Spike Lee is een intrigerende mix van kunstenaar, zakenman en prediker. Een gepassioneerde regisseur die regelmatig sociale en politieke misstanden blootlegt en daarbij de controverse niet schuwt. Hits als Do the Right Thing en Malcolm X, een flop als Bamboozled, documentaires over de gevolgen van orkaan Katrina – allemaal branden ze met een persoonlijk vuur terwijl ze effectief op zere plekken duwen.
Deze week komt Lee echter met Oldboy, een remake van de Koreaanse mysterythriller van Chan-wook Park uit 2003, een project dat mijlenver verwijderd is van de bevlogen cinema waarmee hij bekend werd.
Oldboy van Spike Lee is een remake van een Koreaanse mystery-thriller uit 2003, over een man die wraak zoekt voor het feit dat hij twintig jaar lang zonder reden opgesloten heeft gezeten.
Als je naar de laatste jaren van zijn carrière kijkt, lijkt er meer aan de hand . In 2006 had hij nog enkele successen met de mainstream bankroofthriller Inside Man en het indrukwekkende, voor HBO gemaakte When the Levees Broke: A Requiem in Four Acts, maar sindsdien deed Lee veel doorsnee-televisiewerk. Lof was er nog voor Bad 25, een documentaire over het jubileum van het Michael Jacksonalbum, en Passing Strange, een theaterregistratie, maar ook hier was zijn persoonlijke inbreng minimaal.
De pogingen die hij deed op het witte doek, het Afro-Amerikaanse WO IIdrama Miracle at St. Anna en Red Hook Summer, flopten fenomenaal. Naast de remake van Oldboy staat een vervolg op Inside Man in de steigers, beide niet bepaald origineel te noemen. Toch is het contrast tussen de oude en recente Lee niet zo schril als het lijkt.
Al sinds zijn afstudeerfilm Joe’s Bed-Stuy Barbershop: We Cut Heads en bejubelde debuutfilm She’s Gotta Have It maakt Lee films die hem na aan het hart liggen. Naast maatschappelijke kwesties put hij daarbij regelmatig uit persoonlijke ervaringen en voorkeuren.
Een vader als jazzmuzikant leverde naast enkele soundtracks de inspiratie voor Mo’ Better Blues op, zijn obsessie met basketbal resulteerde in He Got Game en het recente Kobe Doin’ Work, en het opgroeien in New York zorgde ervoor dat de multiculturele metropool regelmatig het decor is van zijn verhalen. Kortom, als iets de regisseur dierbaar is, dan verschijnt dat vroeg, laat of regelmatig in zijn films.
Kickstarter
Het onderwerp dat steevast terugkeert in het werk van Lee is dat van de hedendaagse Afro-Amerikaanse cultuur en hoe die zich verhoudt tot andere culturen. Hij zei daarover zelf: ‘Wij zwarten zijn van onze identiteit beroofd toen we hierheen gebracht werden, en sindsdien is het een zoektocht om te definiëren wie wij zijn.’Dat komt niet alleen naar voren in veel van zijn gestileerde visies op onze raciaal gespannen samenleving, het speelt ook achter de schermen een grote rol. Zo heeft hij zich altijd sterk gemaakt voor meer en betere Afro-Amerikaanse posities binnen de filmindustrie en schuwt hij het niet om te ageren tegen machthebbers en de representatie van gekleurde acteurs in de media.
Zijn vaak rauwe films en ongezouten meningen komen hem daarbij regelmatig op kritiek te staan. Antisemitisme, racisme, fetisjering van contrasterende huidskleuren, het ongeoorloofd spreken voor andere culturen, hij kreeg het allemaal als verwijten naar zijn hoofd en verdedigde zich altijd fel.
Bang voor een publieke discussie is hij nooit, wat enkele jaren geleden weer eens bleek toen hij tijdens het Cannes filmfestival de aanval inzette op Clint Eastwood wegens het ontbreken van gekleurde acteurs in diens films over Iwo Jima. Ondertussen bleef hij maken wat hij wilde en als er geen studio was die iets zag in het verhaal dat hij wilde vertellen, dan zocht hij naar investeerders.
Iets dat hij recentelijk weer deed via Kickstarter, een internetplatform waarbij je voor een project geld kunt inzamelen. Veel mensen riepen dat hij dat niet nodig had en vonden dat zo’n gevestigde filmmaker daardoor mogelijkheden voor de voeten van beginnende filmmakers zou wegmaaien. Zijn repliek was dat het slechts een moderne versie was van wat hij altijd al deed, en dat hij als onafhankelijk kunstenaar ook films wil maken waar de studio ’s geen geld in durven steken.
Bovendien zou zijn deelname het fenomeen een enorme boost in bekendheid geven en mensen trekken die anders nooit geld zouden schenken. Het illustreert dat Lee zich nooit te goed voelt om terug te schakelen in schaal. Op die manier wisselde hij grotere producties als Malcolm X af met intieme schetsen uit zijn jeugd als Crooklyn.
Nike
Hits en flops volgden elkaar op en kunst en commercie hebben elkaar daarbij nooit uitgesloten. Want hij mag dan nooit enige artistieke concessies hebben gedaan bij het maken van zijn films, Lee is tevens een meester van de merchandise en gebruikte bijvoorbeeld het personage Mars Blackmon uit She’s Gotta Have It in reclames voor Nike.
En kruipt hij tegenwoordig dus zo nu en dan op de regiestoel voor een aflevering van de televisieserie Shark, in de jaren negentig voelde hij zich niet te goed om commercials te maken voor onder andere Taco Bell en Ben & Jerry’s.
De reden dat hij in 2006 de regie op zich nam van Inside Man is misschien wel de belangrijkste rode draad die door zijn oeuvre loopt: de liefde voor het vak. Want los van voorvechter van de zwarte zaak is Lee vooral ook een filmfanaat in hart en nieren. En dus maakte het hem niet uit dat Inside Man niet zijn eigen verhaal was, en dat eigenlijk Ron Howard het zou regisseren.
Hij vond het script geweldig en hoopte er een hedendaagse versie van Dog Day Afternoon van te maken. De persoonlijke touch zat vooral in het feit dat hij veel van zijn gebruikelijke crewleden inhuurde. Iets dat hij nu opnieuw doet met Oldboy, dat volgens eigen zeggen geen remake is, maar een re- interpretation.
Zijn bewondering voor het werk van Chan-wook Park en een wens om eens met Josh Brolin te werken gaven de doorslag om de klus aan te nemen. Hij geeft het mysterie rondom een man die twintig jaar gevangen wordt gehouden een lichte update naar deze tijd, maar verder ontbreekt de handtekening van de meester bijna volledig. Als thriller op zich is Oldboy vermakelijk en vakkundig gemaakt , als toevoeging aan het artisrepertoire van Lee lijkt hij overbodig.
Via films als Clockers, Summer of Sam, 25th Hour, Inside Man en nu Oldboy is Lee in de tijd meer richting de mainstream geschoven, maar als hij aan die films al niet zijn eigen draai kan geven dan blijft hij ze wel afwisselen met persoonlijke projecten, getuige zijn Kickstarter-avontuur en de documentaires die hij tussendoor uitbrengt.
Wat betreft energie, stijl en manier van werken is er weinig veranderd: Lee blijft vooral doen waar hij zin in heeft en is nog steeds de gedreven filmmaker die zijn verhalen wil vertellen en daarbij geen blad voor de mond neemt. Dat maakt hem een van de interessantste filmmakers van deze tijd.