Een slavenplantage in Virginia rond 1770. De uit West-Afrika ontvoerde Mandinkakrijger Kunta Kinte is als slaaf verkocht aan John Reynolds. Die vindt dat Kunta zijn naam moet opgeven. Als hij weigert, wordt hij aan zijn armen opgehangen en gegeseld. En dan ontspint zich de volgende scène:
Voorman Ames: 'Wat is je naam?'
Kunta Kinte: 'Kunta. Kunta Kinte.'
Een zweepslag komt neer op Kinte's rug…
Voorman Ames: 'Wanneer je meester je iets geeft, neem je dat dankbaar aan. Hij gaf je een naam. Het is een mooie naam. Je heet Toby. En die naam zal je houden tot je dood. Ik weet dat je begrijpt wat ik zeg, en ik wil het je horen zeggen. (Tegen de man met de zweep :) Nog een keer!'
Weer knalt de zweep…
Voorman Ames: 'Ik wil horen hoe jij je naam zegt. Jouw naam is Toby. Wat is jouw naam?'
Kunta Kinte: 'Kunta… Kunta Kinte.'
Weer een knal…
Voorman Ames: 'Wat is je naam! Zeg het! Toby! Wie ben je? Zeg je naam!'
Nog een zweepslag…
Voorman Ames: 'Wat is je naam?'
Kunta Kinte : '…Toby. Mijn naam is Toby.'
De scène komt uit de televisieserie Roots. Gemaakt in 1977, dus waarschijnlijk heb ik hem in 1978 in Nederland gezien. Ik was toen veertien jaar. Ruim 35 jaar later kan ik me die scène nog vrijwel woord voor woord – of liever: slag voor slag – herinneren. En wellicht daarom heeft Steve McQueens 12 Years a Slave op mij niet die indruk gemaakt die hij in de rest van de wereld wel gemaakt lijkt te hebben.
McQueens film is gebaseerd op het autobiografische boek Twelve Years a Slave uit 1853 van Solomon Northup en de ondertitel van dat boek is gelijk een mooie samenvatting van het verhaal van de film – Narrative of Solomon Northup, citizen of New-York, kidnapped in Washington city in 1841, and rescued in 1853, from a cotton plantation near the Red River in Louisiana.
De kracht van Steve McQueens 12 Years a Slave is niet de plot – de titel geeft immers alle spanning al weg – wat mij is bijgebleven zijn de beelden en de acteurs. Om met de acteurs te beginnen. Drie van hen zijn genomineerd voor een Oscar. Chiwetel Ejiofor voor beste hoofdrol als Solomon, Michael Fassbender voor beste bijrol als de verschrikkelijke plantage- eigenaar Edwin Epps en nieuwkomer Lupita Nyong'o voor beste bijrol als slavin Patsey. Naast dit drietal zijn er ook nog rollen voor een keur aan grote namen. Van Benedict Cumberbatch tot Paul Giamatti en van Paul Dano tot Brad Pitt.
Pitt, die in de film een bijrolletje heeft als Canadese abolitionist en de film ook meeproduceerde, werd afgelopen december ongewild nog even inzet van een relletje in Italië. Op de filmposter van 12 Anni Schiavo stond zijn gezicht groot afgebeeld en was de echte hoofdrolspeler Chiwetel Ejiofor verbannen naar een hoek van de poster. Er was nog wel een andere poster van de film, maar daarop stond Michael Fassbender groot afgebeeld, en weer bleef er voor Ejiofor niet meer over dan een bijrol. Het internet sprak schande van deze flagrante vorm van marketing-racisme en de Italiaanse distributeur haalde de posters snel uit roulatie.
Afgezien van Brad Pitt, die pas tegen het einde van de film opduikt en bij wie je toch iets hebt van 'Hé! Brad Pitt !', vallen de andere acteurs gelukkig meteen samen met hun rol. En is de Mexicaans/Keniase Lupita Nyong'o voor mij dé ontdekking van deze film. Al vrees ik dat ze in de toekomst veel in actiefilms zal opduiken. Als stoere, coole chick.
De zwarte Brit Steve McQueen (1969), afkomstig uit de videokunst, lijkt een voorkeur te hebben voor lijden. Hij kan dat ook als geen ander in beeld brengen. In zijn filmdebuut Hunger zien we hoe een hongerstaker zich doodhongert, en in opvolger Shame hoe een seksverslaafde zich rukkend en neukend door het leven kwelt. In beide films is McQueen er in geslaagd het lijden levensecht en bijna tastbaar te maken. Ook in 12 Years a Slave maken de pijnlijkste momenten de meeste indruk. Op een gegeven moment wordt Solomon aan een boom opgehangen. Net niet hoog genoeg zodat hij stikt, maar hij moet op zijn tenen staan en kan zijn evenwicht niet verliezen, anders snijdt het touw in zijn keel. Op momenten als deze kun je goed McQueens achtergrond als videokunstenaar zien. Waar Hollywood deze scène ongetwijfeld had volgepompt met dramatische muziek en had stuk gesneden met close-ups – van Solomons gezicht naar die van de omstanders en weer terug – kiest McQueen voor een minutenlang totaalshot van Solomon die in doodsangst op zijn tenen danst. Medeslaven kijken toe, maar durven niet in te grijpen. Samen met Solomon wacht de kijker een eeuwigheid voordat de voorman eindelijk het touw doorsnijdt.
Scènes als deze – en er zitten er nog veel gruwelijker in de film – zijn ongetwijfeld de reden dat de film voor negen Oscars is genomineerd en dat Solomons hellegang een zegetocht in de media is geworden. Time en de New York Daily News noemden de film 'essentieel', The Guardian 'noodzakelijk' en volgens Rolling Stone maakt de film 'slaven van ons allemaal'. Niet van mij dus. Ik zie de kwaliteiten van de film en meer nog die van de filmmaker, maar ik voel het lijden van Solomon niet. Niet zoals destijds bij Kunta Kinte.