Polisse van actrice en regisseur Maïwenn speelt zich af op de jeugdafdeling van de zedenpolitie in Parijs. ‘Humor is voor die agenten een manier om afstand te scheppen tussen de ellende die ze iedere dag zien en hun eigen leven.’

Cannes, 13 mei 2010. De dag na de wereldpremière van de Franse ensemblefilm Polisse, van actrice/regisseur Maïwenn. Ik wacht met een cameraploeg op Maïwenn , maar die staat even verderop te huilen. De begintijd van het interview wordt steeds opgeschoven.

Wat zou er zijn? Spanning, ziek, privé - omstandigheden?

Dan komt ze er eindelijk aan. De tranen zijn weggeveegd. Ik informeer nog even naar wat er scheelt, en het blijkt mee te vallen. Onenigheid met de festivalleiding, die zich volgens Maïwenn niet aan gemaakte afspraken heeft gehouden.


Maïwenn in Polisse

Het interview kan beginnen. Maar eerst wil ze van me weten wat ik van Polisse vind. Ik antwoord – in alle eerlijkheid – dat ik sommige stukken van haar film overweldigend en aangrijpend vind.

Polisse speelt zich af op de jeugdafdeling van de zedenpolitie in Parijs. We zien verschillende schrijnende gevallen van misbruik voorbijkomen (seksueel, huiselijk geweld, verwaarlozing), maar de film richt zich niet op de verhalen van de kinderen, wel op de effecten van die gevallen op de levens van een handvol politiemensen. En op het leven van fotografe Melissa (gespeeld door Maïwenn zelf), die een maand met het team meeloopt en valt voor de heetgebakerde Fred (rapper Joeystarr).

Ik vertel maar niet dat ik de momenten waarop de film inzoomt op Melissa en Fred de minste van de film vind. Voor je het weet zijn er weer tranen.

Waarom de jeugdafdeling zedenzaken van politie?

Maïwenn: ‘Ik zag een documentaire over zo’n afdeling op televisie, en wat me opviel is dat de agenten het nauwelijks over de kinderen hadden, en vooral over zichzelf. Over hun eigen littekens. En ik was verbaasd over het feit dat er nog nooit een film over gemaakt was. Het gaat altijd maar over gangsters en drugs. En de politie wordt dan voorgesteld als een stelletje cowboys. Mijn agenten zitten in een kantoor en praten de hele dag.’

Vandaar dat u vooral in het kantoor blijft en niet inzoomt op het lot van de kinderen?
‘Ja. Want het is veel te makkelijk om al die ellende te laten zien. Het is niet moeilijk om het publiek aan het huilen te krijgen als een meisje vertelt dat ze door haar vader is verkracht. Ik vond het veel sterker om te laten zien hoe de politie iedere dag met die ellende omgaat.’

Polisse is een ensemblefilm . U volgt wel tien verschillende personages...
‘Ik kijk graag vanuit verschillende perspectieven naar iets. Ik heb een hekel aan boeken en films die maar één perspectief bieden. Dat voelt alsof ik word opgesloten in een gevangenis en niet langer de vrijheid heb om iets van meerdere kanten tegelijk te bekijken.’

U gebruikt veel humor in deze toch wel harde omgeving. Waarom?
‘Dat merkte ik toen ik zelf met zo’n afdeling meeliep. Daar lachten ze de hele dag. Aanvankelijk was ik daar behoorlijk geschokt door. Dat ze konden lachen over een slachtoffertje dat een kamer verderop zat, terwijl dat kind een dag eerder verkracht was. Maar humor is voor hun een manier om afstand te scheppen tussen de ellende die ze iedere dag zien en hun eigen leven. Zonder humor ga je er aan onderdoor. Na een week had ik hetzelfde gevoel voor humor.’

De volwassenen zijn allemaal erg goed in de film, maar de kinderen zijn zo niet nog beter. Hoe heeft u ze geregisseerd?
‘Volgens mij hetzelfde als de volwassenen.’

U vertelde ze gewoon wat ze moesten doen?
‘Ik sprak met ze over de zaken die we in de film volgen. Dat zijn allemaal waargebeurde zaken, en dat was voor de kinderen heel belangrijk. Zij voelden zich bijna aan de echte slachtoffertjes verplicht hun verhaal te vertellen.’


En de scène met de kleine Ousmane, die door zijn moeder wordt afgegeven omdat ze niet meer voor hem kan zorgen?
‘Ik had zo veel geluk met dat jochie. Hij was zo verlegen. Hij sprak heel zachtjes op de set. Ik zei tegen hem: “Wat we gaan doen is nep, maar ik moet als jij dat speelt toch geloven dat het echt is. Maar het is werk, en voor werk moet je betaald worden. En voor we gaan beginnen mag jij me vertellen wat je aan het eind van de dag wil hebben.” Hij wilde graag een op afstand bestuurbare helikopter hebben. “OK, afgesproken,” zei ik. “Het wordt een zware dag, maar aan het eind heb jij een helikopter.” Tegen de andere acteurs zei ik dat die jongen een vulkaan is en maar één keer kan uitbarsten. Dus dat ze, wat er ook gebeurde, moesten doorspelen.’

Het levert een hartverscheurende scène op. Het jochie wordt bijna hysterisch.
‘Toen ik cut riep bleef hij maar schreeuwen. Hij kon niet stoppen. Hij beleefde het echt. Ik zit ook in de scène, en eigenlijk speel ik een fotografe die op afstand moet blijven, maar ik kon me niet inhouden en liep op hem af en probeerde hem gerust te stellen. Ik fluisterde in zijn oor dat hij klaar was. Ondertussen liep de camera gewoon door, en iedereen bleef doorspelen. Met tranen in hun ogen. Dat shot hebben we uiteindelijk helemaal gebruikt.’