Hij is er in vele soorten en maten: de episodenfilm. Ook wel anthology-, omnibus- of portmanteau-film genoemd. Verschillende korte verhalen (‘episoden’) die samen één lange film opleveren. Niet verwarren met de immens populaire mozaïekfilm, waarin verschillende verhaallijntjes met elkaar worden verweven en die dan aan het eind van de film aan elkaar worden geknoopt.
Een episodenfilm is een handige manier om veel regisseurs naar een festival te krijgen. Dat geldt ook voor 7 Days in Havana. Slechts twee van de zeven filmpjes springen er positief uit. Regisseur Elia Suleiman: ‘Ze boden me een van de verhalen uit hun script aan, maar zo werk ik niet’.
Elia Suleiman in 7 Days in Havana
In episodenfilms volgen de
verhalen elkaar op. Soms hebben ze helemaal niets met elkaar te maken, maar
meestal worden ze bij elkaar gebracht door een personage dat in alle
afzonderlijke verhalen terugkomt, een gebeurtenis die de verhalen verbindt, of
een plek waar de verhalen zich afspelen. Je zou denken dat die verscheidenheid
een kracht is, maar in de regel is het een zwakte.
Slechts een
enkele keer is de som meer dan de afzonderlijke delen. Zoals in het Mexicaanse
meesterwerk Amores Perros (2000), waarin drie losse verhalen aan elkaar geknoopt
worden door een auto-ongeluk. Of in het komische drama Night on Earth (1995),
waarin we vijf verhalen voorgeschoteld krijgen die zich allemaal afspelen in en
rondom een taxi.
Beide films werden geregisseerd door één regisseur
– respectievelijk Alejandro González Iñárritu en Jim Jarmusch – en dat lijkt
ook een vereiste voor het slagen van een episodenfilm. Verschillende verhalen,
maar wel één visie, één geheel. Helaas wordt het overgrote deel van de
episodenfilms gemaakt door verschillende regisseurs, en is het resultaat
steevast het zelfde: een soepie.
Het maakt niet eens uit wie die
regisseurs zijn. De drie verhalen in New York Stories (1989) werden geregisseerd
door Martin Scorsese, Francis Ford Coppola en Woody Allen. Samen
verantwoordelijk voor minstens een dozijn klassiekers. Maar hun drie verhalen
worden nooit een film, het blijven drie korte films. Bovendien zijn ze van zeer
wisselende kwaliteit, want Coppola was uit vorm. Waardoor je bij zijn deel
terugverlangt naar dat van Scorsese, of hoopt dat die van Allen gauw gaat
beginnen. En dat is iets wat je eigenlijk bij alle episodenfilms hebt: ofwel je
hoopt dat een episode nog wat langer duurt, of je hoopt dat hij snel voorbij is
en de volgende gaat beginnen.
En toch blijven ze gemaakt worden.
Want sommige producenten geloven er nog steeds in. Net als sommige
festivaldirecteuren, want het overgrote deel van de episodenfilms beleeft de
wereldpremière op een groot filmfestival. Begrijpelijk, want het is een handige
manier om veel regisseurs naar je festival te krijgen. Zo ging Paris, je t’aime
– gemaakt door 22 (!) verschillende regisseurs – in 2006 in Cannes in première
, en New York, I Love You – gemaakt door ‘slechts’ elf regisseurs – drie jaar
later in Toronto.
Mei jongstleden ging er weer een in
première in Cannes: 7 Days in Havana. Een Frans/Spaanse co-productie met zeven
regisseurs die elk één dag voor hun rekening namen.
De producenten
wisten een fraai lijstje makers te interesseren, maar zoals bekend is dat geen
enkele garantie voor succes. Wat – helaas – ook nu weer bewezen werd. 7 Days in
Havana is een zielloos rommeltje, met onbenullige verhaallijntjes die zich ook
in elke andere wereldstad hadden kunnen afspelen. En ook nu zijn ze weer van
zeer wisselende kwaliteit.
Twee filmpjes springen er positief uit.
