‘Eén deel vakmanschap, één deel achtergebleven woede.’ Zo omschreef acteur
Michael Douglas in
1990 het oeuvre van
Oliver Stone, de regisseur die hem zijn meest iconische rol, die van Gordon
‘Greed is good’ Gekko in
Wall Street, schonk. Nu meer dan twintig jaar later is het maar de vraag of
Douglas nog in gelijke bewoordingen over Stone zou spreken. Het vakmanschap, dat
is er uiteraard nog steeds. Maar de woede, die hem tot de een van de
controversieelste, maar ook een van de meest bewonderde filmmakers van de jaren
tachtig en negentig maakte, lijkt verdwenen. En misschien wel als direct gevolg
hiervan: sinds
Natural Born Killers in 1994 heeft hij geen film meer gemaakt die er echt
toe doet.
Maar oordeel niet te vroeg, Oliver Stone is terug, zo schreven
de Amerikaanse vakbladen de afgelopen maanden. Na onder meer een serie
gemakzuchtige documentaires over Fidel Castro en de golf van socialistische
presidenten in Zuid-Amerika (
Commandante, South of the Border), een tweetal middelmatige
presidentsbiografieën (
Nixon en W.
) en zijn pijnlijk geflopte droomproject over Alexander de Grote (
Alexander) was er dan eindelijk de film die de naam Stone in oude glorie zou
herstellen:
Savages. Het bleek ijdele hoop: ook de gelikte verfilming van Don Winslows
drugsdealersroman benadert bij lange na niet het niveau en belang van de films
die hem ooit tot een grootheid maakten.
Legendarisch figuur
Is het de leeftijd (Stone is inmiddels al weer 66)? Zijn bekering tot het
boeddhisme? Zelf zei hij in een interview in de Hollywood Reporter over zijn
transformatie: ‘Ik ben jaren gek geweest. Net als iedereen. Maar nu ben ik
behoorlijk verstandig.’
Die gekte maakte hem tot een legendarisch figuur
, de bad boy of Hollywood. Berucht om zijn drugsgebruik en de
arrestaties die daar het gevolg van waren, zijn talloze affaires en de
vechtpartijen op de set. Om nog maar te zwijgen over alle controverses die hij
met zijn films veroorzaakte. Van de op halve waarheden gebaseerde complottheorie
over de moord op John F. Kennedy in
JFK (1991) tot het extreme geweld in het door
Quentin Tarantino geschreven Natural Born Killers, dat volgens criticasters
een reeks gruwelijke moorden inspireerde: geen filmmaker die tegelijkertijd zo
veroordeeld als geroemd werd. ‘Ik maak niet expres films over grote,
controversiële thema’s,’ zei Stone hierover. ‘Ik maak gewoon films over wat er
in mijn leven is gebeurd. Ik moet in de geschiedenis blijven graven om mijzelf
en mijn generatie te begrijpen.’
Een vruchtbare voedingsbodem voor een
rijk oeuvre was zijn jeugd zonder meer. Zoon van een Amerikaanse vader, een
Republikeinse beurshandelaar die hem op zijn zestiende liet ontmaagden door een
prostituee, en een Franse moeder, het type ‘vrije geest’ dat geregeld naakt in
huis rond liep en hem eigenhandig leerde masturberen. Hij leek voorbestemd zijn
vader richting Wall Street te volgen, studeerde aan Yale, maar vertrok na één
jaar al richting Vietnam, voor het avontuur. Eerst nog als leraar, daarna als
soldaat. Vrijwillig meldde hij zich aan voor de infanterie, bang om de oorlog
van zijn generatie te missen.
Hij kwam gedesillusioneerd terug, met een
hekel aan yuppen en politici, en een voorliefde voor verdovende middelen en The
Doors. En bovenal vol van de woede en gekte die zijn vroege werk zou domineren.
Geen van zijn medestudenten aan de filmacadamie in New York waar hij na de
oorlog belandde, konden begrijpen wat hij had meegemaakt. En dat maakte hem
uniek.
Verliefde bakvis
Zijn oorlogservaringen
leidden tot een Vietnam-trilogie, waaronder zijn magnum opus
Platoon (1986), gebaseerd op de brieven die hij vanuit de jungle aan zijn
grootmoeder schreef. Wall Street werd een eerbetoon aan zijn vader, en zijn
drugsgebruik en verslaving vonden hun weg in het scenario voor Brian De Palma’s
Scarface (1983) en het als een lsd-trip gefilmde Natural Born Killers.
Hollywood-cinema was het, met gevestigde acteurs en genoeg spanning en sensatie
om de grote thema’s voor de gemiddelde kijker behapbaar te houden, maar altijd
met een persoonlijke boodschap en een furieuze energie. Zijn beste werk voelde
de culturele en politieke tijdgeest perfect aan.
De films die op Natural
Born Killers volgden, waren zelden slecht te noemen, alleen Alexander (2009)
werd door de internationale pers finaal de grond ingeschreven. Maar altijd miste
er iets. Een gebrek aan ambitie kan de oorzaak niet zijn. En ook het engagement
is nog ruimschoots aanwezig, getuige zijn recente documentaires over Latijns-
Amerika. Maar ook daarin valt vooral het beeld op van een man die als een
verliefde bakvis achter Chávez aanloopt, niet de avonturier en activist die hij
ooit was. Misschien dat een terugkeer naar Vietnam de gouden tijden kan doen
herleven. Al jaren probeert hij Pinkville van de grond te krijgen, zijn
reconstructie van het bloedbad van My Lai. Maar financiers die zich op het
laatste moment terugtrokken – volgens Stone een gevolg van de Irak-oorlog – en
een schrijversstaking zorgden ervoor dat de in Thailand nagebouwde dorpen weer
opgedoekt konden worden. Hij heeft de hoop echter nog niet opgegeven. En wij met
hem. Maar misschien wel tegen beter weten in.
Trailer Savages