The Homesman, Tommy Lee Jones’ tweede film als regisseur, is opnieuw een western, althans een moderne variant daarvan. Een vogelvluchtgeschiedenis en een moderne-western-topvijf.

‘Ik weet niet wat de definitie van een western is. Ik had altijd het idee dat het een film was met paarden en mannen met grote hoeden, die zich afspeelde in de negentiende eeuw, meestal ten westen van de Mississippi. Maar ik lees ook wel eens recensies waarin een sciencefictionfilm een western wordt genoemd. Het is een term die zo veel gebruikt wordt tegenwoordig, dat het niet veel meer betekent. Ik weet dus niet hoe ik uw vraag moet beantwoorden, want ik weet simpelweg niet meer wat een western is.’

Aldus acteur/regisseur Tommy Lee Jones op het afgelopen filmfestival in Cannes. Waar The Homesman, Jones’ tweede film als regisseur, in competitie draaide. Zijn eerste film als regisseur draaide overigens ook in Cannes, in 2005. Dat was The Three Burials of Melquiades Estrada, een film die twee prijzen won in Cannes: voor Jones zelf (niet voor beste regisseur, maar voor beste acteur) en voor scenarioschrijver Guillermo Arriaga.

The Homesman zou geen prijzen winnen, al had er best een naar hoofdrolspeelster Hillary Swank mogen gaan. Swank speelt de alleenstaande pioniersvrouw Mary Bee Cuddy, die – omdat de mannelijke pioniers te laf zijn – drie dolgedraaide vrouwen in een huifkar van Nebraska naar Iowa gaat brengen. Ze wordt daarbij geholpen door deserteur en claim jumper George Briggs (Jones). En ja, The Homesman is een western. Net als The Three Burials of Melquiades Estrada dat was . Het zijn alleen geen klassieke westerns, maar een moderne variant. En daar zijn er een boel van.

Cowboys en indianen

Het begon allemaal zo simpel. In de begintijd van de western had je goede cowboys (witte hoed) en slechte cowboys (zwarte hoed). En die vochten met elkaar. Omdat de slechten de orde bedreigden en omdat ze slecht waren, natuurlijk. Of je had alleen maar goede cowboys, die het opnamen tegen de indianen. Want de beschaving moest worden gebracht.

Veel interessante films leverde dat niet op. Hoewel een film als John Fords Stagecoach (1939) nog steeds zonder tenenkrommen bekeken kan worden.

In de jaren veertig en vijftig drong langzaam het besef door dat niet alle indianen gevaarlijke wilden waren, en dat zelfs cowboys niet alleen goed of slecht waren. Het leverde meteen een aantal klassiekers op (bijna alle films van John Ford, maar The Searchers (1956) in het bijzonder, en een handvol titels van regisseurs als Howard HawksAnthony Mann en Budd Boetticher).

In de vrijgevochten jaren zestig werden de rollen vaak omgedraaid en werden de indianen de goeden en de cowboys (en vaker nog het leger) de slechten. In diezelfde tijd werden de westerns ook een stuk gewelddadiger. Dankzij de oorlog in Vietnam, wordt vaak gezegd, omdat die in al zijn bloederigheid dagelijks op televisie kwam, maar ook dankzij Sergio Leone en diens spaghettiwesterns. Waarin onsympathieke protagonisten , die alleen uit waren op geldelijk gewin, elkaar in slowmotion doorzeefden. Bloedballetten die later door Sam Peckinpah in The Wild Bunch (1969) tot kunst zouden worden verheven.

Vrouwen

Grote held in de Leone-films was acteur Clint Eastwood, die het westerngenre bijna in zijn eentje door de barre jaren zeventig en tachtig heeft geholpen, voordat hij het in 1992 zelf ten grave droeg met Unforgiven, een anti-western waarin zo’n beetje alle mythes uit de begintijd onderuit werden gehaald.

Recensenten hadden het bij Unforgiven al over de dood van de western, maar het genre blijkt onverwoestbaar en levert nog steeds interessante films op. The Homesman is er daar beslist een van. Bijvoorbeeld omdat de film verteld wordt vanuit het perspectief van een vrouw, wat tamelijk ongewoon is voor een western. En hoewel Tommy Lee Jones, als de opportunistische ruwe bolster George, de aandacht regelmatig naar zich toetrekt , is Hillary Swanks Mary Bee Cuddy het morele middelpunt van de film.

Opvallend is ook dat de barre tocht in The Homesman niet zoals gebruikelijk westwaarts gaat, maar in de ‘verkeerde richting’, naar het oosten, van Nebraska naar Iowa. En dat de aanleiding van de tocht geen beroemde revolverheld is die van a naar b gebracht moet worden, maar dat het hier gaat om drie vrouwen die niet opgewassen waren tegen het harde pioniersleven.

Een western over vrouwen. Wie had dat in de begintijd van de western kunnen denken, toen de vrouwen nog uitsluitend decorstukken waren en vooral prostituees speelden – wel met een hart van goud natuurlijk. Maar juist dat is de onuitputtelijke kracht van de western gebleken: je kan er echt alles aan hangen wat je wilt.

 

Top 5 westerns gemaakt na 2000

Hoe verleidelijk het ook is om prachtige voorbeelden van zogenaamde ‘moderne westerns’ als Brokeback Mountain, No Country for Old Men en Tommy Lee Jones’ eigen The Three Burials of Melquiades Estrada in dit lijstje op te nemen, beperken we ons voor de duidelijkheid toch tot films ‘met paarden en mannen met grote hoeden, die zich afspelen in de negentiende eeuw.'

 

1. Django Unchained (2012)

Een van de weinige westerns met een zwarte held: de ontketende Django uit de titel, die met fraai ingehouden woede gespeeld wordt door Jamie Foxx.

 

2. True Grit (2010)

Superieure remake van beroemd John Waynevehikel door de gebroeders Coen. Dus – net als in Tarantino’s Django Unchained – veel nadruk op de dialogen.

 

3. The Proposition (2005)

Extreem gewelddadige Australische western naar script van zanger Nick Cave over beroemde outlaw die voor de onmogelijke keuze gesteld wordt zijn voortvluchtige oudere broer te doden, anders wordt zijn jongere broer geëxecuteerd.

 

4. Meek's Cutoff (2010)

Arthouse-western van festivaldarling Kelly Reichardt over groep pioniers die in 1845 met hun huifkarren vast komen te zitten in de woestijn van Oregon. Traag, intelligent, onvoorspelbaar.

 

5. Rango (2011)

Heerlijk westernparodie (of -ode) over een kameleon die in het plaatsje Dirt voor orde moet gaan zorgen. Animatie, met een hoofdrol voor de stem van Johnny Depp.