‘Ik voel me ongemakkelijk als ik het in de context van deze film over Bob Dylan moet hebben, hoewel dat precies is wat iedereen van me wil weten. Want Dylan is inderdaad the elephant in the room. Maar hij is Mount Rushmore tegenwoordig. Zo groot en onaantastbaar dat je niets meer over hem durft te zeggen.’
Ethan Coen (de vooral schrijvende helft van de Coen Brothers) was op de persconferentie in Cannes nogal huiverig om het in de context van hun nieuwe film Inside Llewyn Davis over (folk-)legende Bob Dylan te hebben. Want in hun film draait het niet om Dylan, maar om tijdgenoot en collega Llewyn Davis.
De fictieve Llewyn is een folkzanger die in het New York van 1961 op zoek is naar een publiek. En naar een slaapplaats, want hij is dakloos. Llewyn is namelijk geen makkelijke jongen. Hij is het type dat altijd verwacht dat anderen hem zullen helpen, maar zelf voor niemand klaarstaat . Hij heeft wel talent, zoals we al in de eerste scène kunnen horen, maar zijn platen verkopen niet. Te zwaar en te somber voor de folkscene. Zoals dat openingsnummer, ‘Hang me, oh hang me’. Een cover trouwens van Dave Van Ronk, de musicians’ musician die begin jaren zestig het grote voorbeeld was van singersongwriters als Joni Mitchell en… Bob Dylan.
Inside Llewyn Davis van de Coen Brothers gaat over een dakloze, irritante folkzanger, een collega van Bob Dylan, die anno 1961 een weekje door New York zwerft.
De Coens hebben in interviews bevestigd dat Llewyn Davis op Van Ronk gebaseerd is, maar dat maakt van Inside Llewyn Davis nog geen biopic. De film volgt hem maar over een korte periode, amper een week, waarin Llewyn door de Coens op een zwerftocht door New York – en eventjes Chicago – wordt gestuurd.
Niet zo’n letterlijke zwerftocht als in hun eerdere film O Brother, Where Art Thou? (2000), die een moderne variant op Homerus’ Odyssee was, maar het is niet toevallig dat de rossige kater waar Llewyn op een gegeven moment op moet passen, en die hij natuurlijk laat ontsnappen, Ulysses heet (=de Latijnse naam voor Odysseus).
De Coens begrepen dat ze de soms onuitstaanbare Llewyn alleen sympathiek konden maken door hem veel te laten zingen. Want alleen zo kan hij zich uiten. En alleen dan ziet de kijker de passie van de kunstenaar die leeft voor zijn muziek en niet voor de mensen om zich heen.
Aanvankelijk zochten de Coens hun Llewyn dan ook uitsluitend onder professionele muzikanten. Maar ze kwamen er al snel achter dat je een muzikant wel een paar scènes kunt laten spelen, maar dat je in een film als deze, waarin Llewyn in zo’n beetje elke scène zit, ook echt moet kunnen acteren.
Ethan Coen daarover op dezelfde persconferentie in Cannes : ‘Als je op zoek bent naar iemand die kan zingen en gitaarspelen… met wie je graag wat tijd doorbrengt en die je ook wil horen zingen… niet een paar noten maar hele liedjes… verschillende soorten liedjes waarin verschillende emoties moeten doorklinken… dan is het een hele uitdaging daarvoor de juiste acteur te vinden. En ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen, maar wij waren de lul, totdat we Oscar ontmoetten.’
Enter acteur Oscar Isaac (1980). Zoon van een Guatemalteekse moeder en een Cubaanse vader , en in zijn jeugd zanger en gitarist van de band The Blinking Underdogs. Tot Inside Llewyn Davis speelde hij een handvol bijrollen in films als Robin Hood (hij was King John) en Drive (de echtgenoot van Irene), maar Inside Llewyn Davis zal zijn grote doorbraak worden. Isaac is namelijk perfect als Llewyn. Irritant en egocentrisch , maar ook oprecht en zo overtuigd van zijn muzikale koers, dat je hem wel moet volgen. En als muzikant ook heel overtuigend. Isaac zong en speelde zelf gitaar in de film.
T-Bone Burnett, die de muziek van de meeste films van de Coens produceerde, zei over hem: ‘De meeste mensen die zeggen dat ze al twintig jaar gitaar spelen , bedoelen dat ze al twintig jaar een gitaar hebben. Oscar niet. Hij is een betere muzikant dan de meeste studiogasten met wie ik gewerkt heb.’ Geen geringe lof van iemand die platen produceerde van onder anderen Roy Orbison, Elvis Costello en Elton John, winnaar is van een Oscar (voor het nummer ‘The Weary Kind’ uit de film Crazy Heart), en in een grijs verleden zelf gitaar speelde in de begeleidingsband van… Bob Dylan.
Ook actrice Carey Mulligan zingt haar liedjes in de film zelf. Maar dat is dan net als de acterende muzikanten. Een refreintje hier en een strofetje daar. Mulligan speelt Jean, de continu mopperende ex van Llewyn. Ze vormt een folkduet met Jim , die dan weer wel door een echte muzikant wordt gespeeld, namelijk Justin Timberlake. Ooit lid van de populaire boyband *NSYNC, maar sinds 2002 solo-artiest en sinds die tijd ook regelmatig te zien in films. Vooral in bijrollen (The Social Network) en heel soms in hoofdrollen (de romantische komedie Friends with Benefits). Op de vermakelijke persconferentie in Cannes ( die hier in z'n geheel is terug te zien), speelde Timberlake met zijn droogkomische terzijdes de hoofdrol. En af en toe zei hij nog iets verstandigs ook. Gevraagd naar eeuwige roem, en waarom Llewyn die dreigt mis te lopen, zei Timberlake: ‘ Een wijs man in de muziekindustrie vertelde me ooit: “Als je de tweede kan zijn die iets voor het eerst doet, dan zal jij degene zijn die daar alle voordelen van plukt." Misschien was Llewyn wel de eerste.’
Beter kun je het thema van Inside Llewyn Davis niet samenvatten.