Werken met bekende acteurs, per limo naar de première, interviews op tv – welk kind droomt niet van de hoofdrol in een spannende speelfilm? De werkelijkheid ziet er anders uit.

Gezocht: jongen van een jaar of acht. Gevoelig, fantasierijk, bij voorkeur belangstelling voor muziek. Viool spelen geldt als pre, anders in elk geval de bereidheid om lessen te volgen. Open en spontaan en niet bang om te improviseren. Fotogeniek. Ervaring met film en televisie niet vereist.

Zo zou het profiel voor de hoofdrol in Finn, de nieuwe familiefilm van Frans Weisz, eruit hebben kunnen zien. Probeer daar maar eens het juiste acteurtje voor te vinden. Martha Mojet, die sinds 1995 is gespecialiseerd in kindercasting , deed er dan ook maanden over, al had dat ook met de financiering te maken. Die was niet meteen rond, zodat de productie en ook de casting moesten worden uitgesteld. 

Het kwam erop neer dat Mojet tientallen jongens een screentest liet doen. En waar je dan op moet letten? Mojet kan het moeilijk aangeven: ‘Van tevoren weet je nooit helemaal naar wie je op zoek bent. Op basis van het script hadden Frans Weisz en ik een bepaald beeld van de hoofdrolspeler . Maar hoe zo’n jongen er precies uitziet en hoe hij zich gedraagt? Daar kom je pas achter als de échte Finn ineens voor je neus staat.’ 

Screentest
Intussen besloot de vrouw van Marco van der Hoeven hun negenjarige zoon Mels op te geven voor de audities. Zeker omdat de jongen niets liever wilde en eigenlijk altijd met toneelstukjes en verkleedpartijen bezig was. Hij was in elk geval niet het talentvolle voetballertje waar Marco als voetbalfanaat, met een verleden in de jeugdopleiding van profclub Sparta, stiekem op had gehoopt. ‘Voetbal was geen succes,’ zegt Marco. ‘Mels zat wel op hockey. Maar eerlijk gezegd was hij tijdens de wedstrijd voornamelijk majorette- achtige oefeningen aan het doen met zijn stick.’

Vooraf probeerden Marco en Marina hun zoon ervan te doordringen dat meedoen aan de auditie op zichzelf al een mooie ervaring betekende. En teleurstellingen horen bij het leven; daar zou hij wel vaker mee te maken krijgen. Het liep anders. Mels was nog maar net aan zijn screentest begonnen of regisseur en casting waren overtuigd: hier stond eindelijk de Finn die ze voor ogen hadden.

Zijn ouders waren daar niet bij. Die zitten, net zomin als andere bekenden, nooit bij een screentest. Omdat kinderen dan anders reageren, vertelt Mojet. In de meeste gevallen ziet ze de ouders of begeleiders min of meer schoorvoetend achter hun kind aan lopen: ‘Die doen het alleen omdat hun kind zo graag wil. Een enkele keer blijkt dat een ouder liever wil dan het kind; dan is het na de eerste ronde meteen ook afgelopen. Want als een kind het zelf niet leuk vindt om te spelen, wordt het niets.’



Kindercasting
Pas later bleek dat Mels nogal wat gemeen had met het karakter dat hij zou gaan spelen. Finn gaat immers over een jongen die liever viool speelt dan tegen een bal trapt . Dat was mooi meegenomen, maar het is geen voorwaarde dat een jonge acteur dichtbij zijn eigen belevingswereld moet blijven, zegt Mojet: ‘Ik denk dat er altijd raakvlakken moeten zijn, maar sommige kinderen kun je heel ver laten gaan . Zeker als de band met de regisseur goed is. Als je hen maar intensief begeleidt en niets tegen hun zin laat doen.’ Bureaus voor kindercasting, waarvan er in Nederland enkele tientallen actief zijn, blijven doorgaans ook tijdens de filmproductie betrokken bij kinderen die voor een rol zijn uitgekozen. Vanaf de voorbereidingen worden ze bijgestaan door gespecialiseerde begeleiders. Voorafgaand aan de opname wordt met en zonder camera getest en zijn er proefdraaidagen om aan het filmproces en de sfeer op de set te wennen.

Vooral de soms eindeloze wachttijden vormen een obstakel, stelt Elske Falkena. Met haar bedrijf Elskes Kast helpt ze sinds veertien jaar talloze film- en tv-producties aan jonge acteurs en actrices en verzorgt ze ook hun begeleiding. ‘Daarom regelen we altijd een aparte plek op de set voor de kinderen. Daar kunnen ze zich helemaal terugtrekken en doen waar ze zin in hebben.’ 

