Welke filmheld uit onze jeugd herinneren we ons werkelijk? De in smoking
gestoken tandpastagrijns die, al krachtpatsend in gevaarlijk Verweggistan,
jongedames uit de klauwen van snoodaards redt terwijl hij ondertussen even een
Manhattan wegnipt en oude dametjes helpt oversteken? Neen. De jeugdheld tout
court is diegene die ons zo liet schateren dat, later in het leven, het
lachen in de bioscoop nooit meer zo uitbundig werd. Ziedaar Louis de Funès, de
dierbaarste driftkikker die de Franse cinema ooit heeft gekend.
Ergens in
de eerste helft van de jaren zeventig, de woensdagmatinee van de buurtbioscoop.
Een door kabels, spetters en springers getekende
De Eend en de Cadillac, oftewel Le Corniaud. De Funès’ mimiek als
knapperig contrastuk tot de wandelende vertraagde opname genaamd Bourvil. We
verlieten de zaal nog monterder dan we hem waren binnengegaan.
Beide
acteergrootheden zijn al lang niet meer onder ons. Louis ging, na zijn tweede
hartinfarct, in 1983, een indrukwekkend cv vol kaskrakende klassiekers nalatend
. Zoals de geweldige oorlogskomedie
La Grande Vadrouille waarin hij, tegenover Bourvils Joris Goedbloed,
onnavolgbaar een onuitstaanbare dirigent speelt.
Maar de ooit straatarme
pianist-zanger en latere kasteelheer annex toegewijde rozenkweker De Funès (er
is een roos naar hem vernoemd) blijft vooral synoniem met Ludovic Cruchot. Wat
was hij in de eerste twee, nou vooruit, drie, Gendarme-films briljant als die
overijverige, heetgebakerde képidrager met ongezonde bekeuringsfetisj. Daarom
bij deze, dertig jaar na de sterfdatum van een onsterfelijke: un grand merci
, monsieur De Funès, pour tous les fous rires de notre enfance.
L'aile ou la cuisse is zondag 22 december om 21.00 uur te zien op TV 5
La grande vadrouille is maandag 23 december om 23.55 uur te zien op Canvas
(Deze column verscheen ook in het dubbeldikke eindejaarsnummer van de VPRO-gids.)