‘Deze Indiase filmmakers willen graag een zinnig maatschappelijk verhaal
vertellen.’, zo zegt
Bero Beyer van Augustus Film, co-producent van de Punjabi film
Qissa: The Tale of a Lonely Ghost van Anup Singh. Maar de Bollywoodindustrie
heeft vooral winst op het oog, waardoor de relevantie van het onderwerp vaak op
de tweede plaats komt. Daarnaast is er van een volwaardig arthouse-circuit geen
sprake. En dus zien Indiase filmmakers zich steeds meer genoodzaakt naar het
buitenland te kijken voor de financiering van hun films. Zo leverde dit vorig
jaar bijvoorbeeld
The Lunchbox van
Ritesh Batra op, een film die het erg goed deed in zowel de Euro-
pese
filmhuizen als in India.
Toch hebben we het hier niet alleen maar
over Europees geld-
schieten, als we Beyer mogen geloven: ‘Bij een film
als Qissa bestaat de crew uit zowel Indiërs als Europeanen. De regisseur zelf
woont in Zwitserland. Dit maakt het mogelijk om het verhaal vanuit twee culturen
te laten zien.’ Qissa vertelt het verhaal van Umber Singh, gespeeld door
Bollywoodster
Irrfan Khan (ook te zien in The Lunchbox) die, nadat hij zijn familiebezit
kwijtraakt bij de opdeling van Brits-Indië, besluit zijn vierde dochter als
jongen op te voeden. ‘Het verhaal gaat over een patriarchale samenleving en over
de rol van de vrouw daarbinnen. Het verhaal van Qissa is niet alleen van belang
voor India, maar net zo goed voor de westerse samenleving.’ Sterk aan de film
is de manier waarop het een groot probleem binnen de Indiase samenleving
begrijpelijk wordt gemaakt voor een westers publiek. Tegelijkertijd heeft de
film een magisch-realistische toon die onmiskenbaar Indiaas is.
Bollywood maakt al sinds mensenheugenis de dienst uit in de Indiase filmwereld. Maar de vrolijke en spectaculaire Bolly-
wood-formule laat niet altijd ruimte voor de onderwerpen die Indiase filmmakers willen maken. Daarom kloppen deze regisseurs steeds vaker aan bij Europese fondsen. Op het Indian Film Festival in Den Haag, dat vandaag van start gaat, zijn drie van deze Indiaas-Europese samenwerkingen te zien.
Qissa draait op het Indian Film Festival naast twee andere Europese co-
producties. Openingsfilm Traces of Sandalwood (Maria Ripoll) is een Spaans-
Indiaas drama over twee zussen, Mina en Sita, die op jonge leeftijd uit elkaar
worden gehaald. Op een dag besluit Mina, ondertussen succesvol actrice in Mumbai
, op zoek te gaan naar haar verloren zus, die inmiddels als bioloog in Barcelona
werkt, en zich niets van haar tijd in India herinnert. Ook de documentaire Amma
& Appa, die in samenwerking werd gemaakt met Duitsland, gaat in op de Indiase
identiteit in een tijd waarin de wereld steeds kleiner wordt. In de documentaire
zien we hoe door het trouwen van de Duitse Franziska en de Indiase Jay twee
totaal verschillende culturen met in elkaar in contact komen.
Waar
Indiase filmmakers voorheen eerst een commerciële film moesten maken voordat ze
aan een persoonlijker project konden beginnen, lijken de samenwerkingen met
Europese landen een vruchtbaar alternatief. En, zoals op het Indian Film
Festival blijkt, niet alleen voor de Indiase cultuur.
Het Indian
Film Festival vindt plaats in Den Haag op 22 t/m 29 oktober. Op 25 oktober is
Qissa te zien, voorafgegaan door een paneldiscussie tussen Bero Beyer, Iwana
Chronis van het Hubert Bals Fonds en Urmi Juvekar van het NFDC India. Zij waren
allen betrokken bij de realisatie van de film.