VPRO Cinema gaat voor het eerst in zeven jaar weer naar het Filmfestival van Venetië, om daar – net als in Cannes – dagelijkse festivalreports te maken. De line-up van de competitie dit jaar is veelbelovend.

De 71ste editie van het Filmfestival van Venetië is begonnen. De openingsspeech van de directeur van het festival, Alberto Barbera, is hier te lezen. Barbera heeft het over de noodzaak van filmfestivals als vrijplaats voor expressie en experiment. Over kwaliteit versus kwantiteit. Over geld. Zoals iedere festivaldirecteur. De speech eindigt als volgt: ‘Vijftig films, dat kunnen er te veel zijn of te weinig. Het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Wij hopen dat het er genoeg zijn om iedere bezoeker in ieder geval één goede reden te hebben gegeven om te zeggen dat het Filmfestival van Venetië, opnieuw, een zinvolle, zelfs noodzakelijke ervaring is geweest.’

Die laatste alinea is typerend voor de huidige opstelling van het festival, waarin bescheidenheid en dienstbaarheid voorop staan. Dat was niet altijd zo.

Het Filmfestival van Venetië is het oudste filmfestival dat bestaat. Het begon in 1932 als onderdeel van de wereldberoemde Biënnale van Venetië. In de eerste jaren van het festival kwamen alle grote sterren langs: Garbo, Gable, Crawford, etcetera, etcetera. Het publiek kwam massaal af op de sterren, en al snel werd het festival jaarlijks gehouden, in tegenstelling tot de tweejaarlijkse kunstmanifestatie.

Venetië was niet alleen het eerste filmfestival, het was ook het eerste festival dat prijzen uitreikte (de Gouden Leeuw), het eerste festival dat met een jury werkte, en het had natuurlijk dat prachtig decadente decor van de eeuwenoude lagunestad. Wat kon er misgaan?

Het begon met Mussolini, die tijdens WO II alleen nog maar propagandafilms liet draaien op het festival. Waarna – in reactie op het filmfeestje van de fascisten – het festival van Cannes werd opgericht, dat Venetië al snel naar de kroon stak.

Toronto

In de jaren zeventig deden de communisten het festival bijna de das om. Er mochten geen prijzen meer uitgereikt worden (te kapitalistisch). De aandacht nam spectaculair af en in 1973, 1977 en 1978 werd er niet eens een festival gehouden. De prijzen kwamen terug in 1980. En Venetië , dat nog kon teren op oude roem, was snel terug aan de top.

De volgende aanval op de status van het festival kwam vanuit de Nieuwe Wereld, uit Canada. Het festival van Toronto, dat overlapt met Venetië, trok steeds meer grote publieksfilms aan. Films die niet altijd hoge ogen gooiden bij het kritische, kunstminnende publiek van Venetië, maar wel hoge ogen gooiden bij de Oscars. Danny Boyle’s Slumdog Millionaire (acht Oscars), bijvoorbeeld, begon zijn internationale zegetocht in Toronto, net als The King’s Speech (vier Oscars). Venetië-directeur Marco Müller ging in de tegenaanval. Programmeerde ook grote Amerikaanse films. Hij koos kwantiteit boven kwaliteit, en liet op een gegeven moment 180 films in première gaan in de tien dagen van het festival. Müller verloor de strijd met Toronto genadeloos, en werd in 2011 vervangen door Alberto Barbera, die gelijk begon te snoeien. Hij ging van Müllers 180 naar de vijftig uit zijn speech. Kwaliteit boven kwantiteit.

Is Barbera de redding van het festival? We zullen zien. Dit jaar gaat VPRO Cinema voor het eerst na zeven jaar Toronto naar Venetië, om daar net als in Cannes dagelijkse festivalreports te maken. De line-up van de competitie dit jaar is in ieder geval veelbelovend.

Birdman
Het festival opent op woensdag 27 augustus met Birdman, de nieuwe film van Alejandro González Iñárritu (Babel, Biutiful). Over een uitgerangeerde acteur die ooit furore maakte als superheld Birdman en wanhopig werkt aan een comeback. Hoofdrollen voor Michael Keaton (perfect gecast als uitgerangeerde acteur), Ed Norton en Emma Stone.

En dan zijn er nog nieuwe films van onder meer Fatih Akin, Roy Andersson, Abel Ferrara, David Gordon Green en Joshua Oppenheimer (maker van de documentaire The Act of Killing , de beste film van 2013 volgens de redactie van Cinema.nl). Het moet raar lopen willen al die films niet één goede reden opleveren om te zeggen dat het Filmfestival van Venetië dit jaar inderdaad een zinvolle, zelfs noodzakelijke ervaring is geweest.