Spelcoach
Ook in de nieuwe speelfilm Oorlogsgeheimen naar het jeugdboek van Jacques Vriens worden de hoofdrollen vertolkt door kinderen tussen de twaalf en veertien. De film, die begin volgend jaar in première gaat, speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. Na verloop van tijd komen de hoofdpersonages in gevaarlijke situaties terecht. Daarin is sprake van verraad door iemand van wie ze dat allerminst verwachtten. Op zulke momenten worden hoge eisen gesteld aan jonge acteurs, zegt Falkena: ‘Eén van de spelers is in werkelijkheid zo zachtaardig dat je je niet kunt voorstellen dat hij écht boos kan worden. Daar gaat onze spelcoach dan mee aan de slag. Die kreeg ’m uiteindelijk zo woedend dat-ie even later volstrekt geloofwaardig met een pistool stond te zwaaien voor de camera.’ Of en hoe je jeugdige acteurs zo ver kunt krijgen? Volgens Falkena moeten kinderen er om te beginnen voor openstaan om een voor hen totaal onbekende gemoedstoestand te spelen. Dan komt het vooral aan op de relatie tussen kind en regisseur: ‘Die moeten elkaar goed aanvoelen. De regisseur moet écht het vertrouwen van zijn of haar jonge hoofdrolspeler zien te winnen. Anders kun je lang niet zoveel vragen van een kind.’

Maar het zijn volgens Falkena toch vooral de kinderbegeleiders die voor zo’n vertrouwensband moeten zorgen: ‘Sommige regisseurs willen dat zelf doen, maar dan krijgen ze mij tegenover zich. Een regisseur moet namelijk veel te veel in de gaten houden tijdens het draaien. Die ziet het belang van het kind gemakkelijk over het hoofd . Daar zijn wij dan ook voor.’

Een enkele keer leidt dat tot een confrontatie. Dan wil een regisseur een bepaalde scène voor de zoveelste keer draaien terwijl de begeleider allang in de gaten heeft dat een kind volkomen uitgeput is. Falkena heeft een paar keer een kind van de set gehaald omdat er grenzen werden overschreden. 

Jaloezie
Rond de première en de publiciteit eromheen moeten kinderen en hun ouders net zo goed kunnen terugvallen op professionals. Mojet laat dat over aan de producent. Die overlegt met de ouders en soms ook met de school over interviews en mediaoptredens. Mojet: ‘Meedoen aan een film is voor jonge kinderen heel bijzonder en ingrijpend. Waar het mij om gaat is dat de directe omgeving een filmrol niet groter maakt dan het is. De kinderen moeten gewoon hun eigen dingen blijven doen voor, tijdens en na de opnames. En rond de première is het zaak verstandig met publiciteit om te gaan.’

Hoe beter omgeving, vriendjes en klasgenootjes bij de productie worden betrokken, hoe minder jeugdige acteurs en actrices naast hun schoenen zullen lopen. Anders kan het leiden tot jaloezie. Mojet kent het geval van een meisje dat na haar filmrol werd gepest op school: ‘Ik hoorde dat pas veel later. Waarschijnlijk kwam dat omdat de film uitkwam toen ze op de middelbare school zat. De casting en de draaiperiode had ze gedaan toen ze nog naar de basisschool ging. Haar nieuwe klas had daar niets van meegekregen. Dat kan vervelende reacties opleveren.’

Wanneer een speelfilm in roulatie komt of een serie wordt uitgezonden op televisie, staan de jonge acteurs of actrices ineens volop in de belangstelling . Falkena benadrukt dat ze dan alle steun nodig hebben om daar op de juiste manier mee om te gaan: ‘Zeker op de basisschool wil plotseling iedereen vrienden met je worden. Maar dat kan net zo snel weer afgelopen zijn. Het is dan aan de ouders en begeleiders om ze daartegen te beschermen.’



Credits
Vader Marco merkt wel wat er allemaal op Mels afkomt de komende tijd. Als het aan zijn zoon ligt, schuift hij zo snel mogelijk aan bij De Wereld Draait Door. Zoiets gebeurt in overleg met de producent, zegt Van der Hoeven: ‘We gaan echt niet overal op in en we spreken goed door wat hij wel en niet kan zeggen in interviews. Mels heeft altijd al gezegd dat hij acteur wil worden. Deze film betekent natuurlijk de ultieme bevestiging van zijn ideaal. Maar we gaan er wel voor zorgen dat hij met beide benen op de grond blijft. Voor hij met acteren zijn brood kan verdienen moet er nog wel wat meer gebeuren. Hij speelt nu bij het Hofplein Theater in Rotterdam. We zien wel wat ervan komt.’

Falkena vindt dat kindercasting in de loop der jaren steeds serieuzer wordt genomen.Al moet ze er wel voor blijven knokken: ‘Het gebeurt nog steeds dat een regisseur of producent zelf al een jongen of meisje op het oog heeft voor een grotere rol. Dat wil nog wel eens misgaan. Ook komt het voor dat ze veel te laat met audities voor jeugdrollen beginnen. Gezinnen met kinderen zitten vaak vast aan vakanties en dan is het maar de vraag of ze die voor een filmrol willen omgooien.’ De laatste tijd merkt Falkena dat Nederlandse jeugdfilms steeds meer waardering krijgen over de grens. ‘Vroeger waren de Scandinavische jeugdfilms toonaangevend maar dat is aan het verschuiven in onze richting. Daar beginnen wij zo langzamerhand ook de credits voor te krijgen.'