In een almaar versplinterende, chaotischer wereld wordt het navenant lastiger
om sociale en culturele macroprocessen te detecteren. Wat is immers waar en wat
waarneming? Primaire bronnen zijn in luttele jaren dankzij nieuwe
communicatiemiddelen vermiljoenvoudigd. Maar wie verifieert een met mobiel
geschoten filmpje, een blog, een nieuwsitem op de site van een gerenommeerde
publicatie? Wat broeit er daadwerkelijk onder de metersdikke lavastroom van
informatie en non-informatie in en over de wereld rondom ons?
Soms
vangen we, zonder dit op onze individuele eilandjes van luttele vierkante meters
aanvankelijk te kunnen bevatten, een glimp op van iets essentieels dat in
beweging, in verandering is. Een van die dingen is iets dat zich ver en nog
verder van West-Europa afspeelt, maar waarvan we door immigratie en
globalisering toch de gevolgen ervaren: de frictie tussen 21ste-eeuwse
moderniteit en patriarchale, vaak religieus-autoritaire samenlevingen. Over het
nabije en verre Oosten worden we door de media dagelijks inflationair bijgepraat
. Maar wat gebeurt er in de gebieden aan de Slavische buitenrand van de bouwval
die Europese Unie heet?
In die contreien, vaak met de agrarische
sector en zware industrie als verouderde economische fundamenten, ligt ook
Slowakije, de katholiekere en armere helft van wat ooit Tsjechoslowakije was.
Daar speelt zich Dom, oftewel ‘Huis’ af, de tweede regie van filmmaakster Zuzana
Liová (1977) en na de televisiefilm Ticho uit 2005 haar eerste voor de bioscoop
.
Is Dom (huis) louter een verhaal over een Slowaakse vader-dochterrelatie? Nee, en dat geeft de mooie film van Zuzana Liová een meerwaarde.
Liová, tevens auteur van het bekroonde scenario, vertelt het verhaal van een Slowaaks gezin waar norse en onbuigzame vader Imrich (Miroslav Krobot) de scepter zwaait. Zijn oudste dochter is hij al kwijt: zij weigerde om zich langer de wet te laten voorschrijven en ging er met een onbetrouwbare nietsnut vantussen. Jongste telg Eva (Judit Bardós) zit in haar laatste jaar van de middelbare school en heeft zich nog te voegen.
Centraal in de film staat het huis dat Imrich bouwt voor Eva, met stenen die hij bij gebrek aan fondsen onttrekt aan het huis dat hij voor haar oudere zus bouwde. Eva, echter, wil niets liever dan weg uit dat miserabele oord in de Slowaakse gehuchtenpampa en geografisch buiten de jurisdictie van vader geraken . Langzaam groeit haar stiekeme spaarpotje dankzij al even stiekeme bijbaantjes .
Fossiel
Hoe het toch al dysfunctionele gezin Kollár (met een knipoog vernoemd naar Liová’s producent Michal Kollár) eerst de bevroren bodem moet raken vooraleer er iets van blauwe winterlucht tevoorschijn kan komen, toont de film op zeer subtiele wijze. De finesse begint al in de optiteling met de grafische weergave van het woord ‘Dom’: het linker streepje van de D en de rechter poot van de m zijn nog niet af.
In iedere scène is een archaïsche, traag afbrokkelende patriarchencultuur voelbaar , ook wanneer deze niet zichtbaar is. Het is alsof je kijkt naar iets dat al niet meer leeft, maar zich taai verzet tegen zijn zekere uitsterven. Imrich is een fossiel, en zijn tragiek is dat hij dat zelf weet. Door de mooie en intelligente Eva als organiste in de plaatselijke kerk te laten spelen, toont Liová hoe ook christelijke godsdienst nog een wezenlijk grotere rol speelt buiten West-Europa. En ook aan die pijler knaagt de tijd.
Materialisme en secularisatie houden verband met elkaar. Waar decennialang autoritaire regimes en (vaak katholieke) kerk in min of meer vreedzame coëxistentie leefden, heeft de implosie van communistische dictaturen een aardverschuiving teweeggebracht. Een niet te stuiten welvaartshonger van de achtergestelden vooral. Ideaalbeeld daarbij zijn rijke West-Europese landen. Die ondertussen in hun post-WOII-materialisme dermate zijn doorgeschoten dat al het andere er inmiddels op de tweede plaats komt.
Welvaart van een dodelijk groeiziek monetair Utopia heeft prioriteit boven het welzijn van samenlevingen. Dat macroproces hebben we, als nijver voortspurtend Nederland, zelf kunnen ervaren en beschouwen. Een van de eerste fenomenen die zich na 1945 voordeed, was de gestage ontkerkelijking. Deze is in landen die nu met hun welvaartsinhaalslag bezig zijn nog maar amper begonnen.
Prullaria
Vaders, dominees en pastoors maakten in grote delen van Europa lang de dienst uit, ten faveure van de hereboer, fabriekseigenaar en andere kapitaalkrachtigen. Laatstgenoemden hebben de kerk niet meer nodig om het gepeupel in het gareel te houden. Hun grootste geallieerde is de consumptiemaatschappij gebleken. Wie wil het nu niet ‘goed’ hebben? ‘Goed’ als in materiële zaken. Surplus aan voedselaanbod, kleding, luxegoederen. Prullaria van de vooruitgang.
De kiem daarvan en het verlangen ernaar worden in Dom gepersonifieerd door Eva. Gympen voor zeventig euro, een internetsite voor au pair-werk in Londen, beltegoed, de leraar Engels – dat zijn haar aandachtspunten. Oud gouden kalf in nieuwbonte vacht. Wie neemt het haar kwalijk ?
Dit is slechts de overpeinzing van een West- Europeaan die de talloze boemerangeffecten observeert van het materialisme waarmee hij is omringd en waaronder hij bij niet-waakzaamheid bijkans wordt bedolven. Die aanvoelt dat de bodem uit het heilloze systeem op groeibasis valt terwijl hij dit noteert. En tezelfdertijd Eva haar toekomst gunt. Waar en wat die ook moge zijn. Maar eerst moet er afscheid worden genomen van het het oude en ouderwetse vaderland. Vaders van vroeger zijn voorbij. Imrich is voorbij. Het is de hoogste tijd voor moeders, dochters, zussen. Voor de vrouwen.
En toch
lijkt niets moeilijker dan dat, zegt Zuzana Liová tussen de vaak elliptische
scènes en afgepaste dialoogregels door. De merites van Liová’s visueel
onopgesmukte film zitten hem niet alleen in de compassierijke toon en de
prachtig ingehouden acterende Bardós en Krobot. Ook zit het in de nuance die in
de personages van de onverzettelijke vader en de rebelse dochter is aangebracht
. De liefde in hun moeizame relatie is verdwaald, maar allerminst met de
noorderzon vertrokken. Dat treft je als toeschouwer.
In het
Slowaakse microverhaal van Eva en Imrich zijn, tot slot, macroprocessen
waarneembaar. Imrich was gisteren, Eva is morgen. Vandaag moeten wij ons
afvragen waar wij zelf staan. In de brede zin des woords op de drempel van
bewustwording, herijking en hernieuwde verantwoordelijkheidszin, hopelijk. En
Eva? Zij keek naar de overkant en zag slechts dat het gras daar groener was.