Antichrist
Lars von Triers Freudiaanse shock-horror
hield de gemoederen flink bezig. De film won een anti-prijs in de vorm van Prix
du Jury Œcuménique – omdat het hier zou gaan om ‘de meest misogyne film van de
zelfverklaarde grootste regisseur ter wereld’ – maar was onder meer ook
genomineerd voor een Gouden Palm.
Voor: ‘Antichrist is een
huiveringwekkende koortsdroom die je maar beter kunt mijden. Maar ook: een
oerfilm die je gezien wilt hebben. En daarna nog een keer.’ Jan Pieter Ekker, De
Volkskrant, 29 oktober 2009.
Tegen: ‘Moet je Antichrist
zien? Er valt onbedoeld genoeg te lachen, maar dan moet je bereid zijn om een
castratie, clitoridectomie en een hoop symboliek te slikken. (…) De climax van
de film lijkt zo uit een goedkope slachtfilm geplukt, waarin mensen achter
elkaar aan hollen met bijlen en messen.’ David Edelstein, New York Magazine, 26
oktober 2009.
Crash
Verboden in Westminster,
maar op nummer acht in Martin Scorsese’s lijst van beste films uit de jaren
negentig: dat Crash van David Cronenberg omstreden was is gezien het uitzinnig
onderwerp niet verrassend. Is dit de beste of de slechtste film over mensen met
een auto-ongelukkenfetisj?
Voor: ‘Oprecht erotisch, maar
ook ontzettend verontrustend, prachtig beheerst en volledig onconventioneel.’
Martin Scorsese, Ebert at the movies, 26 Februari, 2000.
Tegen:
‘Crash is een akelig frigide stukje esoterische erotica, waarin David
Cronenberg volledig losgaat met een seksuele obsessie die weinigen zal opwinden
.’ Todd McCarthy, Variety, 17 mei 1996.
Fear and Loathing in
Las Vegas
Fear and Loathing in Las Vegas van Terry Gilliam is
een drugsbacchanaal vol helse locaties en demonische figuren. Niet iedereen
blijkt de stortvloed aan uitzinnigheden even goed te trekken. Vermoeiend of
fantastisch?
Voor: ‘Zonder meer uniek. Af en toe lijkt
het alsof Richard Lester door een postmoderne blender is gehaald. Gilliam, een
Amerikaanse emigrant, fileert zijn geboorteland met lef en ijver.’ Jonathan
Rosenbaum, Chicago Reader, 1 mei 1998.
Tegen: ‘Als je
ooit personages als deze in een lift tegenkwam, zou je op het knopje drukken en
op de eerstvolgende verdieping uitstappen. In dit geval staat de lift 128
minuten lang vast tussen twee verdiepingen.’ Roger Ebert, Chicago Sun Times, 22
mei 1998.
Op filmfestival Imagine wordt deze week Lost River vertoond, het regiedebuut van acteur Ryan Gosling, dat eerder dit jaar in Cannes werd verguisd én geprezen. Voor de gelegenheid zetten we nog acht van zulke splijtzwammen op een rij: films die de recensenten buitengewoon verdelen.
The Fountain
The Fountain
van regisseur Darren Aronofsky (Black Swan) begeeft zich ergens tussen kunst en
kitsch, als je de recensenten moet geloven. Ook opvallend is de verdeling tussen
publiek en recensenten: magere scores op Rotten Tomatoes en Metacritic staan
tegenover een stevige 7,3 op IMDB.
Voor: ‘De religieuze
elementen in The Fountain zullen niet iedereen aanspreken. Toch is de film het
bekijken waard. (…) Een meeslepend en ontroerend liefdesverhaal, met fijne
rollen van Hugh Jackman en zijn tegenspeelster Rachel Weisz, die prachtig en
liefdevol in beeld wordt gebracht door haar toenmalige verloofde, regisseur
Aronofsky. Een feest voor het oog.’ Martin ten Broek, Cinema.nl, 31 januari 2012
.
Tegen: ‘Je kunt er alle kanten mee op. Meestal is het
fijn als een film zoveel duidingen toelaat; dat levert de nagesprekken op
waaraan regisseurs als Aronofsky hun cultstatus ontlenen. Nu blijft het allemaal
heel vrijblijvend, terwijl de subliem kitscherige esthetiek in The Fountain
tegelijkertijd de goede smaak tart.’ Dana Linssen, NRC Handelsblad, 2 mei 2005.
