki – mollig en bedachtzaam – en zijn twee jaar jongere broertje Ohshiro, de tengere en luchthartige tegenpool van Koki, vormde het uitgangspunt van I Wish.
Kore-eda: ‘Ohshiro’s
onschuld heeft een enorme aantrekkingskracht. Koki daarentegen is weer heel
verantwoordelijk en verstandig. Ik voelde dat Koki al voordat hij het script had
gelezen wist waar de film over moest gaan.’
Kore-eda herschreef
het script dan ook drastisch na zijn eerste ontmoeting met het kinderwijze duo.
Het verhaal werd toen pas het avontuur van twee gescheiden broertjes. Daarnaast
mocht er door de broertjes geïmproviseerd worden, werden er extra meisjes gecast
omdat Ohshiro in het echt ook makkelijker vriendschap met meisjes dan met
jongens sluit, en de kinderen mochten hun eigen wensen naar de magisch kruisende
snelheidstreinen toeschreeuwen: ‘Ik wil harder kunnen rennen!’, ‘Ik wil een
bekende actrice worden!’ en ‘Ik wil dat papa stopt met gokken!’ Met dit
buitengewoon natuurlijke spel weet Kore-eda in snoepreisje I Wish de
belevingswereld van kinderen te vangen.