Die van de Palestijnse regisseur Elia Suleiman, en die van de Fransman Gaspar
Noé. Beiden waren in Cannes om de film en hun aandeel nader toe te lichten. En
wat bleek, beiden zijn de enige twee die afweken van het oorspronkelijke plan
van de producenten om een verhaaltje uit het van tevoren uitgedachte script van
Leonardo Padura voor hun rekening te nemen. Dat hun filmpjes daardoor
persoonlijker en ook urgenter zijn kan geen toeval zijn.
Gaspar Noé (midden) op de set van 7 Days in Havana
Suleiman: ‘Havana was voor mij onbekend terrein. Toch zei ik ja, want de angst om nee tegen zoiets moois te zeggen was groter dan de angst om te falen. Ze boden me een van de verhalen uit hun script aan, maar zo werk ik niet. Ik zoek mijn eigen verhaal. En dat vond ik toen ik voor een kort bezoek naar Havana ging. De eerste kennismaking was ongemakkelijk. Ik moest lang op het vliegveld wachten en had geen idee of ik binnengelaten zou worden of niet. Dat werd de basis van mijn verhaal. Aanvankelijk speelde zich dat nog af op een vliegveld, maar dat werd te veel één op een. Een gevaar dat altijd op de loer ligt als je snel iets schrijft. Dan schrijf je letterlijk op wat je meemaakt. Na verloop van tijd kon ik daar meer afstand van nemen. Mijn verhaal zweeft nu veel meer boven de alledaagse werkelijkheid.’
Noé: ‘Ik ben opgegroeid in Argentinië en had verwacht dat Cuba op Argentinië zou lijken, maar dat bleek totaal niet het geval. Ik kon niet veel met het script van Padura en ontdekte dat zwarte magie en Afro-Cubaanse religies daar nog een belangrijke rol spelen. Zelfs politieagenten offeren kippen in de hoop dat ze niet doodgeschoten worden. Zo kwam ik op het idee voor de duivelsuitdrijving.’
Suleimans droogkomische verhaal over de verdwaalde vreemdeling in Havana en Noé’s hypnotiserende, dialoogloze beelden van een bezeten (want lesbisch) meisje zijn de enige twee filmpjes die doen verlangen naar meer. Twee filmpjes op de zeven… Dat is ruim onvoldoende.
Havana’s zeven dagen
Maandag
– El Yuma **
Het officiële regiedebuut van acteur Benicio Del
Toro is een duf verhaaltje over een domme Amerikaanse toerist die niet door
heeft dat zijn droomdate een travestiet is.
Dinsdag – Jam Session
**½
Filmauteur Pablo Trapero maakte een af en toe komisch
filmpje over een beroemde regisseur (gespeeld door Emir Kusturica), tijdens
diens bezoek aan het filmfestival van Havana.
Woensdag – La
tentación de Cecilia *
Driehoeksverhouding tussen Duitse producer
, Cubaanse zangeres en haar stoere honkbalvriendje. Door Julio Medem (expres?)
gefilmd als een aflevering uit een slechte soapserie.
Donderdag
– Diary of a Beginner ***½
Het meest politieke filmpje van de
zeven, van en met de Palestijn Elia Suleiman. Hij speelt ES, die in Havana een
afspraak heeft met een hooggeplaatste figuur, en hem maar niet te spreken krijgt
.
Vrijdag – Ritual ****
Dialoogloze beelden van
lesbisch meisje dat door haar ouders naar duivelsuitdrijver wordt gestuurd.
Krachtig en geladen gefilmd door Gaspar Irréversible Noé.
Zaterdag – Dulce Amargo **
Nog meer soap, nu over de ouders van
de travestiet uit het Maandag-verhaal. Geregisseerd door Juan Carlos Tabío, de
enige Cubaan van het septet.
Zondag – La fuente **½
Documentair gefilmd portret van oude moeke die de buurt ervan weet te
overtuigen dat ze Maria heeft gezien. Gemaakt door Laurent ‘Entre les murs’
Cantet.