Gummo
Kattenmishandeling, bejaardenmoord en de (seksuele)
uitbuiting van zwakzinnige en arme mensen, allemaal geschoten in groezelige
camerabeelden. In Amerika kon het weinigen bekoren, in Nederland kreeg Gummo de
KNF-prijs op het IFFR.
Voor: ‘In Gummo weet Korine ondanks
alles een zekere compassie op te wekken voor zijn personages. Hij is er niet op
uit ze belachelijk te maken of te veroordelen. (…) Er zijn scènes die je nooit
meer vergeet, die een kracht en een originaliteit bezitten die zeldzaam is.’
Petra van der Ree, De Filmkrant, September 1998.
Tegen: ‘
Oktober is vroeg, maar niet te vroeg om Harmony Korine’s Gummo als slechtste
film van het jaar te erkennen. Geen andere films zullen de bitterheid, het
cynisme en de pretentie van Korine’s debuut kunnen evenaren.’ Janet Maslin, New
York Times, 17 oktober 1997.
Heaven’s Gate
Heaven’s Gate geldt als het schoolvoorbeeld van een monsterflop, die de carrière
van Michael Cimino (The Deer Hunter) de das om deed. Sinds een paar jaar wordt
er echter positiever op de film teruggekeken.
Voor: 'De
geschiedenis heeft Heaven’s Gate terecht in ere hersteld als een meesterwerk met
rafelrandjes, waarin het afgebeelde Amerikaanse ego duur betaald wordt. Vooral
in de hartverscheurende laatste momenten blijkt de grandeur van Heaven’s Gate.'
Glen Heath Jr., Little White Lies, 1 augustus 2013.
Tegen:
‘Heaven’s Gate faalt zo jammerlijk dat je begint te vermoeden dat Cimino zijn
ziel aan de duivel heeft verkocht in ruil voor het succes van The Deer Hunter,
en dat de duivel nu is teruggekomen om de rekening te vereffenen.’ Vincent Canby
, The New York Times, 19 november 1980.
Only God
Forgives
Na het veelgeprezen Drive verdeelde het abstracte
geweldsballet van Only God Forgives de critici: te gewelddadig en te traag, of
imponerend en hypnotiserend?
Voor: ‘Ik vond Refn's film
enorm meeslepend en briljant in elkaar gezet, vol bizarre hoogtepunten die dan
weer sentimenteel zijn, dan weer misselijkmakend zwart-komisch. (...) Het is een
soort hallucinante tragi-exploitatie-shocker, een met uranium verrijkte
pulptaart met een neonglans.’ Peter Bradshaw, The Guardian, 1 augustus 2013.
Tegen: ‘Ik vond dit een van de slechtste fucking dingen die ik ooit heb
gezien. Sterker nog, het deprimeerde me dat de film niet door het publiek werd
weggelachen. Ze hadden op zijn minst naar het scherm kunnen roepen. Er waren
meer dan genoeg dode momenten die gevuld hadden kunnen worden met smeekbedes aan
Ryan om zijn shirt uit te trekken, of om er een a capella versie van Bach’s
Toccata Con Fuga tegenaan te gooien. Schaduwfiguren op het scherm die in Ryans
neus beten hadden ook kunnen werken.’ David Edelstein, Vulture, 19 juli 2013.
The Passion of the Christ
Een verfilming van het leven van Jezus
is bij voorbaat al niet zonder controverse, zeker niet als je de (toentertijd)
omstreden regisseur Mel Gibson aan het roer zet. Ook hier was het de
geweldsfactor die voor sommigen een groot probleem vormde.
Voor:
‘De film draait om een idee. Het idee dat het noodzakelijk is om de Passie te
begrijpen als je het christendom wilt bevatten. Gibson communiceert dit idee met
een doelbewuste urgentie. Veel mensen zullen het er niet mee eens zijn. Sommige
wel, maar deze zullen schrikken van de expliciete beelden. Ikzelf ben niet meer
gelovig op de wijze die ik was als misdienaar, maar ik kan worden geraakt door
de kracht van geloof, of ik het er nu mee eens ben of niet. En als een film dat
voor elkaar krijgt, moet ik die respecteren.’ Roger Ebert, Chicago Sun Times, 24
februari 2004.
Tegen: ‘De aantijgingen van antisemitisme
en homofobie zijn nog te beperkt; de walging van de film jegens de mensheid is
zo onverbiddelijk dat de militant klinkende drums in het slot de Apocalyps
lijken te verwelkomen. Als ik christen was, zou ik walgen van de suggestie dat
dit primitieve, pornografische bloedbad mij vertegenwoordigt.’ Jonathan
Rosenbaum, Chicago Reader, 24 februari 2004.